Dinsdagmiddag half vier, sociëteit Alcuin. Twee heren lopen een volle zaal binnen voor een forumdiscussie over de toekomst van de studentenverenigingen.
Ex-Virgilaan, nu minister, Ritzen en rector Wakker mogen hun licht over het onderwerp laten schijnen.
,,Studentenverenigingen spelen een belangrijke rol in het leren omgaan met mensen, maar men moet zich wel realiseren dat dit ook te leren is buiten een studentenvereniging bijvoorbeeld op de universiteit door het werken in groepen”, aldus Ritzen, die zich niet vaak eerder over het onderwerp uitliet. Hij vindt dat verenigingen een duidelijke functie hebben in de eerste maanden van een beginnend student. Een vereniging kan helpen de brug te slaan tussen thuis wonen en het wonen in de universiteitsstad.
Ritzen: ,,De combinatie van opvang en het aansporen tot studeren van eerstejaars is een belangrijke taak voor studentenverenigingen.” Dat studenten juist niet studeren doordat zij lid zijn geworden bij een studentenvereniging vindt hij niet acceptabel. ,,Maar gelukkig is die tijd voorbij aan het gaan, en zijn er nu studiebegeleidingssystemen op vele verenigingen opgezet.”
,,Ik ken een buitengewoon grote rol toe aan de studentenverenigingen hier in Delft”, beaamt Wakker volmondig. Volgens hem bieden verenigingen studenten mogelijkheden om zich buiten de universiteit verder te ontplooien op het sociale vlak, maar ook op het gebied van cultuur en sport. Binnen de muren van een sociëteit kunnen een soort oefenpartijtjes gespeeld worden, waar men later veel aan heeft. ,,Het is mooi dat de Delftse studentenverenigingen een bepaalde ‘studentikoze’ waardigheid bewaren. Dat heeft stijl.”
Volgens Wakker houdt de TU in haar beleid bewust rekening met de verenigingen: ,,Door bijvoorbeeld bestuursbeurzen en een uniforme jaarindeling proberen wij de verenigingen te steuen bij het voortzetten van hun activiteiten ondanks de verzwaarde studiedruk.”
Ritzen is ervan overtuigd dat het studentenleven zal gaan veranderen. ,,Er wordt verwacht van studenten dat zij een grote motivatie voor hun studie hebben. Zij zullen bewust voor een studie moeten kiezen en zich er dan volledig voor inzetten”. Volgens hem wordt het steeds belangrijker voor studenten om hun studieactiviteiten en andere bezigheden te plannen. ,,Maar ik weet zeker dat over twintig jaar iemand van u hier op mijn stoel zit en een hele groep anderen in de zaal”, zegt Ritzen zelfverzekerd tegen het publiek.
Wakker reageert: ,,De wereld verandert, de universiteit verandert, waarom een studentenvereniging niet? Het is maar goed dat er af en toe wat verandert, anders zou het saai worden. Maar ik denk dat de basisbehoefte, gezelligheid,altijd zal blijven bestaan. De komende jaren moet er efficiënter gestudeerd worden. De ingenieur in mij is het daar helemaal mee eens, maar de filosoof zegt: kijk uit, je moet ook tijd hebben om over dingen na te denken en ze te laten bezinken. Dat nadenken kan best gebeuren tijdens een pilsje aan de bar. Verenigingen zullen moeten anticiperen op de wensen van hun leden bijvoorbeeld met studiebegeleidingssystemen”.
Een felle discussie blijft dus uit, alleen het laatste woord wordt een strijdpunt. Wakker denkt een mooie afsluiter gevonden te hebben met de woorden: ,,Ik geloof in de studentenverenigingen en ik hoop dat zij in hun eigen missie blijven geloven én hun stijl behouden.” Ritzen vindt echter dat hij daar nog wat aan toe te voegen heeft: ,,Ik geloof nog meer in de studenten zelf.”
Dinsdagmiddag half vier, sociëteit Alcuin. Twee heren lopen een volle zaal binnen voor een forumdiscussie over de toekomst van de studentenverenigingen. Ex-Virgilaan, nu minister, Ritzen en rector Wakker mogen hun licht over het onderwerp laten schijnen.
,,Studentenverenigingen spelen een belangrijke rol in het leren omgaan met mensen, maar men moet zich wel realiseren dat dit ook te leren is buiten een studentenvereniging bijvoorbeeld op de universiteit door het werken in groepen”, aldus Ritzen, die zich niet vaak eerder over het onderwerp uitliet. Hij vindt dat verenigingen een duidelijke functie hebben in de eerste maanden van een beginnend student. Een vereniging kan helpen de brug te slaan tussen thuis wonen en het wonen in de universiteitsstad.
Ritzen: ,,De combinatie van opvang en het aansporen tot studeren van eerstejaars is een belangrijke taak voor studentenverenigingen.” Dat studenten juist niet studeren doordat zij lid zijn geworden bij een studentenvereniging vindt hij niet acceptabel. ,,Maar gelukkig is die tijd voorbij aan het gaan, en zijn er nu studiebegeleidingssystemen op vele verenigingen opgezet.”
,,Ik ken een buitengewoon grote rol toe aan de studentenverenigingen hier in Delft”, beaamt Wakker volmondig. Volgens hem bieden verenigingen studenten mogelijkheden om zich buiten de universiteit verder te ontplooien op het sociale vlak, maar ook op het gebied van cultuur en sport. Binnen de muren van een sociëteit kunnen een soort oefenpartijtjes gespeeld worden, waar men later veel aan heeft. ,,Het is mooi dat de Delftse studentenverenigingen een bepaalde ‘studentikoze’ waardigheid bewaren. Dat heeft stijl.”
Volgens Wakker houdt de TU in haar beleid bewust rekening met de verenigingen: ,,Door bijvoorbeeld bestuursbeurzen en een uniforme jaarindeling proberen wij de verenigingen te steuen bij het voortzetten van hun activiteiten ondanks de verzwaarde studiedruk.”
Ritzen is ervan overtuigd dat het studentenleven zal gaan veranderen. ,,Er wordt verwacht van studenten dat zij een grote motivatie voor hun studie hebben. Zij zullen bewust voor een studie moeten kiezen en zich er dan volledig voor inzetten”. Volgens hem wordt het steeds belangrijker voor studenten om hun studieactiviteiten en andere bezigheden te plannen. ,,Maar ik weet zeker dat over twintig jaar iemand van u hier op mijn stoel zit en een hele groep anderen in de zaal”, zegt Ritzen zelfverzekerd tegen het publiek.
Wakker reageert: ,,De wereld verandert, de universiteit verandert, waarom een studentenvereniging niet? Het is maar goed dat er af en toe wat verandert, anders zou het saai worden. Maar ik denk dat de basisbehoefte, gezelligheid,altijd zal blijven bestaan. De komende jaren moet er efficiënter gestudeerd worden. De ingenieur in mij is het daar helemaal mee eens, maar de filosoof zegt: kijk uit, je moet ook tijd hebben om over dingen na te denken en ze te laten bezinken. Dat nadenken kan best gebeuren tijdens een pilsje aan de bar. Verenigingen zullen moeten anticiperen op de wensen van hun leden bijvoorbeeld met studiebegeleidingssystemen”.
Een felle discussie blijft dus uit, alleen het laatste woord wordt een strijdpunt. Wakker denkt een mooie afsluiter gevonden te hebben met de woorden: ,,Ik geloof in de studentenverenigingen en ik hoop dat zij in hun eigen missie blijven geloven én hun stijl behouden.” Ritzen vindt echter dat hij daar nog wat aan toe te voegen heeft: ,,Ik geloof nog meer in de studenten zelf.”
Comments are closed.