Onderwijs

Boze reacties op heroverwegingen

Ondoordacht, rampzalig voor de kwaliteit van het onderwijs en desastreus voor de toegankelijkheid. De hogescholen en universiteiten, inclusief de TU Delft, zien niets in de voorstellen van de werkgroep Heroverwegingen. Ook Delftse studenten laten zich horen.

In het rapport van de werkgroep Heroverwegingen worden verschillende bezuinigingsplannen geopperd. De belangrijkste zijn collegegeldverhoging, de basisbeurs vervangen door een lening en efficiënter werken.
De HBO-raad en universiteitenkoepel VSNU noemen de plannen in een reactie ‘rampzalig’. “Het is vreemd dat de studenten in alle gevallen meer betalen en er niet of nauwelijks meer onderwijs voor terugzien”, zegt Doekle Terpstra, voorzitter van de HBO-Raad.

Volgens de organisaties valt bovendien op efficiëntie in het onderwijs nauwelijks winst te behalen. “Het onderwijs is al jaren efficiënt en leidt steeds meer studenten op voor steeds minder geld. Positieve resultaten vragen om inspanning, niet om een goedkoper productieproces.”

TU-collegevoorzitter Dirk Jan van den Berg kan zich ‘geheel vinden in de reactie van de VSNU’, ook op het punt van de efficiëntie. “Als je ziet hoe hard hier wordt gewerkt – en ik denk dat dit voor andere universiteiten net zo hard opgaat – vind ik het bijna een belediging voor de mensen die hier werken.”
Waar de TU Delft volgens Van den Berg ook ‘met veel zorg’ naar kijkt, zijn de plannen voor innovatie en onderzoek. “Juist de technische universiteiten met hun toepassingsgeïnspireerd onderzoek zijn erg afhankelijk van een bedrijfsleven dat met innovatie bezig kan zijn. Als daar ook op beknibbeld moet worden, dan snijd je voor jezelf wegen af.”

Ook uit de Delftse studentenpolitiek klinkt gemor. Vrijdag publiceerden de studentenraad en de studentenvakbond VSSD een opiniestuk in de Volkskrant waarin zij pleitten voor meer investeringen in de techniek. “Er ligt door de manier van financiering meer nadruk op het aantal studenten dat afstudeert dan op hun kwaliteit. Als dit zo doorgaat, is instroombeperking het enige redmiddel om de kwaliteit te waarborgen. Dit strookt niet met de ingezette lijn om technologisch onderwijs te promoten en meer studenten aan te trekken.”

In groepsgesprekken gingen medewerkers van Bouwkunde dieper in op het werken met flexibele werkplekken. Hieronder enkele passages uit die gesprekken.

• “We zaten vier maanden in tenten, we zijn natuurlijk allang blij.”

• “(…) hoewel ik niet echt de voordelen van het flexwerken zie. Ik zit in een goede ruimte, ik kan me goed concentreren en ik kan rustig zitten in de bibliotheek.”

• “Alles wat (…) op de universiteit staat heb ik thuis ook. Waarom zou ik in godsnaam hier op de faculteit werken?”

• “Als ik nu een ruimte binnenkom, zeg ik niet meer tegen iedereen ‘goedendag’ of haal ik voor iedereen koffie.”

• Medewerkers Diensten die voor gesprekken met studenten gebruikmaken van één spreekkamertje geven aan dat het ‘gewoon niet gezond is’, om op een plek te zitten waar geen ventilatie of zonlicht is, in ‘het zelfmoordkamertje’.

• “Je hoort iemand verderop de groetjes doen aan iemand anders, dat stoort. Ik heb eigenlijk twee klachten. Ten eerste, je hoort te veel dingen die je niet wilt horen. Ten tweede, je hoort te weinig. We moeten om samen te werken heel dicht bij elkaar gaan zitten om elkaar goed te kunnen verstaan.”

• “Mijn kast is op een andere verdieping. Ik moet een trap op, een stilteruimte door. Ook is het vijftig meter lopen naar de kluisjes. Op zich kom je zo wel weer eens mensen tegen, wat ook leuk is.”

• “Oh, die afdelingen bestaan ook nog.”

• “We hebben acht plekken en werken met 20 á 25 mensen. Dan moeten we wel in de stilteruimte zitten.”

• “Ik moet nu als docent met al mijn spullen naar een groepje studenten toe om onderzoek met hen te bespreken. Dat voelt alsof de piano naar het pianokrukje toe moet.”

• “Vroeger stond altijd de computer aan, om bijvoorbeeld even snel mijn mail te checken tussendoor. Nu moet ik dat ding altijd achter me aanslepen.”

• “Als team hebben we nergens een plek om te communiceren. In de zomer vonden de gesprekken plaats bij mij thuis, in de eetkamer. Dat werd mijn partner ook wel een keer zat.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.