Vlak voor het paasweekend presenteerde D66 haar verkiezingsprogramma: veel onderwijs, veel onderzoek. De basisbeurs wordt een lening en de numerus fixus mag verdwijnen.
De democraten willen liefst 2,5 miljard euro extra investeren in onderwijs, onderzoek en innovatie, schrijven ze in het voorlopige verkiezingsprogramma, dat nog de goedkeuring van de leden moet krijgen. Want onderwijs beschouwen ze op alle niveaus als de motor van de samenleving.
In het hoger onderwijs willen ze opleidingen samenvoegen tot “brede bachelors” met allerlei afstudeerrichtingen en verschillende niveaus. Dat zou ervoor moeten zorgen dat studenten minder snel teleurgesteld raken en afhaken.
Verder wil de partij investeren in tweejarige hbo-programma’s (het associate degree), hbo-masters, honours programma’s en kleinschalige university colleges. Universitaire masters mogen allemaal twee jaar gaan duren. Ook ziet de partij iets in het professional doctorate: een soort hbo-promotie voor werkenden.
Dit wil D66 onder andere betalen door de basisbeurs te vervangen door een sociaal leenstelsel. Leningen mogen in twintig jaar worden terugbetaald, zodat de maandlasten iets lager zijn.
Zo willen de democraten ervoor zorgen dat iedereen zich kan ontplooien. In die denktrant past ook het afschaffen van de numerus fixus in het hoger onderwijs: geen maximumaantal studenten voor studies als geneeskunde, psychologie of fysiotherapie. In het programma staat niet of universiteiten en hogescholen hun studenten dan aan de poort mogen gaan selecteren, om de toevloed alsnog enigszins in te perken.
De financiering van onderzoek moet vooral eenvoudiger. De partij denkt aan één loket voor alle onderzoekssubsidies van alle ministeries. Daar zou in één moeite door ook eventuele co-financiering door de Europese Unie geregeld moeten worden.
Verder wil D66 voor de middelbare en lagere scholen meer leraren werven door verschillende salarissen te hanteren: wie in een achterstandswijk lesgeeft, moet meer verdienen. Hetzelfde geldt voor docenten in exacte vakken. Tegelijkertijd wil de partij, onder de noemer “innovatie in het lesgeven”, dat scholen “oud-leerlingen, onderzoekers, opgeleide ouders, praktijklectoren en bedrijven” bij het onderwijs gaan betrekken.
Ook wil de partij talenkennis stimuleren, want het bedrijfsleven “vraagt om werknemers die een e-mail kunnen versturen naar Spanje, een telefoongesprek kunnen voeren met de vestiging in Frankrijk en die een bestellijst kunnen controleren van een vracht uit Duitsland.”
De democraten willen liefst 2,5 miljard euro extra investeren in onderwijs, onderzoek en innovatie, schrijven ze in het voorlopige verkiezingsprogramma dat nog de goedkeuring van de leden moet krijgen. Onderwijs beschouwen ze op alle niveaus als de ‘motor van de samenleving’.
In het hoger onderwijs willen ze opleidingen samenvoegen tot ‘brede bachelors’ met allerlei afstudeerrichtingen en verschillende niveaus. Dat zou ervoor moeten zorgen dat studenten minder snel teleurgesteld raken en afhaken.
Verder wil de partij investeren in tweejarige hbo-programma’s (de associate degree), hbo-masters, honours-programma’s en kleinschalige university colleges. Universitaire masters mogen allemaal twee jaar duren. Ook ziet de partij iets in het professional doctorate: een soort hbo-promotie voor werkenden.
Dit wil D66 onder andere betalen door de basisbeurs te vervangen door een sociaal leenstelsel. Leningen mogen in twintig jaar worden terugbetaald, zodat de maandlasten iets lager zijn.
Zo willen de democraten ervoor zorgen dat iedereen zich kan ontplooien. In die denktrant past ook het afschaffen van de numerus fixus in het hoger onderwijs: geen maximum aantal studenten voor studies als geneeskunde, psychologie of fysiotherapie. In het programma staat niet of universiteiten en hogescholen hun studenten dan aan de poort mogen selecteren, om de toevloed alsnog enigszins in te perken.
De financiering van onderzoek moet vooral eenvoudiger. De partij denkt aan één loket voor alle onderzoekssubsidies van alle ministeries. Daar zou in één moeite door ook eventuele co-financiering door de Europese Unie geregeld moeten worden.
Verder wil D66 voor de middelbare en lagere scholen meer leraren werven door verschillende salarissen te hanteren: wie in een achterstandswijk lesgeeft, moet meer verdienen. Hetzelfde geldt voor docenten in exacte vakken. Tegelijkertijd wil de partij, onder de noemer ‘innovatie in het lesgeven’, dat scholen ‘oud-leerlingen, onderzoekers, opgeleide ouders, praktijklectoren en bedrijven’ bij het onderwijs betrekken.
Ook wil de partij talenkennis stimuleren, want het bedrijfsleven ‘vraagt om werknemers die een e-mail kunnen versturen naar Spanje, een telefoongesprek kunnen voeren met de vestiging in Frankrijk en die een bestellijst kunnen controleren van een vracht uit Duitsland.’
Comments are closed.