Onderwijs

Beleid gevaarlijke stoffen aangescherpt

Voordat ze met gevaarlijke stoffen mogen werken, moeten TU-medewerkers een veiligheidsrapport invullen. Dat moet gezondheids- en veiligheidsrisico’s beperken.

Sinds vijf jaar geef ik een vak waarin studenten leren een afstudeerdervoorstel te schrijven. Dit vak heeft mij ook veel geleerd. Zo leeft onder veel studenten het idee dat er een afruil is tussen de academische waarde en het praktische (lees: bedrijfsmatige) nut van een afstudeerscriptie. Dan blijkt ook dat veel studenten dit ogenschijnlijke dilemma oplossen door te kiezen voor de praktische waarde van hun magnum opus. Studenten zijn er erg op gesteld om hun ‘klant’, dat wil zeggen de fysieke plek waar ze hun afstuderen, tevreden te stellen. Al kan dat ook te maken hebben met de financiële vergoeding die soms ontvangen wordt.

De afruil tussen wetenschap en praktijk is verkeerd, of eigenlijk, niet-bestaand. Immers: ‘Nothing as practical as a good scientific theory’, zei Kurt Lewin ooit. Met een goede scriptie snijdt het mes aan twee kanten. Het geeft inzicht in de wetenschappelijke kwaliteit en haalbaarheid van een bestaande theorie en het levert gevalideerde informatie op die van nut is voor een organisatie. Het is de uitdaging voor de student om beiden kanten met elkaar te verzoenen en op een hoger plan te brengen. Maar deze dialectische spanning wordt door weinig studenten begrepen en door nog minder opgelost.

Het toenemende multidisciplinaire karakter van veel masteropleidingen maakt de zaak er niet beter op. Hoewel multidisciplinariteit op zichzelf verdedigbaar is, betekent dat een master die niet in het verlengde van de bachelor ligt, niet al te diepgravend kan zijn. Bij het afstuderen wordt dit probleem ‘opgelost’ door dan maar de praktische kant van de scriptie te benadrukken. De breedte van de studie komt dan tot uitdrukking in de praktische waarde ervan maar voegt vervolgens wetenschappelijk weinig toe.

Dit is geen pleidooi om afstudeerders alleen maar wetenschappelijke uitdagingen als afstudeeronderwerp te laten kiezen. Bedrijfskundige en maatschappelijke problemen kunnen zeer geschikt zijn als afstudeeronderwerp al is het alleen maar omdat veel organisaties juist graag iemand willen hebben die vanuit een academisch perspectief naar hun problematiek kan kijken. Praktische kennis hebben ze zelf genoeg en als dat voldoende was geweest dan hadden ze ook geen universiteit benaderd om hen te helpen. Studenten die toch blijven hangen in het praktische geef ik vaak het advies om in de envelop met de scriptie die naar de afstudeerorganisatie gestuurd wordt een factuur bij te voegen. Immers, de student heeft dan een prangend organisatorisch probleem opgelost maar niets toegevoegd aan de wetenschap. Dat noemen wij consultancy.

De ironie gebiedt mij wel te zeggen dat veel studenten in het begin van hun afstuderen de ambitie neerleggen om een volledig nieuw model te ontwikkelen. De daarop volgende verzachtende woorden van de begeleiders slaat dan meestal volledig om in een voorstel dat vol zit met termen als ‘operationeel’ en ‘implementatie’. Misschien dat de vraag naar het beoogde academische karakter van hun scriptie meegenomen kan worden bij ‘selectie aan de poort’-gesprekken. Ik heb na vijf jaar geleerd dat het antwoord daarop gebruikt kan worden om te bepalen of studenten geschikt zijn voor het wetenschappelijk onderwijs.

Patrick van der Duin is toekomstonderzoeker bij de sectie technology, strategy and entrepeneurship van de faculteit Techniek, Bestuur en Management. 

Op zo’n zogeheten safety assessment sheet moeten medewerkers die met gevaarlijke stoffen willen werken onder meer aankruisen welke risico’s het gebruik van een bepaalde stof met zich meebrengt, en welke maatregelen daartegen genomen worden.

De faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW) werkt al langer met deze methode. Net als het ‘gassenteam’ bij TNW, dat nu ook op de hele campus aan de slag gaat. Dat team is speciaal getraind om gasflessen veilig aan te sluiten en te verwijderen.

De maatregelen zijn onderdeel van een groter pakket waarmee de universiteit haar gevaarlijke-stoffenbeleid, opgesteld in 2002, wil aanscherpen. Dat is nodig, omdat kennis en regelgeving in de loop der jaren zijn veranderd. Samen moeten de maatregelen ervoor zorgen dat de risico’s van gevaarlijke stoffen van tevoren beter kunnen worden ingeschat, de logistiek rondom deze stoffen verbetert en voornamelijk kankerverwekkende en vruchtbaarheidsbeïnvloedende stoffen (CMR-stoffen) altijd worden geregistreerd.

Daarom moeten alle gevaarlijke stoffen gemeld worden bij de unit logistiek en milieu. Die afdeling moet ook alle gevaarlijke afvalstoffen op de campus afvoeren, en grote hoeveelheden opslaan. Volgens arbo- en milieuadviseur Annemarie van de Vusse is dat laatste op de campus nog niet altijd goed geregeld. “De opslag voldoet niet overal aan de vereisten, bijvoorbeeld omdat er te grote hoeveelheden aanwezig zijn.”

De unit logistiek en milieu moet in de toekomst ook voorlichting geven aan risicogroepen als schoonmakers en bedrijfshulpverleners. Maar het kan ook nodig zijn zwangeren van extra informatie te voorzien.

Mede om gerichte voorlichting te geven, gaat de unit veligheid en milieu personen registreren die met CMR-stoffen werken. Het gebruik van deze stoffen wordt in het onderwijs aan eerste- en tweedejaars studenten verder teruggebracht.

De noodzaak tot registratie voor medewerkers die met andere gevaarlijke stoffen dan CMR-stoffen in aanraking komen, zal beoordeeld worden op basis van een risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) of door de veiligheidsinspectie.

Studenten worden per studierichting en per studiejaar geregistreerd. ‘Daar waar bij een onverhoopt incident toch blootstelling aan gevaarlijke stoffen plaatsvindt, volgt registratie volgens het Protocol blootstelling gevaarlijke stoffen’, meldt het collegebesluit. Dat wordt daarna opgenomen in het medisch dossier van de betrokkene.

De voorgestelde aanscherping van het gevaarlijke stoffenbeleid moet nog besproken worden door de ondernemingsraad.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.