De universiteitsraad van de TU vreest polarisatie en arbeidsonrust als het kabinet zijn plannen voor de bestuurshervorming van de universiteiten doorzet.
Dit schrijft het presidium van de raad aan de Tweede Kamer en minister Ritzen, in een poging het politieke debat over de hervormingswet te beïnvloeden.
Eind deze maand beginnen in Den Haag de eerste rondes van het overleg tussen minister en Kamer over de wet Modernisering universitaire bestuursstructuur (MUB). Die wet is door minister Ritzen in september gelanceerd. Een eerste poging van de Delftse u-raad om de wet van commentaar te voorzien strandde eind november. Daarna is het aan het presidium van de raad overgelaten om een reactie op te stellen.
De raad vreest voor polarisatie en arbeidsonrust, omdat de MUB het gezamenlijk bestuur door college en gekozen vertegenwoordigers van personeel en studenten afschaft en vervangt door medezeggenschap. Daarmee zal de nadruk komen te liggen op belangenbehartiging, zo schrijft het presidium.
De u-raad geeft de minister er stevig van langs: ,,Het wetsvoorstel is niet gebaseerd op een zorgvuldige analyse.” Bovendien zorgt het niet voor ,,een draagvlak voor het beleid dat binnen de universiteit moet worden uitgevoerd”. Via een democratische bestuursvorm worden, aldus de brief, besluiten beter onderbouwd en van draagvlak voorzien. Dat is een ‘noodzakelijke voorwaarde’ binnen een organisatie met veel professionals.
Als een universiteitsraad geen echte bevoegdheden meer heeft, zoals het begrotingsrecht en het vaststellen van het Instellingsplan, zal dat draagvlak wegvallen. De minister bijt zich daarmee in de staart, zo suggereert de brief, want het is juist ,,steun vanuit de organisatie die de uitvoering van besluiten versnelt”.
De raad kan wel leven met de voorstellen van de MUB om de vakgroepen op te heffen en de decaan eindverantwoordelijk te maken voor het bestuur van de faculteit, maar ,,hiervoor is een wijziging van de bestuursstructuur niet noodzakelijk”. (R.M.)
De universiteitsraad van de TU vreest polarisatie en arbeidsonrust als het kabinet zijn plannen voor de bestuurshervorming van de universiteiten doorzet. Dit schrijft het presidium van de raad aan de Tweede Kamer en minister Ritzen, in een poging het politieke debat over de hervormingswet te beïnvloeden.
Eind deze maand beginnen in Den Haag de eerste rondes van het overleg tussen minister en Kamer over de wet Modernisering universitaire bestuursstructuur (MUB). Die wet is door minister Ritzen in september gelanceerd. Een eerste poging van de Delftse u-raad om de wet van commentaar te voorzien strandde eind november. Daarna is het aan het presidium van de raad overgelaten om een reactie op te stellen.
De raad vreest voor polarisatie en arbeidsonrust, omdat de MUB het gezamenlijk bestuur door college en gekozen vertegenwoordigers van personeel en studenten afschaft en vervangt door medezeggenschap. Daarmee zal de nadruk komen te liggen op belangenbehartiging, zo schrijft het presidium.
De u-raad geeft de minister er stevig van langs: ,,Het wetsvoorstel is niet gebaseerd op een zorgvuldige analyse.” Bovendien zorgt het niet voor ,,een draagvlak voor het beleid dat binnen de universiteit moet worden uitgevoerd”. Via een democratische bestuursvorm worden, aldus de brief, besluiten beter onderbouwd en van draagvlak voorzien. Dat is een ‘noodzakelijke voorwaarde’ binnen een organisatie met veel professionals.
Als een universiteitsraad geen echte bevoegdheden meer heeft, zoals het begrotingsrecht en het vaststellen van het Instellingsplan, zal dat draagvlak wegvallen. De minister bijt zich daarmee in de staart, zo suggereert de brief, want het is juist ,,steun vanuit de organisatie die de uitvoering van besluiten versnelt”.
De raad kan wel leven met de voorstellen van de MUB om de vakgroepen op te heffen en de decaan eindverantwoordelijk te maken voor het bestuur van de faculteit, maar ,,hiervoor is een wijziging van de bestuursstructuur niet noodzakelijk”. (R.M.)

Comments are closed.