Campus

In de marge

Promotors van kruidenlikeur Zij zijn nu afgestudeerd, de meesten in luchtvaart- en ruimtevaarttechniek, maar vormen nog steeds een vriendenclubje. Ontstaan rond het dartbord op de gang van een studentenflat.

“De eerste drie jaar voerden we niets uit”, bekent Gertjan ‘Schaamluis’ Spierenburg. “Iedereen ging verhuizen, om aan serieus studeren toe te komen. Om elkaar toch te blijven zien, schreven we ons in 1999 in voor de Delftse dartcompetitie. We oefenden regelmatig, vooral omdat we het leuk vonden om elkaar in te maken. Zo zaten we nog drie avonden per week in de kroeg.”

Er moest een teamnaam worden verzonnen, vertelt Patrick ‘Platje’ Rijneveld, “maar alles bestond al. Het werd uiteindelijk ‘SOA’, een gevleugelde term op onze verdieping, voluit geschreven als Studie Ontwijkende Activiteiten. De competitieleider kortte dat al snel in tot SOA.” Spierenburg: “Daar kregen we héél veel reacties op als ‘daar heb je die studenten weer, met hun geslachtsziektes’. Dat je als studententeam in de gewone burgerwereld terechtkomt is eigenlijk al bijzonder. Dat zijn toch twee gescheiden werelden.”

Terwijl het achttal opklom naar de Delftse eredivisie, bleef de lol voorop staan. Het trof dat ze een vertegenwoordiger tegen het lijf liepen, op zoek naar een gezellig dartteam. Of ze Schrobbelèr, een kruidenlikeur uit Tilburg, wilden promoten. “We kregen een kistje flessen en namen naar uitwedstrijden steeds een ijskoude fles Shrobbelèr mee, plus een paar napjes. Na de wedstrijd gaven wij een proefrondje, ook voor de mensen aan de bar. Als het beviel vroegen we of de vertegenwoordiger mocht langskomen. Zo is het drankje langzaam over Delft verspreid. Nu doen we het alleen nog bij thuiswedstrijden, anders krijg je zo’n naam: ‘daar heb je die studenten weer met hun drankje’.” (JT)

Zij zijn nu afgestudeerd, de meesten in luchtvaart- en ruimtevaarttechniek, maar vormen nog steeds een vriendenclubje. Ontstaan rond het dartbord op de gang van een studentenflat. “De eerste drie jaar voerden we niets uit”, bekent Gertjan ‘Schaamluis’ Spierenburg. “Iedereen ging verhuizen, om aan serieus studeren toe te komen. Om elkaar toch te blijven zien, schreven we ons in 1999 in voor de Delftse dartcompetitie. We oefenden regelmatig, vooral omdat we het leuk vonden om elkaar in te maken. Zo zaten we nog drie avonden per week in de kroeg.”

Er moest een teamnaam worden verzonnen, vertelt Patrick ‘Platje’ Rijneveld, “maar alles bestond al. Het werd uiteindelijk ‘SOA’, een gevleugelde term op onze verdieping, voluit geschreven als Studie Ontwijkende Activiteiten. De competitieleider kortte dat al snel in tot SOA.” Spierenburg: “Daar kregen we héél veel reacties op als ‘daar heb je die studenten weer, met hun geslachtsziektes’. Dat je als studententeam in de gewone burgerwereld terechtkomt is eigenlijk al bijzonder. Dat zijn toch twee gescheiden werelden.”

Terwijl het achttal opklom naar de Delftse eredivisie, bleef de lol voorop staan. Het trof dat ze een vertegenwoordiger tegen het lijf liepen, op zoek naar een gezellig dartteam. Of ze Schrobbelèr, een kruidenlikeur uit Tilburg, wilden promoten. “We kregen een kistje flessen en namen naar uitwedstrijden steeds een ijskoude fles Shrobbelèr mee, plus een paar napjes. Na de wedstrijd gaven wij een proefrondje, ook voor de mensen aan de bar. Als het beviel vroegen we of de vertegenwoordiger mocht langskomen. Zo is het drankje langzaam over Delft verspreid. Nu doen we het alleen nog bij thuiswedstrijden, anders krijg je zo’n naam: ‘daar heb je die studenten weer met hun drankje’.” (JT)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.