Onderwijs

Bedrijfsreserves dalen in ’95 fors

De TU-begroting voor 1995 signaleert dat de faculteiten en het IRI zestien miljoen gulden meer besteden dan er beschikbaar komt. Omdat dit in 1994 ook al gebeurde, dalen de bedrijfsreserves fors.

In de begroting wordt gezegd dat medio volgend jaar ,,belangrijke financiële ingrepen” aan de universiteitsraad zullen worden voorgesteld.

De reserves dalen met name bij Elektrotechniek, Industrieel Ontwerpen, Lucht- en Ruimtevaart, Scheikunde en Werktuigbouw en Maritieme Techniek. Lucht en Ruimtevaart komt zelfs in de rode cijfers terecht, en heeft een bedrijfsplan gemaakt dat in 1997 weer een positief jaarresultaat moet opleveren.

De vrij beschikbare algemene bedrijfsreserves van de TU dalen van 30,7 miljoen naar 17,9 miljoen gulden. Het college van bestuur zegt dit een zorgelijke ontwikkeling te vinden. Het beleid van de instelling is erop gericht om aan het eind van deze eeuw een bedrijfsreserve te hebben van ongeveer twintig miljoen gulden. Maar met de nu bekende gegevens kan voorspeld worden dat dit bedrag rond de 9,3 miljoen uitkomt. Dit kan nog een paar miljoen meevallen, maar ,,het is gewenst de ontwikkelingen van de financiële situatie op de korte termijn nader te bezien”, zegt het cvb. ,,Want in het algemeen is het weerstandsniveau om financiële tegenvallers op te vangen niet erg hoog.” Wat tegenvallers betreft, moet gedacht worden aan teruglopende studentenaantallen, de bezuinigingen van het ‘paarse’ kabinet en de huisvesting.

De ‘redding’ zou moeten komen van het sterk opvoeren van de derde geldstroom, geld dat de universiteit ‘verdient’ door bijvoorbeeld contractonderzoek voor het bedrijfsleven. Volgens de strategienota moet deze geldstroom de komende drie jaar groeien van negentig naar 150 miljoen gulden. Op dat punt is dan nog veel werk aan de winkel, want in de begroting voor ’95 plannen de faculteiten en het IRI samen niet meer dan vier miljoen aan extra derde-geldstroombaten.

Onder andere om de derde geldstroom verder aan te jagen is in de begroting een bedrag van twee miljoen gereserveerd om uitvoering te geven aan het strategieplan. De opstellers van de begroting menen dat ,,er reden is om aan te nemen dat er voor onze universiteit ruimte moet zijn tot vergroting van de derde-geldstroom”. Met de Katholieke Universiteit Brabant en de TU Eindhoven financiert de TU Delft van alle Nederlandse universiteiten het kleinste deel van de onderzoekinzet – gemeten in het wetenschappelijk personeel dat ermee gemoeid is – uit de derde geldstroom.

De begroting biedt geen oplossing voor de inrichting van de nieuwbouw van het Muzisch Centrum. De MC-leiding krijgt de gevraagde één miljoen dus niet. Gesuggereerd wordt daarvoor de vier ton te gebruiken die als ‘onvoorzien’ in de bouwbegroting is opgenomen, aangevuld met een ton uit de MC-reserve. Maar de u-raad zal daar kritisch tegenover staan, en de cvb-voorzitter heeft al eens gezegd ‘geen doedelzakken uit de bouwbegroting te willen financieren’.

Ook is nog niets gedaan aan achterstallige investeringen om Arbo-wetgeving en milieumaatregelen uit te voeren. Berekend is dat enige tientallen miljoenen guldens nodig zijn voor het brandveilig maken van gebouwen, het opruimen van asbest, het vervangen van zuurkasten, het schoonmaken van de bodem en het verbeteren van klimaat- en ventilatieinstallaties. Volgens de begroting is het onontkoombaar dat hiervoor in de toekomst ,,relatief aanzienlijke bedragen” worden gereserveerd. (R.M.)

Richard Meijer


Faculteit Lucht- en Ruimtevaart: in de rode cijfers

De TU-begroting voor 1995 signaleert dat de faculteiten en het IRI zestien miljoen gulden meer besteden dan er beschikbaar komt. Omdat dit in 1994 ook al gebeurde, dalen de bedrijfsreserves fors. In de begroting wordt gezegd dat medio volgend jaar ,,belangrijke financiële ingrepen” aan de universiteitsraad zullen worden voorgesteld.

De reserves dalen met name bij Elektrotechniek, Industrieel Ontwerpen, Lucht- en Ruimtevaart, Scheikunde en Werktuigbouw en Maritieme Techniek. Lucht en Ruimtevaart komt zelfs in de rode cijfers terecht, en heeft een bedrijfsplan gemaakt dat in 1997 weer een positief jaarresultaat moet opleveren.

De vrij beschikbare algemene bedrijfsreserves van de TU dalen van 30,7 miljoen naar 17,9 miljoen gulden. Het college van bestuur zegt dit een zorgelijke ontwikkeling te vinden. Het beleid van de instelling is erop gericht om aan het eind van deze eeuw een bedrijfsreserve te hebben van ongeveer twintig miljoen gulden. Maar met de nu bekende gegevens kan voorspeld worden dat dit bedrag rond de 9,3 miljoen uitkomt. Dit kan nog een paar miljoen meevallen, maar ,,het is gewenst de ontwikkelingen van de financiële situatie op de korte termijn nader te bezien”, zegt het cvb. ,,Want in het algemeen is het weerstandsniveau om financiële tegenvallers op te vangen niet erg hoog.” Wat tegenvallers betreft, moet gedacht worden aan teruglopende studentenaantallen, de bezuinigingen van het ‘paarse’ kabinet en de huisvesting.

De ‘redding’ zou moeten komen van het sterk opvoeren van de derde geldstroom, geld dat de universiteit ‘verdient’ door bijvoorbeeld contractonderzoek voor het bedrijfsleven. Volgens de strategienota moet deze geldstroom de komende drie jaar groeien van negentig naar 150 miljoen gulden. Op dat punt is dan nog veel werk aan de winkel, want in de begroting voor ’95 plannen de faculteiten en het IRI samen niet meer dan vier miljoen aan extra derde-geldstroombaten.

Onder andere om de derde geldstroom verder aan te jagen is in de begroting een bedrag van twee miljoen gereserveerd om uitvoering te geven aan het strategieplan. De opstellers van de begroting menen dat ,,er reden is om aan te nemen dat er voor onze universiteit ruimte moet zijn tot vergroting van de derde-geldstroom”. Met de Katholieke Universiteit Brabant en de TU Eindhoven financiert de TU Delft van alle Nederlandse universiteiten het kleinste deel van de onderzoekinzet – gemeten in het wetenschappelijk personeel dat ermee gemoeid is – uit de derde geldstroom.

De begroting biedt geen oplossing voor de inrichting van de nieuwbouw van het Muzisch Centrum. De MC-leiding krijgt de gevraagde één miljoen dus niet. Gesuggereerd wordt daarvoor de vier ton te gebruiken die als ‘onvoorzien’ in de bouwbegroting is opgenomen, aangevuld met een ton uit de MC-reserve. Maar de u-raad zal daar kritisch tegenover staan, en de cvb-voorzitter heeft al eens gezegd ‘geen doedelzakken uit de bouwbegroting te willen financieren’.

Ook is nog niets gedaan aan achterstallige investeringen om Arbo-wetgeving en milieumaatregelen uit te voeren. Berekend is dat enige tientallen miljoenen guldens nodig zijn voor het brandveilig maken van gebouwen, het opruimen van asbest, het vervangen van zuurkasten, het schoonmaken van de bodem en het verbeteren van klimaat- en ventilatieinstallaties. Volgens de begroting is het onontkoombaar dat hiervoor in de toekomst ,,relatief aanzienlijke bedragen” worden gereserveerd. (R.M.)

Richard Meijer


Faculteit Lucht- en Ruimtevaart: in de rode cijfers

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.