Onderwijs

‘Alles wat fout kon gaan, ging ook fout’

Het TU-verjaardagsfeest (155 jaar) begon niet vlekkeloos, op een koude en winterige zaterdag.De lustrumvlag hangt als een opgetrokken luxaflex bovenin de mast.

Klaar om door collegevoorzitter De Voogd onthuld te worden.

Ceremoniemeester en schrijver Ronald Giphart geeft het signaal: de met olijfgroene TU-pet uitgedoste collegevoorzitter trekt aan het touw. Er gebeurt niets. De Voogd trekt harder, begint zelfs te rukken. Maar de vlag laat zich niet uitvouwen. Voor de hoogste TU-baas het falende ophangmechanisme verder verbuigt, nemen medewerkers het koord over. Het lustrum is geopend.

Al eerder op deze zaterdag zijn zeven teams begonnen aan een rondgang langs vier faculteiten. Steppend, want voor alle deelnemers is er een volwassen formaat step om de looptijd tussen de onderdelen te bekorten.

Leon Guyt, directeur van het sportcentrum en organisator van de sportieve lustrumactiviteiten: ,,Zeven teams is veel te weinig, dat hadden er maximaal tweeëndertig kunnen zijn.”

De geringe belangstelling zorgt wel voor een soepel verloop van de opdrachten. Al voor de middag zijn die volbracht en kunnen de teams zich opmaken voor de finale-onderdelen.
Doodzonde

,,Voor de deelnemers is het wel prettig. Iedereen mag meedoen aan het levend tafelvoetbal en alles loopt gesmeerd. Maar het is dood- en doodzonde dat er niet meer deelnemers zijn. Ronduit teleurstellend”, meent Guyt. De organisator denkt dat de meeste mensen niet wisten dat er een sportevenement was: ,,De mailing is misschien niet genoeg opgevallen, en kwam ook erg laat. Verder is de zaterdag niet zo gunstig, studenten blijven dan weg. Dat moet over vijf jaar anders.”

Buiten, naast het sportcentrum, speelt de Delftsche Studenten Dansharmonie onverstoorbaar tegen de wind in. Op deze koude en winterige zaterdag zijn nog zo’n driehonderd mensen op de openingsstunt afgekomen. Weinig TU-werknemers en nog minder studenten, maar wel veel gezinnen met kinderen zijn getuige van ‘ijzingwekkende stunts en mensen die hun leven voor uw vermaak op het spel zetten’.

Want de familie Klaas is uit Duits Limburg naar Delft gekomen om de lustrumweek spectaculair te openen. Over de kabel van bijna vierhonderd meter tussen het dak van Elektrotechniek en het sportcentrum wordt straks gereden en gelopen. De straten onder de kabel zijn afgezet, politie en brandweer staan voor de zekerheid klaar.
Nep

Vader Klaas, een buikige vijftiger met veelkleurig motorpak, tuurt langs de zwaaiende kabel. De wind werkt niet mee. Als eerste zal zijn zoon over het staal lopen. ,,Als het windstilis, loop ik naar boven. Nu is dat te gevaarlijk.” Door een aantal touwen over de kabel te spannen blijkt het alsnog mogelijk een wandeling over het smalle staal te maken. Koel en ongezekerd loopt zoon Klaas in de richting van de flats aan de Balthasar van der Polweg. Bewoners staan – soms nog met de verfroller in de hand – op de balkons en zien de koorddanser dertig meter over de kabel lopen, zich omdraaien en weer rustig terugwandelen.

,,Waarom doen jullie dit?”, vraagt Giphart aan dochter Klaas. ,,Weet ik niet”, is het antwoord. Even later is het de beurt aan David Klaas om met een motor naar het dak van Elektrotechniek te rijden. Klaas, die zegt met windkracht tien nog naar boven te rijden, beklimt de geprepareerde crossmotor en uit de luidsprekers rolt maar weer eens de ‘Mission Impossible’-tune.

,,Ah nee, dit is echt nep”, roept een toeschouwer. ,,Moet je zien, gaat die dochter twee meter onder de motor hangen. Dus door het contragewicht kan dat ding er nooit afvallen.”

Luid ronkend rijdt de motor langs de kabel omhoog. De eerste keer voorzichtig, de tweede keer staand, de derde keer gaat Klaas op een been op het zadel staan en hangt zijn dochter ondersteboven onder de motor. Zelfs de grootste sceptici staan nu met open mond te kijken. Tot de motor afslaat.

Het is het voortijdig einde van de openingsact. De familie doet nog verwoede pogingen de motor te herstarten. Duits gevloek. Maar de techniek laat het definitief afweten.

Terwijl de band weer speelt, klimt bovenop het gebouw van Elektrotechniek een man op de kabel. Jo in ’t Veld laat zich met lustrumvlag en lustrumboekjes naar beneden glijden. Tussen de nieuwe flats op de Balthasar van der Polweg door, rakelings langs een boomtop. Om uiteindelijk naast het sportcentrum veilig de grond te raken.
Giphart

Daar neemt Ronald Giphart de boekjes over en wordt de vlag klaargemaakt voor onthulling. Columns van Michael Persson en tekeningen van Bas Wilschut uit Delta zijn ter gelegenheid van het 155-jarig bestaan van de TU Delft gebundeld. Zijn haperende draadloze microfoon weerhoudt Giphart er niet van een kort gesprekje met beide makers te voeren, waarna het boekje officieel wordt overhandigd.

,,Alles wat maar fout kon gaan, ging fout. Precies wat je van een TU verwacht”, vat de populaire schrijver de opening samen. ,,Maar aan de andere kant was het wel een lekker informele bijeenkomst. Heel anders dan het waarschijnlijk 21 lustra geleden begonnen is. Dat pleit weer voor de TU Delft.” Na de mislukte onthulling van de lustrumvlag spoedt het gezelschap zich naar binnen. Want er staat nog een stormbaan op het programma.

Michael Persson geniet nog na: ,,Het is geweldig om je eigen boek uitgereikt te krijgen. Al gaat het meer om het idee vooraf dan om de gebeurtenis zelf. En Giphart vertelde me dat je in Nederland een best-seller hebt bij tienduizend verkochte boeken. Dus als volgende week alle studenten dit boek thuis gestuurd krijgen, is dit in ieder geval een best-giver.”

In de grote sporthal staat een enorme opblaas-stormbaan klaar om de teams met illustere namen als ‘Dimes dream team’ en’Supergabbers’ weerstand te bieden. Luid aangemoedigd gaan de deelnemers op sokken van start. Voor sommigen is het kruip-door-sluip-door gedeelte zo vermoeiend dat het hellend vlak op het einde van de baan een onmogelijke opgave blijkt. Zes, zeven pogingen hebben ze nodig om boven te komen. Waarna de teams een manshoge opblaasbal met een teamlid erop naar de andere kant van de hal moeten transporteren. Het ziet er ingewikkeld en chaotisch uit, maar de deelnemers en hun aanhang vermaken zich zichtbaar.

Na een half uurtje zijn de kleine honderd deelnemers klaar. Luid ‘Oh when the saints’-spelend komt de dansharmonie de zaal weer binnen. De teams maken zich op voor de tafelvoetbal-finale. En terwijl de trompettist luid blazend de stormbaan afglijdt en kinderen de stormbaan bestormen, is de weerbarstige lustrumvlag alweer verwijderd. Weer opgevouwen voor de volgende activiteit.

Het TU-verjaardagsfeest (155 jaar) begon niet vlekkeloos, op een koude en winterige zaterdag.

De lustrumvlag hangt als een opgetrokken luxaflex bovenin de mast. Klaar om door collegevoorzitter De Voogd onthuld te worden.

Ceremoniemeester en schrijver Ronald Giphart geeft het signaal: de met olijfgroene TU-pet uitgedoste collegevoorzitter trekt aan het touw. Er gebeurt niets. De Voogd trekt harder, begint zelfs te rukken. Maar de vlag laat zich niet uitvouwen. Voor de hoogste TU-baas het falende ophangmechanisme verder verbuigt, nemen medewerkers het koord over. Het lustrum is geopend.

Al eerder op deze zaterdag zijn zeven teams begonnen aan een rondgang langs vier faculteiten. Steppend, want voor alle deelnemers is er een volwassen formaat step om de looptijd tussen de onderdelen te bekorten.

Leon Guyt, directeur van het sportcentrum en organisator van de sportieve lustrumactiviteiten: ,,Zeven teams is veel te weinig, dat hadden er maximaal tweeëndertig kunnen zijn.”

De geringe belangstelling zorgt wel voor een soepel verloop van de opdrachten. Al voor de middag zijn die volbracht en kunnen de teams zich opmaken voor de finale-onderdelen.
Doodzonde

,,Voor de deelnemers is het wel prettig. Iedereen mag meedoen aan het levend tafelvoetbal en alles loopt gesmeerd. Maar het is dood- en doodzonde dat er niet meer deelnemers zijn. Ronduit teleurstellend”, meent Guyt. De organisator denkt dat de meeste mensen niet wisten dat er een sportevenement was: ,,De mailing is misschien niet genoeg opgevallen, en kwam ook erg laat. Verder is de zaterdag niet zo gunstig, studenten blijven dan weg. Dat moet over vijf jaar anders.”

Buiten, naast het sportcentrum, speelt de Delftsche Studenten Dansharmonie onverstoorbaar tegen de wind in. Op deze koude en winterige zaterdag zijn nog zo’n driehonderd mensen op de openingsstunt afgekomen. Weinig TU-werknemers en nog minder studenten, maar wel veel gezinnen met kinderen zijn getuige van ‘ijzingwekkende stunts en mensen die hun leven voor uw vermaak op het spel zetten’.

Want de familie Klaas is uit Duits Limburg naar Delft gekomen om de lustrumweek spectaculair te openen. Over de kabel van bijna vierhonderd meter tussen het dak van Elektrotechniek en het sportcentrum wordt straks gereden en gelopen. De straten onder de kabel zijn afgezet, politie en brandweer staan voor de zekerheid klaar.
Nep

Vader Klaas, een buikige vijftiger met veelkleurig motorpak, tuurt langs de zwaaiende kabel. De wind werkt niet mee. Als eerste zal zijn zoon over het staal lopen. ,,Als het windstilis, loop ik naar boven. Nu is dat te gevaarlijk.” Door een aantal touwen over de kabel te spannen blijkt het alsnog mogelijk een wandeling over het smalle staal te maken. Koel en ongezekerd loopt zoon Klaas in de richting van de flats aan de Balthasar van der Polweg. Bewoners staan – soms nog met de verfroller in de hand – op de balkons en zien de koorddanser dertig meter over de kabel lopen, zich omdraaien en weer rustig terugwandelen.

,,Waarom doen jullie dit?”, vraagt Giphart aan dochter Klaas. ,,Weet ik niet”, is het antwoord. Even later is het de beurt aan David Klaas om met een motor naar het dak van Elektrotechniek te rijden. Klaas, die zegt met windkracht tien nog naar boven te rijden, beklimt de geprepareerde crossmotor en uit de luidsprekers rolt maar weer eens de ‘Mission Impossible’-tune.

,,Ah nee, dit is echt nep”, roept een toeschouwer. ,,Moet je zien, gaat die dochter twee meter onder de motor hangen. Dus door het contragewicht kan dat ding er nooit afvallen.”

Luid ronkend rijdt de motor langs de kabel omhoog. De eerste keer voorzichtig, de tweede keer staand, de derde keer gaat Klaas op een been op het zadel staan en hangt zijn dochter ondersteboven onder de motor. Zelfs de grootste sceptici staan nu met open mond te kijken. Tot de motor afslaat.

Het is het voortijdig einde van de openingsact. De familie doet nog verwoede pogingen de motor te herstarten. Duits gevloek. Maar de techniek laat het definitief afweten.

Terwijl de band weer speelt, klimt bovenop het gebouw van Elektrotechniek een man op de kabel. Jo in ’t Veld laat zich met lustrumvlag en lustrumboekjes naar beneden glijden. Tussen de nieuwe flats op de Balthasar van der Polweg door, rakelings langs een boomtop. Om uiteindelijk naast het sportcentrum veilig de grond te raken.
Giphart

Daar neemt Ronald Giphart de boekjes over en wordt de vlag klaargemaakt voor onthulling. Columns van Michael Persson en tekeningen van Bas Wilschut uit Delta zijn ter gelegenheid van het 155-jarig bestaan van de TU Delft gebundeld. Zijn haperende draadloze microfoon weerhoudt Giphart er niet van een kort gesprekje met beide makers te voeren, waarna het boekje officieel wordt overhandigd.

,,Alles wat maar fout kon gaan, ging fout. Precies wat je van een TU verwacht”, vat de populaire schrijver de opening samen. ,,Maar aan de andere kant was het wel een lekker informele bijeenkomst. Heel anders dan het waarschijnlijk 21 lustra geleden begonnen is. Dat pleit weer voor de TU Delft.” Na de mislukte onthulling van de lustrumvlag spoedt het gezelschap zich naar binnen. Want er staat nog een stormbaan op het programma.

Michael Persson geniet nog na: ,,Het is geweldig om je eigen boek uitgereikt te krijgen. Al gaat het meer om het idee vooraf dan om de gebeurtenis zelf. En Giphart vertelde me dat je in Nederland een best-seller hebt bij tienduizend verkochte boeken. Dus als volgende week alle studenten dit boek thuis gestuurd krijgen, is dit in ieder geval een best-giver.”

In de grote sporthal staat een enorme opblaas-stormbaan klaar om de teams met illustere namen als ‘Dimes dream team’ en’Supergabbers’ weerstand te bieden. Luid aangemoedigd gaan de deelnemers op sokken van start. Voor sommigen is het kruip-door-sluip-door gedeelte zo vermoeiend dat het hellend vlak op het einde van de baan een onmogelijke opgave blijkt. Zes, zeven pogingen hebben ze nodig om boven te komen. Waarna de teams een manshoge opblaasbal met een teamlid erop naar de andere kant van de hal moeten transporteren. Het ziet er ingewikkeld en chaotisch uit, maar de deelnemers en hun aanhang vermaken zich zichtbaar.

Na een half uurtje zijn de kleine honderd deelnemers klaar. Luid ‘Oh when the saints’-spelend komt de dansharmonie de zaal weer binnen. De teams maken zich op voor de tafelvoetbal-finale. En terwijl de trompettist luid blazend de stormbaan afglijdt en kinderen de stormbaan bestormen, is de weerbarstige lustrumvlag alweer verwijderd. Weer opgevouwen voor de volgende activiteit.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.