Opinie

[Column] Thuis studeren

Nu studenten massaal thuis moeten studeren, blijken ze dat best te kunnen, constateert Noor van Driel. Maar nu wordt het een kwestie van volhouden.

Noor van Driel. (Foto: Sam Rentmeester)

Als je in mijn oude studentenhuis zei dat je van plan was thuis te gaan studeren, lieten mijn huisgenoten hun scepsis blijken door te antwoorden met iets dat ze waarschijnlijker achtten dat je op je kamer ging doen. Het rijmt op thuis studeren. Ik wil daar verder geen uitspraak over doen, maar concentratie was thuis inderdaad ver te zoeken. Vandaar ook dat je iedere tentamenperiode bij de UB mensen in de rij ziet staan voor het privilege van een tafel en een stoel, terwijl de meesten die toch thuis ook wel zullen hebben.

Dat aanhoudende studieplekkentekort is bij deze opgelost, want nu we allemaal wel moeten, blijkt het best te kunnen. Er zit toch echt een limiet aan het aantal planten dat je water kunt geven, nieuwsapps waar je doorheen kunt scrollen en potjes Tetris dat je kunt spelen nu er niemand over je schouder mee kijkt. Een limiet aan de creatieve lunches die je in elkaar kunt draaien en kijken of er iemand online is op houseparty. Aan een frisse neus halen, want dat moet van de minister. Aan tellen hoeveel kuikens er nog voor de deur zwemmen; sterftestatistieken schijnen in trek te zijn tegenwoordig. Goed, die limiet blijkt voor mij behoorlijk rekkelijk te zijn, maar gelukkig heeft niet iedereen zo’n belabberde discipline als ik.

Stress onder studenten, ook mooi van de agenda geveegd

Vrienden van me hebben hun eerste tentamens op afstand gehad, dat gaat wonderbaarlijk prima. Ze lijken hooguit iets makkelijker te zijn, hoewel dat ook kan komen omdat het een stuk moeilijker is om gestrest te zijn met je sloffen aan en je nespresso bij de hand, ver weg van het  angstzweet van je medestudenten. Stress onder studenten, nog zo’n aanhoudend probleem, ook mooi van de agenda geveegd.

Inmiddels zitten we op (hoogstens) een derde van de thuis-onderwijsperiode, en dat vind ik toch best deprimerend. De nieuwigheid is er wel weer van af. Nu is het tijd voor de lange adem, terwijl we natuurlijk juist massaal kortademig zijn. In de krant en op televisie wordt er al veel gediscussieerd over het einde van de maatregelen. Waar we ons drie weken geleden nog ontpopten tot mensen die iets voor mensen willen doen, zijn we inmiddels vooral mensen die íéts willen doen.

Voor medewerkers met kinderen hoop ik dat de scholen snel weer open mogen. Ik heb zelf ook een huisgenoot die ieder half uur vermaakt wenst te worden met spelletjes (ze is zesentwintig), dus ik kan sympathiseren.

Voor mezelf hoop ik alleen maar, egoïstisch genoeg, dat ik deze zomer nog op een terras kan zitten. En mijn moeder, die bij de GGD werkt en dus de modelburger uithangt, een knuffel kan geven. Want na een maand thuis, met gesloten deuren, kan ik concluderen: de hel dat ben je toch echt zelf.

Noor van Driel is aan het afstuderen bij systems & control (faculteit 3mE). Ze doet graag mee aan pubquizzen, maar ze heeft nog nooit gewonnen.

Noor van Driel / Columnist

Schrijver Opinie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

opinie.delta@tudelft.nl

Comments are closed.