Vouwwagens met bloemetjesmotief Eén ding willen Carrus Plicatus-leden Remy van Rooijen en Lesley Eisinger benadrukken: zonder bloemetjesmotief op het doek is een vouwwagen geen echte vouwwagen.
De dertig jaar oude Camplet GT, drie jaar geleden bij de oprichting van deze ondervereniging van Wolbodo voor een prikkie op de kop getikt, voldoet aan die voorwaarde. Natuurlijk heeft de platte aanhangwagen met uitklapbare tent een oubollige uitstraling, erkent Van Rooijen, “maar het is leuk om er toch iets mee te doen. Bovendien is de Camplet GT het sportmodel onder de vouwwagens. Je hebt heel veel ruimte voor bier en bagage en je zet met heel weinig moeite een heel grote tent op.”
Eisinger: “In de jaren zeventig was ‘ie hip. Je trekt het framework eruit en met behulp van koppelstukken zet je ‘m zo op. In het cabriolet-achtige dak hangen een soort van kamertjes. De voorkamer heeft raampjes. Er zit ook een keukeninstallatie in. Je neemt je huis mee als het ware.”
Soms brengen de vijf leden er een weekend mee door op een camping vlakbij Delft. Van Rooijen: “Gezellig bij elkaar zitten in de tent. Spelletjes doen, jointje roken, bier drinken, eten koken, breien, macrameeën.” Eisinger: “Er ligt een typemachine in, om notulen uit te typen van een eventuele vergadering.”
De laatste tijd gaan ze weinig op pad. Carrus Plicatus (Latijn voor gevouwen kar) beschikt over één lid met rijbewijs en auto, maar zonder trekhaak. Eisinger: “We hebben de vouwwagen een keer lopend vanaf de stallingsruimte op de TU handmatig naar de infomarkt moeten sturen.” Ze hekelt de levendige handel op internet: “Klusjesmannen die de tent eruit slopen en er een ‘bakkie’ van maken. Ik vind dat echt niet kunnen.” (JT)
Eén ding willen Carrus Plicatus-leden Remy van Rooijen en Lesley Eisinger benadrukken: zonder bloemetjesmotief op het doek is een vouwwagen geen echte vouwwagen. De dertig jaar oude Camplet GT, drie jaar geleden bij de oprichting van deze ondervereniging van Wolbodo voor een prikkie op de kop getikt, voldoet aan die voorwaarde. Natuurlijk heeft de platte aanhangwagen met uitklapbare tent een oubollige uitstraling, erkent Van Rooijen, “maar het is leuk om er toch iets mee te doen. Bovendien is de Camplet GT het sportmodel onder de vouwwagens. Je hebt heel veel ruimte voor bier en bagage en je zet met heel weinig moeite een heel grote tent op.”
Eisinger: “In de jaren zeventig was ‘ie hip. Je trekt het framework eruit en met behulp van koppelstukken zet je ‘m zo op. In het cabriolet-achtige dak hangen een soort van kamertjes. De voorkamer heeft raampjes. Er zit ook een keukeninstallatie in. Je neemt je huis mee als het ware.”
Soms brengen de vijf leden er een weekend mee door op een camping vlakbij Delft. Van Rooijen: “Gezellig bij elkaar zitten in de tent. Spelletjes doen, jointje roken, bier drinken, eten koken, breien, macrameeën.” Eisinger: “Er ligt een typemachine in, om notulen uit te typen van een eventuele vergadering.”
De laatste tijd gaan ze weinig op pad. Carrus Plicatus (Latijn voor gevouwen kar) beschikt over één lid met rijbewijs en auto, maar zonder trekhaak. Eisinger: “We hebben de vouwwagen een keer lopend vanaf de stallingsruimte op de TU handmatig naar de infomarkt moeten sturen.” Ze hekelt de levendige handel op internet: “Klusjesmannen die de tent eruit slopen en er een ‘bakkie’ van maken. Ik vind dat echt niet kunnen.” (JT)
Comments are closed.