Campus

Battle of Ideas

Wie heeft het beste idee om bij te dragen aan een duurzamere ontwikkeling in de wereld? Drie studententeams namen het in de finale van de Battle of Ideas tegen elkaar op.

Bedenk een sociaal-innovatieve oplossing die bijdraagt aan het oplossen van de meest hardnekkige problemen in de wereld. Dat was in een notendop de ambitieuze opdracht voor de studentenwedstrijd Battle of Ideas, ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de afdeling Wotro Science for Global Development (Wotro) binnen de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). De prijs? 1500 Euro per teamlid. Twee Delftse teams schopten het samen met een samengesteld team van de Universiteit Twente en de Wageningen Universiteit tot de finale op 15 oktober in het Museum voor Communicatie in Den Haag, waar ze hun ideeën pitchten.


“In India plegen jaarlijks duizenden boeren zelfmoord uit wanhoop,” begint Ryan Helmer, TU-masterstudent sustainable energy technology zijn betoog. “De opbrengsten van hun land zijn vaak niet genoeg om een gezin te onderhouden. Het gebrek aan een stabiel inkomen is een groot probleem in arme plattelandsgemeenschappen in India. De vraag is: hoe kunnen deze boeren hun eigen middelen en kunde gebruiken om genoeg inkomsten te generen om hun gezin te bieden wat het nodig heeft?”


De Battle of Ideas begon afgelopen zomer met een matchmaking evenement om studenten aan elkaar te koppelen. Groepen van twee tot vijf bachelor en/of masterstudenten uit verschillende disciplines gingen op zoek naar innovatieve oplossingen voor specifieke mondiale problemen. Twaalf teams dienden een projectvoorstel in, waaruit er drie werden geselecteerd voor de finale. In een pitch van vijf minuten moesten zij het publiek, dat later de winnaar bepaalt, overtuigen van de haalbaarheid en relevantie van hun idee.


Brandstof maken van landbouwafval

Samen met Vidyut Mohan, ook masterstudent sustainable energy technology en Piet-Jan Schipper, masterstudent system engineering, policy analysis and management, bedacht Helmer een manier om de Indiaanse boeren een stabiel inkomen te bieden. Het antwoord ligt volgens hen in het gebruik van torrefaction, een nieuwe techniek waarmee van biomassa brandstof wordt gemaakt. Hierdoor kan landbouwafval, zoals rijstkaf (het velletje van rijstkorrels) worden gebruikt als energiebron.

Torrefaction houdt in dat biomassa eerst wordt geroosterd, en dan wordt samengeperst tot korrels. “De boeren kunnen deze brandstof gebruiken om op te koken,” vervolgt Helmer. “Het voordeel is dat er in tegenstelling tot bijvoorbeeld petroleum geen giftige gassen vrijkomen. Bovendien concurreert het niet met de voedselketen en absorbeert het geen water, waardoor het lang opgeslagen kan worden.” Dat laatste is vooral belangrijk voor het businessplan dat de studenten bedacht hebben.


Helmer: “We willen een corporatie oprichten, waaraan boeren hun landbouwafval geven. Die corporatie zet die biomassa dan met behulp van een installatie om in pellets.” Pellets zijn cilinders van geperste biomassa die je in kachels, ketels, fornuizen of barbecues kunt gebruiken. “Boeren kunnen deze ophalen of de brandstof kan worden verkocht aan bijvoorbeeld de industrie, waardoor de boeren een inkomen krijgen. Doordat de pellets lang kunnen worden opgeslagen, functioneert dit als een economische stabilisator in tijden van slechte oogst.”


Het drietal reist in februari 2015 naar India om de haalbaarheid van hun idee te onderzoeken.


Straatverlichting op zonne-energie

“Vrouwen kunnen in de stad Kabwe in Zambia in het donker niet veilig over straat,” vertelt Frederique de Groen, derdejaars student industrieel ontwerpen. “Onder andere overvallen zijn er een groot probleem.” Om de veiligheid op straat te vergroten heeft het team, dat verder bestaat uit Wietske Scholtens, bachelor werktuigbouwkunde en Sharon van Luik, derdejaars student technische bestuurskunde, op zonne-energie werkende lantarenpalen bedacht. “We volgen alle drie de minor international entrepreneurship and development. Daarvoor waren we al bezig met het bedenken van een oplossing voor dit maatschappelijke probleem,” zegt Wietske Scholtens. “De local council in Kabwe gaf aan iets met duurzame energie te willen. Wij hebben het idee verder uitgewerkt.”


Het is niet alleen de bedoeling dat de straten worden verlicht, het drietal heeft het concept verder uitgebreid met een extra accu voor andere toepassingen. “De energie uit de tweede accu is bedoeld voor mensen die investeren in de straatlantaarns. Zo wordt investeren interessanter, zelfs voor mensen die weinig te besteden hebben,” zegt Sharon van Luik in de pitch. “We hebben geen nieuwe techniek bedacht. Straatlantaarns op zonne-energie bestaan al. Wat wij doen, is er een sociaal-innovatief concept van maken.”


“We gaan daar niet de lamp neerzetten en dan weer weg,” vult Scholtens aan. “We willen dit samen met de lokale bevolking doen. Daarom moeten we uitzoeken of ze überhaupt wel zitten te wachten op deze lantaarns. Kunnen we ze lokaal produceren? En hoe zorgen we ervoor dat het project verder gaat als wij er weer weg zijn?” Op 5 november zijn de drie studentes naar Zambia gevlogen om antwoorden te krijgen op deze vragen, als onderdeel van hun minor.


Prijs

Na de pitches mocht het aanwezige publiek beslissen welk team er met de geldprijs vandoor gaat. De twee TU-teams vielen helaas niet in de prijzen.


“Ons concept heeft veel potentie en perspectief” aldus Piet-Jan Schipper. “Het probleem is dat het een vrij technisch verhaal is en ik heb  eerder van dit soort wedstrijden gemerkt dat simpele technieken makkelijker worden begrepen door het publiek.” Vidyut Mohan was enigszins teleurgesteld. “We konden het geld goed gebruiken voor onze reis naar India, maar we gaan sowieso in februari drie maanden die kant op om te kijken of ons idee haalbaar is en of het geïmplementeerd kan worden. Ryan en ik doen dat als onderdeel van onze master.”


Ook het andere TU-team baalde: “Het is jammer dat we niet gewonnen hebben. We wilden graag een exemplaar van de lamp maken daar, maar zonder het prijzengeld wordt het lastig dit daadwerkelijk te realiseren,” zegt Wietske Scholten. 

Gedroogd fruit

“Boeren in Afrika moeten hun verse seizoensproducten vaak allemaal op hetzelfde moment verkopen,” aldus Marisol Amador van het winnende team. “Hierdoor is er op bepaalde momenten een overschot en krijgen boeren een lage prijs voor hun product. Op andere momenten is er juist schaarste. Veel voedsel wordt verspeeld doordat deze boeren niet de middelen hebben om producten goed te bewaren en te vervoeren.”

Het winnende team, bestaande uit vier studentes van de Wageningen Universiteit en de Universiteit Twente, ziet kans om dit te veranderen door middel van het drogen van rijpe groenten en fruit. “Zo kunt je deze producten langer bewaren en heb je het hele jaar door voedingsrijke landbouwproducten tot je beschikking,” aldus Camilla Ponte uit Italië, die aan de Wageningen Universiteit International Development Studies doet.

Het team bedacht een sms-systeem, waardoor ruilhandel tussen de boeren beter mogelijk wordt. Daarnaast biedt de verkoop van deze producten de mogelijkheid tot het verdienen van een inkomen. Oluwaseyi Aladade uit Nigeria, die ook in Wageningen studeert: “Boeren hebben geen geld om te investeren in dure technologie. Met het drogen van groenten en fruit maakt men simpelweg gebruik van de zon. Dit kan een oplossing zijn voor een groot wereldwijd probleem.”


 

Over WOTRO

“Wotro is een dochterorganisatie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), die wetenschappelijk onderzoek in de tropen financiert,” zegt hoogleraar hydrologie, prof.dr.ir. Huub Savenije van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen. Savenije is als lid van het Wotro Board mede verantwoordelijk voor strategie en beleid.

“Oorspronkelijk richtte Wotro zich met name op geografisch, demografisch, landbouwtechnisch en biologisch onderzoek in de tropen. Dat stamt uit het Nederlandse koloniale verleden. Men deed bijvoorbeeld veel onderzoek in Indonesië. Door de jaren heen is de maatschappelijke relevantie steeds prominenter geworden. Dit loopt in gelijke pas met onze kijk op ontwikkelingssamenwerking. Dat richt zich ook steeds meer op duurzame ontwikkeling. Door Wotro gefinancierd wetenschappelijk onderzoek focust zich nu meer op maatschappelijk of duurzaamheid relevant onderzoek. Het sluit bijvoorbeeld aan bij de millennium goals van de Verenigde Naties.”


 


Zelf heeft Savenije met financiering van Wotro onderzoek gedaan naar de manieren waarop kleinschalige boeren in Oost-Afrika hun land op een duurzame manier kunnen gebruiken, waardoor tevens hun productie verhoogd kan worden. Nu werkt hij mee aan wetenschappelijk onderzoek op het gebied van het verwijderen van arsenicum uit drinkwater in Bangladesh en het hergebruik van water in Mozambique. “De naam Wotro zal bachelor- en masterstudenten waarschijnlijk niet zoveel zeggen,” zegt Savenije.” “Maar ik krijg regelmatig vragen van studenten over de mogelijkheden voor onderzoek in de tropen. Wotro financiert geen onderzoek van bachelor of masterstudenten, maar ik raad hen die hierin geïnteresseerd zijn aan om uit te zoeken welke onderzoeken er lopen en om eens te kijken of ze zich kunnen aansluiten bij dergelijke onderzoek. Ik probeer zelf altijd een aantal studenten te betrekken bij onderzoeksprojecten. Voor promovendi is Wotro zeker interessant.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.