Naar aanleiding van het interview met mij in Delta nr. 34 (‘Die reorganisatiekoers is met zekerheid de verkeerde’) zend ik u hierbij een naschrift.De maritieme sector krijgt in Nederland een enorme stimulans door de nieuwe beleidsvoorstellen die minister Jorritsma eind oktober door de Tweede Kamer heeft geloodst.
Tezamen met mijn Antwerpse collega prof. C. Peeters heb ik aan de wieg gestaan van dit nieuwe beleid.
De effecten hiervan zullen begin volgend jaar zichtbaar worden en ook een impuls kunnen geven aan de werkgelegenheid van maritiem ingenieurs in Nederland. De voortgaande sanering van de onderwijs- en onderzoekscapaciteit aan de TU Delft zou daarom alleen al gestopt moeten worden. Vandaar mijn voorstel tot verzelfstandiging van deze opleiding als noodzakelijk experiment en alternatief voor de bestaande reorganisatiecyclussen.
Ten slotte wil ik benadrukken dat in een universitaire omgeving, waar de druk van de markt niet gevoeld wordt, er geen blijvende impulsen bestaan voor de medewerkers om qua prestaties tot het uiterste te gaan. Dat is een probleem dat niet specifiek betrekking heeft op de medewerkers van mijn vakgroep, maritieme techniek, maar dat in principe voor alle faculteiten en universiteiten geldt.
Naar aanleiding van het interview met mij in Delta nr. 34 (‘Die reorganisatiekoers is met zekerheid de verkeerde’) zend ik u hierbij een naschrift.
De maritieme sector krijgt in Nederland een enorme stimulans door de nieuwe beleidsvoorstellen die minister Jorritsma eind oktober door de Tweede Kamer heeft geloodst. Tezamen met mijn Antwerpse collega prof. C. Peeters heb ik aan de wieg gestaan van dit nieuwe beleid.
De effecten hiervan zullen begin volgend jaar zichtbaar worden en ook een impuls kunnen geven aan de werkgelegenheid van maritiem ingenieurs in Nederland. De voortgaande sanering van de onderwijs- en onderzoekscapaciteit aan de TU Delft zou daarom alleen al gestopt moeten worden. Vandaar mijn voorstel tot verzelfstandiging van deze opleiding als noodzakelijk experiment en alternatief voor de bestaande reorganisatiecyclussen.
Ten slotte wil ik benadrukken dat in een universitaire omgeving, waar de druk van de markt niet gevoeld wordt, er geen blijvende impulsen bestaan voor de medewerkers om qua prestaties tot het uiterste te gaan. Dat is een probleem dat niet specifiek betrekking heeft op de medewerkers van mijn vakgroep, maritieme techniek, maar dat in principe voor alle faculteiten en universiteiten geldt.
Comments are closed.