Campus

De boedelscheiding tussen wetenschap en godsdienst

Fysische kennis laat volgens de natuurkundige Gerard Nienhuis volop ruimte voor godsdienstig geloof. Tijdens het debat ‘Fysica contra religie?’, vorige week in Mekelweg 10, stelde zijn vakgenoot Dennis Dieks dat wetenschap en godsdienst elkaar op sommige punten in de weg staan.

Afgeladen vol was het, vorige week dinsdag in het auditorium van Mekelweg 10 tijdens het debat over religie en wetenschap. Kennelijk leeft het onderwerp, want ook de voorgaande twee avonden in deze Studium Generale-reeks was het publiek massaal komen opdagen. Evenals toen probeerde een enthousiaste groep gelovigen voor aanvang, in de pauze en na afloop van de sessie christelijke lectuur aan de man te brengen.

,,Lange tijd gold de filosofie als de koningin der wetenschappen”, begon voorzitter prof.MSc. Joop Doorman, emeritus-hoogleraar filosofie aan de TU. Tegenwoordig is de wijsbegeerte een meer bescheiden plaats toegewezen en wordt de natuurkunde beschouwd als de meest fundamentele wetenschap. Sommigen stellen zelfs dat alles is te beschrijven in termen van fysische processen, ofwel ,,dat de enige stuff waaruit het heelal bestaat fysische stuff is”.

Aan de andere kant wees Doorman erop dat ook levensbeschouwing van fundamenteel belang is voor de mens. Antwoorden op levensbeschouwelijke vragen worden onder andere gegeven door godsdiensten. Deze hebben in het verleden ook uitspraken gedaan over het ontstaan en het functioneren van het heelal. Dat werpt de vraag op of beide zienswijzen wel met elkaar zijn te verenigen.

Volgens prof.dr. Dieks, hoogleraar in de filosofie van de natuurkunde in Utrecht, is het in principe mogelijk wetenschap en religie los van elkaar te zien. ,,Je kunt de wereld beschouwen als een fysisch geheel zoals beschreven is door de natuurwetten. Tegelijk kun je de wereld beschouwen vanuit het perspectief van de religie, dat er een bepaalde bedoeling aan ten grondslag ligt. Deze twee standpunten hoeven niet per definitie in strijd met elkaar te zijn. Net zomin het strijdig is dat we mensen zien als bewust handelende wezens en tegelijk aannemen dat ze gehoorzamen aan biochemische processen.”
Twijfel

Toch constateert Dieks dat religie en wetenschap niet helemaal los van elkaar staan. Er is een overlap. Er zijn punten waarop ze met elkaar in conflict komen, met name waar religie zich uitspreekt over hoe de wereld in elkaar steekt. De geschiedenis laat zien dat de christelijke godsdienst het niet bij het rechte eind had. ,,Als het vertrouwen van een gezag op één punt ondermijnd wordt”, redeneert hij, ,,dan ga je ook twijfelen aan dat gezag op andere punten, zelfs wanneer het gaat over ethische kwesties.”

Prof.dr. Nienhuis, verbonden aan de vakgroep moleculaire natuurkunde van de RU Leiden, trekt natuurwetenschappelijke kennisniet in twijfel. ,,Filosofen houden mij steeds voor dat er geen zekerheid bestaat, ook niet over de natuurwetenschappelijke kennis. Toch denk ik dat deze de meest zekere kennis is die ons ter beschikking staat. Maar natuurwetenschappelijke kennis is beperkte kennis. Slechts een klein deel van de menselijke vragen is te beantwoorden op basis van natuurwetenschappelijke kennis.”

Hij ging kort in op evolutie versus schepping, de klassieke discussie tussen wetenschap en godsdienst. Dat we een theorie hebben over het ontstaan van het leven op aarde zou in conflict zijn met het handelen van God die het leven heeft geschapen. Volgens Nienhuis beperkt het handelen van God in de joods-christelijke opvatting zich niet tot het begin, maar zou hij in alles de hand hebben. ,,Daarover kun je twisten”, zei hij, ,,maar niet over de betekenis ervan. Deze is niet in strijd met de beschrijving van het leven in termen van natuurlijke wetmatigheden. Daarom voel ik veel voor een complementaire visie.”

Religie zou zich op een totaal ander terrein bewegen dan wetenschap. Op vragen naar de zin en de betekenis van het leven, heeft de wetenschap geen antwoord. Nienhuis: ,,Religie is een vorm van levensbeschouwing, waarin wordt uitgegaan van een macht boven de mens. Als je dat afwijst en zegt dat de mens het hoogste gezag heeft op het wereldtoneel, dan heeft dat belangrijke consequenties. Dat betekent dat de mens zelf mag uitmaken wat hij doet.”
Gangster

In het daaropvolgende debat beargumenteerde Dieks dat een complementaire visie weliswaar te verdedigen is, maar dat er nogal wat haken en ogen aan zitten. Erg veel gelovigen, vooral in het buitenland, zouden die complementaire visie helemaal niet aanhangen. Hij hoorde onlangs nog een verhaal dat in Amerika een gangster een kerk was binnengedrongen, het pistool op de pastoor had gericht, maar de trekker niet had kunnen overhalen. Hij zou door God overmand zijn.

Als datgene wat er in de wereld gebeurt, vroeg Dieks zich af, zowel onderworpen is aan de natuurwetten als aan het handelen van God, wat moet hij zich dan bij het laatste voorstellen? ,,Ik begrijp niet wat er met ‘handelen’ van God wordt bedoeld. Het is zo’n vaag begrip. Als je vraagt wat het betekent, dan krijg je vaak als antwoord dat Gods wegen ondoorgrondelijk zijn.”

Nienhuis haakte in op het verhaal van de gangster. Deze zou inderdaad onderworpen zijn aan Gods handelen. ,,Het is echter een interpretatie. Het is het uiting geven aan dankbaarheid dat het zo is gegaan. Natuurlijk, alle uitspraken die een mens over God doet, moet je met een korreltje zout nemen, omdat deze niet strikt te bewijzen zijn. Het is altijd een interpretatie, maar het zou best waar kunnen zijn.”

Nienhuis bleef erop hameren dat er naast de natuurwetenschappelijke beschrijving van processen, vragen zijn te stellen over de bedoeling die er achter zit. Het één sluit het andere niet uit. Religieuze uitspraken zouden geen verklaring geven van verschijnselen als alternatief voor de natuurwetenschappelijke verklaring ervan.
Haarkloverijen

Doorman bracht naar voren dat er binnen de religieuze traditie wel degelijk claims zijn gemaakt over de aard van de fysische werkelijkheid. De meeste bleken ongeldig en de beslissing is altijd uitgevallen ten gunste van de natuurkunde. ,,De vraag is of het uitgangspunt correct is”, reageerde Nienhuis. ,,Je zou voorbeelden moeten noemen van situaties waarin een dergelijk conflict optrad.”

Dieks noemde de aanvaring van Galilei met de kerkelijke autoriteiten, omdat hij met Copernicus van mening was dat de aarde om de zon draait. Darwins evolutieleer viel evenmin goed bij godsdienstigen. Nienhuis: ,,Als daar een conflict wordt gesteld, dan is het van beide zijden een misverstand. Het beschrijven van de evolutie in wetenschappelijke termen is een geldig streven, maar in de praktijk moet blijken hoe ver je daarmee komt.”

Dieks liet weten dat hij moeite had met de boedelscheiding, vooral als beide zienswijzen in één hoofd zitten. Als voorbeeld noemde hij de verklaring voor het kwaad in de wereld. ,,Met een evolutionaire verklaring in termen van overlevingskansen, kom je een heel eind. Een verhaal waarin gesteld wordt dat er bedoelingen achter zitten, vind ik gekunsteld.”

De discussie verzandde in haarkloverijen over de betekenis van survival of the fittest, de vrije wil en het toeval. Zowel Dieks als Nienhuis bleven bij hun standpunten. Toch is het debatteren over het verband tussen wetenschap en religie altijd zinnig, besloot Doorman. Het leidt tot meer inzicht in de natuurkunde en het is tegelijk een soort moreel beraad.

Afgeladen vol was het, vorige week dinsdag in het auditorium van Mekelweg 10 tijdens het debat over religie en wetenschap. Kennelijk leeft het onderwerp, want ook de voorgaande twee avonden in deze Studium Generale-reeks was het publiek massaal komen opdagen. Evenals toen probeerde een enthousiaste groep gelovigen voor aanvang, in de pauze en na afloop van de sessie christelijke lectuur aan de man te brengen.

,,Lange tijd gold de filosofie als de koningin der wetenschappen”, begon voorzitter prof.MSc. Joop Doorman, emeritus-hoogleraar filosofie aan de TU. Tegenwoordig is de wijsbegeerte een meer bescheiden plaats toegewezen en wordt de natuurkunde beschouwd als de meest fundamentele wetenschap. Sommigen stellen zelfs dat alles is te beschrijven in termen van fysische processen, ofwel ,,dat de enige stuff waaruit het heelal bestaat fysische stuff is”.

Aan de andere kant wees Doorman erop dat ook levensbeschouwing van fundamenteel belang is voor de mens. Antwoorden op levensbeschouwelijke vragen worden onder andere gegeven door godsdiensten. Deze hebben in het verleden ook uitspraken gedaan over het ontstaan en het functioneren van het heelal. Dat werpt de vraag op of beide zienswijzen wel met elkaar zijn te verenigen.

Volgens prof.dr. Dieks, hoogleraar in de filosofie van de natuurkunde in Utrecht, is het in principe mogelijk wetenschap en religie los van elkaar te zien. ,,Je kunt de wereld beschouwen als een fysisch geheel zoals beschreven is door de natuurwetten. Tegelijk kun je de wereld beschouwen vanuit het perspectief van de religie, dat er een bepaalde bedoeling aan ten grondslag ligt. Deze twee standpunten hoeven niet per definitie in strijd met elkaar te zijn. Net zomin het strijdig is dat we mensen zien als bewust handelende wezens en tegelijk aannemen dat ze gehoorzamen aan biochemische processen.”
Twijfel

Toch constateert Dieks dat religie en wetenschap niet helemaal los van elkaar staan. Er is een overlap. Er zijn punten waarop ze met elkaar in conflict komen, met name waar religie zich uitspreekt over hoe de wereld in elkaar steekt. De geschiedenis laat zien dat de christelijke godsdienst het niet bij het rechte eind had. ,,Als het vertrouwen van een gezag op één punt ondermijnd wordt”, redeneert hij, ,,dan ga je ook twijfelen aan dat gezag op andere punten, zelfs wanneer het gaat over ethische kwesties.”

Prof.dr. Nienhuis, verbonden aan de vakgroep moleculaire natuurkunde van de RU Leiden, trekt natuurwetenschappelijke kennisniet in twijfel. ,,Filosofen houden mij steeds voor dat er geen zekerheid bestaat, ook niet over de natuurwetenschappelijke kennis. Toch denk ik dat deze de meest zekere kennis is die ons ter beschikking staat. Maar natuurwetenschappelijke kennis is beperkte kennis. Slechts een klein deel van de menselijke vragen is te beantwoorden op basis van natuurwetenschappelijke kennis.”

Hij ging kort in op evolutie versus schepping, de klassieke discussie tussen wetenschap en godsdienst. Dat we een theorie hebben over het ontstaan van het leven op aarde zou in conflict zijn met het handelen van God die het leven heeft geschapen. Volgens Nienhuis beperkt het handelen van God in de joods-christelijke opvatting zich niet tot het begin, maar zou hij in alles de hand hebben. ,,Daarover kun je twisten”, zei hij, ,,maar niet over de betekenis ervan. Deze is niet in strijd met de beschrijving van het leven in termen van natuurlijke wetmatigheden. Daarom voel ik veel voor een complementaire visie.”

Religie zou zich op een totaal ander terrein bewegen dan wetenschap. Op vragen naar de zin en de betekenis van het leven, heeft de wetenschap geen antwoord. Nienhuis: ,,Religie is een vorm van levensbeschouwing, waarin wordt uitgegaan van een macht boven de mens. Als je dat afwijst en zegt dat de mens het hoogste gezag heeft op het wereldtoneel, dan heeft dat belangrijke consequenties. Dat betekent dat de mens zelf mag uitmaken wat hij doet.”
Gangster

In het daaropvolgende debat beargumenteerde Dieks dat een complementaire visie weliswaar te verdedigen is, maar dat er nogal wat haken en ogen aan zitten. Erg veel gelovigen, vooral in het buitenland, zouden die complementaire visie helemaal niet aanhangen. Hij hoorde onlangs nog een verhaal dat in Amerika een gangster een kerk was binnengedrongen, het pistool op de pastoor had gericht, maar de trekker niet had kunnen overhalen. Hij zou door God overmand zijn.

Als datgene wat er in de wereld gebeurt, vroeg Dieks zich af, zowel onderworpen is aan de natuurwetten als aan het handelen van God, wat moet hij zich dan bij het laatste voorstellen? ,,Ik begrijp niet wat er met ‘handelen’ van God wordt bedoeld. Het is zo’n vaag begrip. Als je vraagt wat het betekent, dan krijg je vaak als antwoord dat Gods wegen ondoorgrondelijk zijn.”

Nienhuis haakte in op het verhaal van de gangster. Deze zou inderdaad onderworpen zijn aan Gods handelen. ,,Het is echter een interpretatie. Het is het uiting geven aan dankbaarheid dat het zo is gegaan. Natuurlijk, alle uitspraken die een mens over God doet, moet je met een korreltje zout nemen, omdat deze niet strikt te bewijzen zijn. Het is altijd een interpretatie, maar het zou best waar kunnen zijn.”

Nienhuis bleef erop hameren dat er naast de natuurwetenschappelijke beschrijving van processen, vragen zijn te stellen over de bedoeling die er achter zit. Het één sluit het andere niet uit. Religieuze uitspraken zouden geen verklaring geven van verschijnselen als alternatief voor de natuurwetenschappelijke verklaring ervan.
Haarkloverijen

Doorman bracht naar voren dat er binnen de religieuze traditie wel degelijk claims zijn gemaakt over de aard van de fysische werkelijkheid. De meeste bleken ongeldig en de beslissing is altijd uitgevallen ten gunste van de natuurkunde. ,,De vraag is of het uitgangspunt correct is”, reageerde Nienhuis. ,,Je zou voorbeelden moeten noemen van situaties waarin een dergelijk conflict optrad.”

Dieks noemde de aanvaring van Galilei met de kerkelijke autoriteiten, omdat hij met Copernicus van mening was dat de aarde om de zon draait. Darwins evolutieleer viel evenmin goed bij godsdienstigen. Nienhuis: ,,Als daar een conflict wordt gesteld, dan is het van beide zijden een misverstand. Het beschrijven van de evolutie in wetenschappelijke termen is een geldig streven, maar in de praktijk moet blijken hoe ver je daarmee komt.”

Dieks liet weten dat hij moeite had met de boedelscheiding, vooral als beide zienswijzen in één hoofd zitten. Als voorbeeld noemde hij de verklaring voor het kwaad in de wereld. ,,Met een evolutionaire verklaring in termen van overlevingskansen, kom je een heel eind. Een verhaal waarin gesteld wordt dat er bedoelingen achter zitten, vind ik gekunsteld.”

De discussie verzandde in haarkloverijen over de betekenis van survival of the fittest, de vrije wil en het toeval. Zowel Dieks als Nienhuis bleven bij hun standpunten. Toch is het debatteren over het verband tussen wetenschap en religie altijd zinnig, besloot Doorman. Het leidt tot meer inzicht in de natuurkunde en het is tegelijk een soort moreel beraad.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.