Onderwijs

Brein-app, antibiotica-practicum of DNA-les

Drie teams zijn in de race voor de Academische Jaarprijs. Naast de juryprijs van honderdduizend euro, kunnen ze een reportage in wetenschapsprogramma Labyrint winnen. Wie wil, kan meestemmen.


De Academische Jaarprijs gaat sinds 2005 naar het beste plan om wetenschappelijk onderzoek toegankelijk te maken voor een groot publiek. Een onafhankelijk jury kiest het winnende team, dat een ton krijgt om zijn ‘communicatieplan’ te realiseren. Maar ook de winnaars van de publieksprijs krijgen de kans om hun onderzoek onder de aandacht te brengen: het VPRO/NTR-programma Labyrint zal er een reportage over maken.


Van de dertien teams zijn er drie doorgedrongen tot de finale op 26 oktober: een van het Leids Universitair Medisch Centrumdat middelbare scholieren wil interesseren voor DNA, een team van de Universiteit Maastrichtdat een ‘brein-app’ wil bouwen waarbij met behulp van augmented reality duidelijk kan worden gemaakt hoe de hersenen werken en een team van de Universiteit Leidendat een goedkoop practicum voor scholieren over antibiotica ontwikkelde.


Er kan tot 26 oktober 18.00 gestemd worden.

Dat blijkt uit nieuw onderzoek van het Centrum voor Hoger Onderwijs Informatie (CHOI). Voorheen vielen de oordelen van gehandicapte studenten moeilijk met die van anderen te vergelijken. De steekproef van de Nationale Studenten Enquête was te klein om per opleiding te kijken of hun visie afweek. Maar nu zijn er veel meer studenten ondervraagd.

Negatiever
Er zijn maar een paar onderwerpen waar studenten met een functiebeperking iets negatiever over oordelen dan andere studenten. Dat zijn de studielast, studieroosters, informatievoorziening, studiefaciliteiten en toetsing. Het gaat telkens om een of twee tienden van een rapportcijfer, heeft het CHOI becijferd in opdracht van de stichting Handicap + studie.

Kritischer
Op andere onderwerpen als studieprogramma en voorbereiding op het beroep oordelen gehandicapte studenten slechts een verwaarloosbare 0,08 punten lager dan hun medestudenten. Ze zijn dus kritischer over de randvoorwaarden van opleidingen. Voor gehandicapte studenten zijn die nu eenmaal belangrijker dan voor anderen.

Positiever
Volgens de onderzoekers is ‘grotere onvrede’ onder studenten met een handicap ‘geen onvermijdelijk natuurverschijnsel’. Zo zijn ze in bepaalde sectoren positiever dan hun medestudenten over de inhoud van hun opleiding en de rol van wetenschappelijke vaardigheden. Ze zijn dus ‘niet per definitie de moeilijke doelgroep waarvoor ze soms worden aangezien’.

Nadenken
De onderzoekers speculeren dat gehandicapten juist door hun beperking beter nadenken over hun vervolgopleiding dan andere studiekiezers. Opleidingen die de knelpunten goed aanpakken ‘krijgen daar gunstige oordelen over het onderwijs zelf voor terug’.

Grootschalig/kleinschalig
In het wetenschappelijk onderwijs scoort een massastudie als rechten slecht onder gehandicapten, terwijl de kleinschalige opleiding fiscaal recht het bij hen op alle punten juist beter doet. Daar is het kennelijk minder lastig om de organisatorische problemen te ondervangen.

Waardering
De universiteiten van Wageningen (6,99) en Twente (6,83) krijgen van gehandicapte studenten de meeste waardering. In Twente zijn ze zelfs enthousiaster dan de overige studenten. In Wageningen valt, ondanks de hoge waardering, nog iets te winnen: niet-gehandicapte studenten zijn namelijk nog positiever. De TU Delft staat elfde in de lijst met een score van 6.01, vlak na de universiteiten van Utrecht en Tuilburg, die elk een 6,03 scoren.

In het hbo krijgt de HAS Den Bosch de meeste waardering van gehandicapte studenten. Maar daar geven de overige studenten zelfs nog 0,15 rapportpunten hoger, dus het resultaat kan nog beter.

Bij ArtEZ hogeschool voor de kunsten oordelen gehandicapten maar liefst 0,3 punten lager dan anderen. Die hogeschool staat bij hen dan ook onder in de ranglijst van tevredenheid aan middelgrote en grote hogescholen.

Intake
Overigens gaat het volgens gehandicapte studenten iets beter met de intake en informatievoorziening van hogescholen en universiteiten dan voorheen. Vooral hogescholen hebben zich op dit punt verbeterd. Toch komt hun rapportcijfer op deze punten nog altijd niet boven een zes min. De universiteiten scoren slechts een kwart puntje hoger. Het blijven nog altijd de twee grootste knelpunten voor gehandicapte studenten.

Dyslectici hebben de hoogste waardering voor de intake, terwijl studenten met psychische problemen er minder waardering voor hebben. Het begrip van docenten en medewerkers is in alle gevallen ongeveer even hoog.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.