Hoe zwakker hun onderzoek, hoe minder psychologen bereid zijn hun gegevens te delen. Dat concludeert Jelte Wichterts, een criticaster van het eerste uur die al jaren waarschuwt tegen het gebrek aan openheid in de psychologie.
In 2005 al probeerde hij de onderzoeksdata op te vragen die ten grondslag lagen aan 141 psychologische artikelen in vier belangrijke tijdschriften. Bijna driekwart van de onderzoekers weigerde de data toe te sturen.
Waarom zouden ze weigeren? Samen met twee collega’s nam Wicherts nu de statistiek achter 49 artikelen van deze artikelen onder de loep. Van 21 onderzoeken kreeg hij de data toegestuurd, maar zelfs na aandringen bleef de rest in gebreke.
Als wetenschappers geen zin hebben hun data te delen, blijkt er meestal ook iets te schorten aan hun statistische analyses. Het gaat om verkeerde afrondingen en verdachte spreiding van resultaten. In een aantal gevallen spoorden de uitkomsten van Wicherts analyses niet met het gerapporteerde resultaat.
Wicherts vindt dat de wetenschap strenger zou moeten toezien op het delen van data. Maar de redacteur van het wetenschappelijke tijdschrift dat Wicherts artikel heeft gepubliceerd (PLoS One) oppert een andere mogelijkheid: laat iemands bereidheid tot het delen van data meewegen bij het verdelen van onderzoeksgeld. Wie zijn data niet deelt, krijgt wat haar betreft voortaan geen geld meer.
Vorige week liet de TU al weten dat Patijn wordt benoemd tot ‘supervisor TU-campus’. Afgelopen donderdag presenteerde de gemeente Delft Patijn als de nieuwe Delftse stadsbouwmeester.
Patijn, voormalig rijksbouwmeester, is volgens de gemeente ‘een gezaghebbende autoriteit op het gebied van architectuur en heeft een uitgesproken visie op stedelijke projecten’. Als stadsbouwmeester wordt ‘dé spil tussen marktpartijen, de ambtelijke organisatie en het gemeentebestuur’.
Discussie
“De Delftse stadsbouwmeester gaat bijdragen aan een hoge kwaliteit van stedenbouw en architectuur in Delft, stimuleert de discussie hierover in de stad, draagt bij aan snellere en betere ontwikkeling van projecten en zet zich in voor het verder uitbouwen van het welstandsbeleid”, schrijft de gemeente in een persbericht. Patijn gaat op 1 januari 2011 als stadsbouwmeester aan de slag. In april 2012 vindt een evaluatie plaats.
Samenhang
In een reactie zei Patijn: “Delft is een unieke stad. Haar historische centrum is bijzonder authentiek, vriendelijk en dynamisch. Ik vind dat elk nieuw gebouw passend moet zijn en ook een bijdrage aan de stad moet leveren. Wat mij betreft zijn gebouwen die alleen maar zich zelf staan te wezen, niet goed. Het gaat om de samenhang met de stad. Dat kan overigens in allerlei bouwstijlen. Kwaliteit staat vooraan en niet de architectuuropvatting”.
Verguld
Wethouder Pieter Guldemond (Ruimtelijke Ordening) op zijn beurt is erg verguld dat Patijn de nieuwe functie op zich neemt: “Ik ben ontzettend trots dat een autoriteit als Wytze Patijn onze allereerste Delftse stadsbouwmeester is. Ons grondgebied is grotendeels bebouwd, wat betekent dat de komende bouwprojecten voornamelijk in een bestaande bebouwde omgeving voorkomen – een bestaande omgeving die gekenmerkt wordt door monumentale en reeds intensieve bebouwing. Architectuurbeleid is nodig om bouwprojecten in deze complexe omgeving op een goede manier in de stad te laten inpassen. Zeker nu we in de stad veel grote projecten hebben. De stadsbouwmeester kan een belangrijke rol spelen bij het maken van een masterplan voor de Technologische Innovatie Campus Delft (TIC-Delft) in Delft zuid-oost.”

Comments are closed.