Campus

De stad moet leven

De viering van het 750-jarig bestaan van Delft zit er weldra op. ,,Een grote stap voorwaarts”, noemt Gertjan Oldeman het jaar op cultureel gebied. Samen met Karel Winterink vindt hij dat de lijn in de toekomst moet worden doorgetrokken.

Beiden zijn betrokken bij ‘De Zaak Delft’, een drietal debatten over het wel en wee van deze stad in een ‘ruim verband’.


1 Oldeman en Winterink: ,,Geen Pompeï”

Nog tweeëneenhalve maand en Delft kan terugkijken op een bruisend jaar. Vanaf januari dreigt het merkbaar stiller te worden op straat en in de instellingen. Daarom een goed moment om pas op de plaats te maken en te kijken hoe het verder moet met de stad. Het Festivalbureau Delft 750 jaar Cultuurstad en Studium Generale organiseren daarom drie debatten met een keur aan sprekers.

Volgens Karel Winterink, namens het festivalbureau bij de organisatie betrokken, gaat het om een inventarisatie van meningen. ,,Een inzet is bijvoorbeeld om te onderzoeken wat we kunnen ondernemen om cultuur ook in de jaren hierna een gezicht te geven.” Het gaat echter niet alleen over cultuur, maar ook over de openbare ruimte en Delft als kennisstad.

Ingeklemd tussen de ‘cultuurbastionten’ Rotterdam en Den Haag is Delft volgens Gertjan Oldeman, voorzitter van Mooi Weer Spelen en in het dagelijks leven werkzaam bij TNO, een stad met een voorzieningenniveau dat niet uitkomt boven het gemiddelde van Nederlandse steden met een vergelijkbare grootte. ,,Als ik heel eerlijk ben: Delft is een beetje provinciaal, zonder dat als scheldwoord te gebruiken. Je kunt deze stad het beste vergelijken met Gouda, met dat verschil dat wij door de aanwezigheid van de TU en TNO een forse kennispoot hebben.”
Driedeling

Wat de openbare ruimte betreft maakt Winterink een driedeling: De Delftse Hout, de oude binnenstad en de buitenwijken. Over de Delftse Hout zijn beiden zeer te spreken. ,,Gezien het gebruik ervan heb ik de indruk dat het in hoge mate voldoet aan de wensen van de inwoners van deze stad”, zegt Oldeman.

Dat geldt min of meer ook voor de oude binnenstad. Die is volgens hem een ‘geweldige trekpleister’, een gezellige verblijfplaats waar het vooral ’s weekends veel drukker is dan op grond van het aantal voorzieningen verwacht mag worden.

Voor Winterink roept het de vraag op of de binnenstad koste wat het kost in de oude staat moet blijven. ,,Je moet je afvragen of daar ook moderniteiten in mogen plaatsvinden. Dat is een moeilijke discussie en dat moet zeker aan bod komen tijdens de debatten. Daarvoor hebben we ook een aantal sprekers uitgenodigd, onder andere wethouder Boelens en de heer Geus, directeur van VVV Zuid-Holland.”

Wat hem betreft hoef je niet alles te laten in de stijl zoals het is. ,,Je moet ook accenten durven leggen opnieuwigheden.” Kijkt hij met een scheef oog naar het veel geroemde voorbeeld van de stad Groningen? ,,Dat is inderdaad erg goed wat daar is gebeurd. Niet dat er hier nu meteen een opzienbarend museum moet worden gebouwd. Ook het voorbeeld van de Schutterstraat laat zien dat Delft nationaal en internationaal op de kaart kan komen.”

Oldeman sluit zich daar volledig bij aan. ,,We hebben met de binnenstad een prachtig podium. Als we die echter alleen maar zien als een monument of een groot museum dan mag je van mij die stad afschrijven, want dan heb je een soort Pompeï. De stad moet leven.”
Samenhang


2 Delft, hier nog met gasfabriek aan het Zuideinde

De buitenwijken komen er beduidend minder vanaf. Oldeman: ,,Bij de ontwikkeling van de moderne woonwijken is te weinig gelet op de samenhang met de binnenstad. Het is goed dat er steeds meer fietsroutes worden aangelegd en dat de tramlijn is doorgetrokken naar Tanthof.” Dat de lijn ook een vertakking moet krijgen naar de TU-wijk vindt hij ‘volstrekt logisch’ mits het financieel haalbaar is.

Ook in het aanbod van de sociale en culturele voorzieningen zijn de buitenwijken volgens beiden onderbedeeld. De TU-wijk vormt een geval apart. Oldeman: ,,Het is een meesterlijke zet geweest om de bibliotheek in dit gebied neer te zetten. Dat is een enorme trekker voor veel Delftenaren, vooral de technisch geschoolde. Ook wil ik de Aula noemen. Die is van de universiteit, maar heeft een veel grotere gebruiksfunctie. Hetzelfde geldt voor het Cultureel Centrum. Nu is het alleen voor de TU bestemd, maar eens breekt dat natuurlijk open.”

De achterstand die Delft had ten opzichte van andere steden wat culturele voorzieningen aangaat is de laatste tijd snel ingehaald. Desondanks zijn er ook minder postieve ontwikkelingen. Niet alleen de Eland is op de fles, ook het pas geopende Filmhuis Lumen heeft moeite om het hoofd boven water te houden. ,,Een trieste ontwikkeling”, reageert Winterink. ,,Ik kan geen politieke analyse maken van hoe het voorkomen had kunnen worden. Wel vind ik het belangrijk dat dit soort voorzieningen met veel moeite overeind moeten worden gehouden.”

Volgens Oldeman gaan dit soort zaken stapsgewijs. Hij is er echter nog niet van overtuigd dat de Eland definitief verloren is. De vraag is of de gemeente zich actiever moet opstellen. ,,Op het moment dat veel Delftenaren zich daar druk om maken en dat belangrijk vinden, dan moet de gemeente daar inderdaad actief in participeren.”

Relatief gezien geeft Delft niet bijzonder veel uit aan cultuur. ,,Er is weinig geld waarmee gespeeld of gestuurd kan worden”, vindt Oldeman. ,,Het zou mooi zijn om het vrij te besteden bedrag van 90.000 gulden te verhogen tot één à twee miljoen.” Dat geld zou niet gebruikt moeten worden voor de bestaande culturele infrastructuur, maar voor incidentele projecten.

Volgens hem moeten er de komende tijd keuzes worden gemaakt. ,,Je moet je onderscheiden van andere gemeenten. Dat kunnen wedoen door een link te leggen tussen cultuur en kennis. Ik noem het altijd de high tech in combinatie met de high touch. Dat is een prachtig onderwerp dat we in Delft moeten uitwerken.” (M.v.d.L.)

‘De Zaak Delft – Delftse zaken in ruimer verband’ start vanavond in het Techniek Museum. Thema: De openbare ruimte van de stad. Voorzitter is ir. Arnold Reijndorp. Reserveren: 015-2138311.

Mannus van der Laan

,

De viering van het 750-jarig bestaan van Delft zit er weldra op. ,,Een grote stap voorwaarts”, noemt Gertjan Oldeman het jaar op cultureel gebied. Samen met Karel Winterink vindt hij dat de lijn in de toekomst moet worden doorgetrokken. Beiden zijn betrokken bij ‘De Zaak Delft’, een drietal debatten over het wel en wee van deze stad in een ‘ruim verband’.


1 Oldeman en Winterink: ,,Geen Pompeï”

Nog tweeëneenhalve maand en Delft kan terugkijken op een bruisend jaar. Vanaf januari dreigt het merkbaar stiller te worden op straat en in de instellingen. Daarom een goed moment om pas op de plaats te maken en te kijken hoe het verder moet met de stad. Het Festivalbureau Delft 750 jaar Cultuurstad en Studium Generale organiseren daarom drie debatten met een keur aan sprekers.

Volgens Karel Winterink, namens het festivalbureau bij de organisatie betrokken, gaat het om een inventarisatie van meningen. ,,Een inzet is bijvoorbeeld om te onderzoeken wat we kunnen ondernemen om cultuur ook in de jaren hierna een gezicht te geven.” Het gaat echter niet alleen over cultuur, maar ook over de openbare ruimte en Delft als kennisstad.

Ingeklemd tussen de ‘cultuurbastionten’ Rotterdam en Den Haag is Delft volgens Gertjan Oldeman, voorzitter van Mooi Weer Spelen en in het dagelijks leven werkzaam bij TNO, een stad met een voorzieningenniveau dat niet uitkomt boven het gemiddelde van Nederlandse steden met een vergelijkbare grootte. ,,Als ik heel eerlijk ben: Delft is een beetje provinciaal, zonder dat als scheldwoord te gebruiken. Je kunt deze stad het beste vergelijken met Gouda, met dat verschil dat wij door de aanwezigheid van de TU en TNO een forse kennispoot hebben.”
Driedeling

Wat de openbare ruimte betreft maakt Winterink een driedeling: De Delftse Hout, de oude binnenstad en de buitenwijken. Over de Delftse Hout zijn beiden zeer te spreken. ,,Gezien het gebruik ervan heb ik de indruk dat het in hoge mate voldoet aan de wensen van de inwoners van deze stad”, zegt Oldeman.

Dat geldt min of meer ook voor de oude binnenstad. Die is volgens hem een ‘geweldige trekpleister’, een gezellige verblijfplaats waar het vooral ’s weekends veel drukker is dan op grond van het aantal voorzieningen verwacht mag worden.

Voor Winterink roept het de vraag op of de binnenstad koste wat het kost in de oude staat moet blijven. ,,Je moet je afvragen of daar ook moderniteiten in mogen plaatsvinden. Dat is een moeilijke discussie en dat moet zeker aan bod komen tijdens de debatten. Daarvoor hebben we ook een aantal sprekers uitgenodigd, onder andere wethouder Boelens en de heer Geus, directeur van VVV Zuid-Holland.”

Wat hem betreft hoef je niet alles te laten in de stijl zoals het is. ,,Je moet ook accenten durven leggen opnieuwigheden.” Kijkt hij met een scheef oog naar het veel geroemde voorbeeld van de stad Groningen? ,,Dat is inderdaad erg goed wat daar is gebeurd. Niet dat er hier nu meteen een opzienbarend museum moet worden gebouwd. Ook het voorbeeld van de Schutterstraat laat zien dat Delft nationaal en internationaal op de kaart kan komen.”

Oldeman sluit zich daar volledig bij aan. ,,We hebben met de binnenstad een prachtig podium. Als we die echter alleen maar zien als een monument of een groot museum dan mag je van mij die stad afschrijven, want dan heb je een soort Pompeï. De stad moet leven.”
Samenhang


2 Delft, hier nog met gasfabriek aan het Zuideinde

De buitenwijken komen er beduidend minder vanaf. Oldeman: ,,Bij de ontwikkeling van de moderne woonwijken is te weinig gelet op de samenhang met de binnenstad. Het is goed dat er steeds meer fietsroutes worden aangelegd en dat de tramlijn is doorgetrokken naar Tanthof.” Dat de lijn ook een vertakking moet krijgen naar de TU-wijk vindt hij ‘volstrekt logisch’ mits het financieel haalbaar is.

Ook in het aanbod van de sociale en culturele voorzieningen zijn de buitenwijken volgens beiden onderbedeeld. De TU-wijk vormt een geval apart. Oldeman: ,,Het is een meesterlijke zet geweest om de bibliotheek in dit gebied neer te zetten. Dat is een enorme trekker voor veel Delftenaren, vooral de technisch geschoolde. Ook wil ik de Aula noemen. Die is van de universiteit, maar heeft een veel grotere gebruiksfunctie. Hetzelfde geldt voor het Cultureel Centrum. Nu is het alleen voor de TU bestemd, maar eens breekt dat natuurlijk open.”

De achterstand die Delft had ten opzichte van andere steden wat culturele voorzieningen aangaat is de laatste tijd snel ingehaald. Desondanks zijn er ook minder postieve ontwikkelingen. Niet alleen de Eland is op de fles, ook het pas geopende Filmhuis Lumen heeft moeite om het hoofd boven water te houden. ,,Een trieste ontwikkeling”, reageert Winterink. ,,Ik kan geen politieke analyse maken van hoe het voorkomen had kunnen worden. Wel vind ik het belangrijk dat dit soort voorzieningen met veel moeite overeind moeten worden gehouden.”

Volgens Oldeman gaan dit soort zaken stapsgewijs. Hij is er echter nog niet van overtuigd dat de Eland definitief verloren is. De vraag is of de gemeente zich actiever moet opstellen. ,,Op het moment dat veel Delftenaren zich daar druk om maken en dat belangrijk vinden, dan moet de gemeente daar inderdaad actief in participeren.”

Relatief gezien geeft Delft niet bijzonder veel uit aan cultuur. ,,Er is weinig geld waarmee gespeeld of gestuurd kan worden”, vindt Oldeman. ,,Het zou mooi zijn om het vrij te besteden bedrag van 90.000 gulden te verhogen tot één à twee miljoen.” Dat geld zou niet gebruikt moeten worden voor de bestaande culturele infrastructuur, maar voor incidentele projecten.

Volgens hem moeten er de komende tijd keuzes worden gemaakt. ,,Je moet je onderscheiden van andere gemeenten. Dat kunnen wedoen door een link te leggen tussen cultuur en kennis. Ik noem het altijd de high tech in combinatie met de high touch. Dat is een prachtig onderwerp dat we in Delft moeten uitwerken.” (M.v.d.L.)

‘De Zaak Delft – Delftse zaken in ruimer verband’ start vanavond in het Techniek Museum. Thema: De openbare ruimte van de stad. Voorzitter is ir. Arnold Reijndorp. Reserveren: 015-2138311.

Mannus van der Laan

De viering van het 750-jarig bestaan van Delft zit er weldra op. ,,Een grote stap voorwaarts”, noemt Gertjan Oldeman het jaar op cultureel gebied. Samen met Karel Winterink vindt hij dat de lijn in de toekomst moet worden doorgetrokken. Beiden zijn betrokken bij ‘De Zaak Delft’, een drietal debatten over het wel en wee van deze stad in een ‘ruim verband’.


1 Oldeman en Winterink: ,,Geen Pompeï”

Nog tweeëneenhalve maand en Delft kan terugkijken op een bruisend jaar. Vanaf januari dreigt het merkbaar stiller te worden op straat en in de instellingen. Daarom een goed moment om pas op de plaats te maken en te kijken hoe het verder moet met de stad. Het Festivalbureau Delft 750 jaar Cultuurstad en Studium Generale organiseren daarom drie debatten met een keur aan sprekers.

Volgens Karel Winterink, namens het festivalbureau bij de organisatie betrokken, gaat het om een inventarisatie van meningen. ,,Een inzet is bijvoorbeeld om te onderzoeken wat we kunnen ondernemen om cultuur ook in de jaren hierna een gezicht te geven.” Het gaat echter niet alleen over cultuur, maar ook over de openbare ruimte en Delft als kennisstad.

Ingeklemd tussen de ‘cultuurbastionten’ Rotterdam en Den Haag is Delft volgens Gertjan Oldeman, voorzitter van Mooi Weer Spelen en in het dagelijks leven werkzaam bij TNO, een stad met een voorzieningenniveau dat niet uitkomt boven het gemiddelde van Nederlandse steden met een vergelijkbare grootte. ,,Als ik heel eerlijk ben: Delft is een beetje provinciaal, zonder dat als scheldwoord te gebruiken. Je kunt deze stad het beste vergelijken met Gouda, met dat verschil dat wij door de aanwezigheid van de TU en TNO een forse kennispoot hebben.”
Driedeling

Wat de openbare ruimte betreft maakt Winterink een driedeling: De Delftse Hout, de oude binnenstad en de buitenwijken. Over de Delftse Hout zijn beiden zeer te spreken. ,,Gezien het gebruik ervan heb ik de indruk dat het in hoge mate voldoet aan de wensen van de inwoners van deze stad”, zegt Oldeman.

Dat geldt min of meer ook voor de oude binnenstad. Die is volgens hem een ‘geweldige trekpleister’, een gezellige verblijfplaats waar het vooral ’s weekends veel drukker is dan op grond van het aantal voorzieningen verwacht mag worden.

Voor Winterink roept het de vraag op of de binnenstad koste wat het kost in de oude staat moet blijven. ,,Je moet je afvragen of daar ook moderniteiten in mogen plaatsvinden. Dat is een moeilijke discussie en dat moet zeker aan bod komen tijdens de debatten. Daarvoor hebben we ook een aantal sprekers uitgenodigd, onder andere wethouder Boelens en de heer Geus, directeur van VVV Zuid-Holland.”

Wat hem betreft hoef je niet alles te laten in de stijl zoals het is. ,,Je moet ook accenten durven leggen opnieuwigheden.” Kijkt hij met een scheef oog naar het veel geroemde voorbeeld van de stad Groningen? ,,Dat is inderdaad erg goed wat daar is gebeurd. Niet dat er hier nu meteen een opzienbarend museum moet worden gebouwd. Ook het voorbeeld van de Schutterstraat laat zien dat Delft nationaal en internationaal op de kaart kan komen.”

Oldeman sluit zich daar volledig bij aan. ,,We hebben met de binnenstad een prachtig podium. Als we die echter alleen maar zien als een monument of een groot museum dan mag je van mij die stad afschrijven, want dan heb je een soort Pompeï. De stad moet leven.”
Samenhang


2 Delft, hier nog met gasfabriek aan het Zuideinde

De buitenwijken komen er beduidend minder vanaf. Oldeman: ,,Bij de ontwikkeling van de moderne woonwijken is te weinig gelet op de samenhang met de binnenstad. Het is goed dat er steeds meer fietsroutes worden aangelegd en dat de tramlijn is doorgetrokken naar Tanthof.” Dat de lijn ook een vertakking moet krijgen naar de TU-wijk vindt hij ‘volstrekt logisch’ mits het financieel haalbaar is.

Ook in het aanbod van de sociale en culturele voorzieningen zijn de buitenwijken volgens beiden onderbedeeld. De TU-wijk vormt een geval apart. Oldeman: ,,Het is een meesterlijke zet geweest om de bibliotheek in dit gebied neer te zetten. Dat is een enorme trekker voor veel Delftenaren, vooral de technisch geschoolde. Ook wil ik de Aula noemen. Die is van de universiteit, maar heeft een veel grotere gebruiksfunctie. Hetzelfde geldt voor het Cultureel Centrum. Nu is het alleen voor de TU bestemd, maar eens breekt dat natuurlijk open.”

De achterstand die Delft had ten opzichte van andere steden wat culturele voorzieningen aangaat is de laatste tijd snel ingehaald. Desondanks zijn er ook minder postieve ontwikkelingen. Niet alleen de Eland is op de fles, ook het pas geopende Filmhuis Lumen heeft moeite om het hoofd boven water te houden. ,,Een trieste ontwikkeling”, reageert Winterink. ,,Ik kan geen politieke analyse maken van hoe het voorkomen had kunnen worden. Wel vind ik het belangrijk dat dit soort voorzieningen met veel moeite overeind moeten worden gehouden.”

Volgens Oldeman gaan dit soort zaken stapsgewijs. Hij is er echter nog niet van overtuigd dat de Eland definitief verloren is. De vraag is of de gemeente zich actiever moet opstellen. ,,Op het moment dat veel Delftenaren zich daar druk om maken en dat belangrijk vinden, dan moet de gemeente daar inderdaad actief in participeren.”

Relatief gezien geeft Delft niet bijzonder veel uit aan cultuur. ,,Er is weinig geld waarmee gespeeld of gestuurd kan worden”, vindt Oldeman. ,,Het zou mooi zijn om het vrij te besteden bedrag van 90.000 gulden te verhogen tot één à twee miljoen.” Dat geld zou niet gebruikt moeten worden voor de bestaande culturele infrastructuur, maar voor incidentele projecten.

Volgens hem moeten er de komende tijd keuzes worden gemaakt. ,,Je moet je onderscheiden van andere gemeenten. Dat kunnen wedoen door een link te leggen tussen cultuur en kennis. Ik noem het altijd de high tech in combinatie met de high touch. Dat is een prachtig onderwerp dat we in Delft moeten uitwerken.” (M.v.d.L.)

‘De Zaak Delft – Delftse zaken in ruimer verband’ start vanavond in het Techniek Museum. Thema: De openbare ruimte van de stad. Voorzitter is ir. Arnold Reijndorp. Reserveren: 015-2138311.

Mannus van der Laan

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.