Met armsteun Armon kunnen mensen met een handicap door een spierziekte weer een kopje vastpakken of aan hun eigen hoofd krabben. Hij is door vijf TU-studenten gemaakt en gaat volgend jaar in productie.
De armsteun die studenten werktuigbouwkunde en industrieel ontwerpen ontwikkelden, bestaat uit een stangenmechanisme voor de zijkant van een rolstoel en een kastje ter hoogte van het wiel van die rolstoel. Hierin zit een verenmechanisme met instelmotor, dat het gewicht van de arm compenseert. De armsteun komt halverwege 2005 op de markt, voor zo’n vijfduizend euro.
De uitvinding is specifiek bedoeld voor mensen met een spierziekte. Zij kunnen vaak nog wel hun hand bewegen, maar hebben geen kracht meer om hun arm te op te tillen. De armsteun van de studenten is een vervolg op een instrument van universitair docent dr. Just Herder van de sectie mens-machinesystemen (OCP), dat was bedoeld voor een robotarm: een ‘massa’ op het uiteinde van een staaf. Die massa bleef in alle standen in evenwicht, doordat twee veren altijd de juiste tegenkracht boden. “Vergelijk het met een spoorboom of een ophaalbrug die een contragewicht hebben”, zegt Herder. “Alleen had mijn instrument een contraveer in plaats van een contragewicht.”
Toen de Vereniging Spierziekten Nederland van zijn onderzoek hoorde, vroeg ze Herder zijn ‘statisch balancerende robotarm’ te gebruiken voor een armsteun. Maar aan de eerste versie van die armsteun mankeerde van alles. Zo konden gebruikers wel een kom soep optillen, maar de soep niet boven hun schoot opeten – het bereik was niet groot. Bovendien was het compensatiemechanisme niet goed in te stellen op de individuele gebruiker.
Samen met universitair hoofddocent Richard Goossens van de sectie applied ergonomics and design (IO) besloot Herder afstudeerders samen te laten werken aan deze problemen. Zo maakte student Tonko Antonides een fitting (het gedeelte van de armsteun waarin de onderarm ligt). Door gebruik te maken van de zwaartekracht maakte hij een automatische sluiting, die weer is op te heffen door de arm op een speciale plek op de armleuning te leggen. Student Pieter Lucieer maakte een nieuw veercompensatiemechanisme, zodat gebruikers van de steun kunnen kiezen of ze meer compensatie willen (bij het vasthouden van een kopje, bijvoorbeeld), minder compensatie, of terugwillen naar de standaard instelling.
IO-studente Sabine Gal werkte aan de vormgeving van het apparaat en ondervroeg meer dan vijftien patiënten naar hun wensen. Daaruit bleek dat mensen liever niet een al te opvallend ontwerp hebben voor hun rolstoel.
Het werk van Gal was in het begin best moeilijk, doordat ze geen duidelijk beeld had van wat ze moest ontwerpen. Aan de andere kant had ze daardoor invloed op het ontwerpproces. “Het stangmechanisme was in eerste instantie recht. Maar ik vond het beter bij de stoel passen als daar een kromming in zat. Werktuigbouwkundestudente Wendy van Stralen berekende vervolgens of dat mogelijk was.”
Met het uiteindelijke resultaat kunnen patiënten weer aan hun hoofd kriebelen of zichzelf opmaken. Volgens Herder is dat één van de criteria die mensen met een spierziekte belangrijk vinden. “Je kunt aan iemand vragen op je hoofd te krabben te krabben, maar die zit er altijd net naast.”
Met het armsteunontwerp van vijf afstudeerders kunnen mensen met een handicap door een spierziekte weer zelfstandig soep eten, of zich opmaken.
De armsteun die studenten werktuigbouwkunde en industrieel ontwerpen ontwikkelden, bestaat uit een stangenmechanisme voor de zijkant van een rolstoel en een kastje ter hoogte van het wiel van die rolstoel. Hierin zit een verenmechanisme met instelmotor, dat het gewicht van de arm compenseert. De armsteun komt halverwege 2005 op de markt, voor zo’n vijfduizend euro.
De uitvinding is specifiek bedoeld voor mensen met een spierziekte. Zij kunnen vaak nog wel hun hand bewegen, maar hebben geen kracht meer om hun arm te op te tillen. De armsteun van de studenten is een vervolg op een instrument van universitair docent dr. Just Herder van de sectie mens-machinesystemen (OCP), dat was bedoeld voor een robotarm: een ‘massa’ op het uiteinde van een staaf. Die massa bleef in alle standen in evenwicht, doordat twee veren altijd de juiste tegenkracht boden. “Vergelijk het met een spoorboom of een ophaalbrug die een contragewicht hebben”, zegt Herder. “Alleen had mijn instrument een contraveer in plaats van een contragewicht.”
Toen de Vereniging Spierziekten Nederland van zijn onderzoek hoorde, vroeg ze Herder zijn ‘statisch balancerende robotarm’ te gebruiken voor een armsteun. Maar aan de eerste versie van die armsteun mankeerde van alles. Zo konden gebruikers wel een kom soep optillen, maar de soep niet boven hun schoot opeten – het bereik was niet groot. Bovendien was het compensatiemechanisme niet goed in te stellen op de individuele gebruiker.
Samen met universitair hoofddocent Richard Goossens van de sectie applied ergonomics and design (IO) besloot Herder afstudeerders samen te laten werken aan deze problemen. Zo maakte student Tonko Antonides een fitting (het gedeelte van de armsteun waarin de onderarm ligt). Door gebruik te maken van de zwaartekracht maakte hij een automatische sluiting, die weer is op te heffen door de arm op een speciale plek op de armleuning te leggen. Student Pieter Lucieer maakte een nieuw veercompensatiemechanisme, zodat gebruikers van de steun kunnen kiezen of ze meer compensatie willen (bij het vasthouden van een kopje, bijvoorbeeld), minder compensatie, of terugwillen naar de standaard instelling.
IO-studente Sabine Gal werkte aan de vormgeving van het apparaat en ondervroeg meer dan vijftien patiënten naar hun wensen. Daaruit bleek dat mensen liever niet een al te opvallend ontwerp hebben voor hun rolstoel.
Het werk van Gal was in het begin best moeilijk, doordat ze geen duidelijk beeld had van wat ze moest ontwerpen. Aan de andere kant had ze daardoor invloed op het ontwerpproces. “Het stangmechanisme was in eerste instantie recht. Maar ik vond het beter bij de stoel passen als daar een kromming in zat. Werktuigbouwkundestudente Wendy van Stralen berekende vervolgens of dat mogelijk was.”
Met het uiteindelijke resultaat kunnen patiënten weer aan hun hoofd kriebelen of zichzelf opmaken. Volgens Herder is dat één van de criteria die mensen met een spierziekte belangrijk vinden. “Je kunt aan iemand vragen op je hoofd te krabben te krabben, maar die zit er altijd net naast.”
Met het armsteunontwerp van vijf afstudeerders kunnen mensen met een handicap door een spierziekte weer zelfstandig soep eten, of zich opmaken.
Comments are closed.