Onderwijs

Bussemaker: effecten leenstelsel nog onduidelijk

Ze kreeg veel kritiek te verduren, maar minister Bussemaker ziet voorlopig geen aanleiding om het leenstelsel aan te passen. Wel moeten kwetsbare studenten betere voorlichting krijgen.

Eigenlijk vindt de minister dat het debat over het vorig jaar ingevoerde leenstelsel te vroeg komt. De structurele effecten van het afschaffen van de basisbeurs zullen pas over een jaar of vier duidelijk zijn, verwacht ze.

Dat er in september veel minder eerstejaars naar het hoger onderwijs kwamen, verklaart ze deels met het ‘boeggolfeffect’: veel studenten namen in 2013 en 2014 geen tussenjaar om het recht op de studiebeurs te behouden. Verder ging het wat beter op de arbeidsmarkt en kozen meer mbo’ers voor een baan in plaats van een studie. En ook de hogere eisen van de pabo schrokken studenten af.

Slechts een klein deel van de daling kan worden verklaard door het afschaffen van de basisbeurs en bijbehorende leenangst. Gelet op de voorlopige aanmeldingscijfers voor het volgende studiejaar, die een groei van vier tot vijf procent voorspellen, verwacht Bussemaker dat de dip tijdelijk zal zijn.

De discussie over het leenstelsel leidt volgens haar af van de werkelijke problemen. Bijvoorbeeld de “enorme” uitval van mbo’ers in het eerste jaar en het lage studiesucces van mannelijke allochtone studenten. Met de opbrengsten van het leenstelsel hoopt ze daar verbetering in te kunnen brengen, onder meer door hun begeleiding te intensiveren en door mbo-instellingen en hogescholen beter te laten samenwerken.

Ze hamerde op het belang van goede voorlichting over bijvoorbeeld de aanvullende beurs. En noemde het een misverstand dat studenten met ouders die modaal verdienen daar niet voor in aanmerking komen. Dat komen ze wel, zeker als ze meerdere studerende broers en zussen hebben.

En de gehandicapten dan, wilden veel Kamerleden weten. Die gingen ook minder vaak studeren. Vroeger kregen ze een jaar extra basisbeurs! Bovendien varieert de toeslag die ze kunnen krijgen per gemeente: van 42 tot 340 euro per maand. Ook de steun uit het profileringsfonds van hun instelling verschilt sterk.

Bussemaker noemde het “ronduit onwenselijk” dat het aantal eerstejaars met een handicap is teruggelopen. Betere voorlichting over het ‘profileringsfonds’ kan er misschien iets aan verbeteren.

CDA en SP vroegen in een motie om vaste bedragen voor steun aan gehandicapten, maar daar ziet Bussemaker weinig in: “De ene student met een functiebeperking is de andere niet.” Toch heeft ze de universiteiten en hogescholen gevraagd duidelijker te rapporteren over de uitkeringen uit het fonds, “en een bandbreedte van 200 tot 300 euro per maand aan te houden”.

Ook ontraadde ze de motie van deze partijen om de verantwoordelijkheid voor de toeslagen aan gehandicapten over te hevelen van de gemeenten naar DUO. Wel zegde ze toe dat ze op korte termijn een gesprek heeft met Expertisecentrum Handicap en Studie, decanen en instellingen, om te kijken wat de problemen zijn waar studenten met een functiebeperking tegenaan lopen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.