Onderwijs

‘Afspraken voor 15 duizend extra kamers’

Studentenhuisvesters, universiteiten, de LSVb en wethouders willen in een ‘Nationaal Akkoord’ om de komende vijf jaar minimaal vijftienduizend extra kamers te bouwen. Maar er zijn er zestigduizend nodig.


Momenteel nemen de studentenhuisvesters ongeveer een kwart van de studentenwoningen voor hun rekening. Volgens de berekeningen van het kenniscentrum studentenhuisvesting (Kences) zijn de komende vijf jaar zestigduizend extra studentenkamers nodig. De studentenhuisvesters willen ook daarvan ‘in elk geval een kwart’ voor hun rekening nemen, vertelt Vincent Buitenhuis van Kences. “En als de particuliere markt het laat zitten, moeten wij misschien zelfs meer bieden.”


Projecten

Maar op dit moment staan er niet genoeg projecten in de planning om die vijftienduizend studentwoningen te realiseren. Buitenhuis: “We hebben geld voor maar vijfduizend eenheden, we hebben plannen voor nog eens vijfduizend en voor die laatste vijfduizend ligt er nog helemaal niets.”


Bouwregels

Toch denken de studentenhuisvesters de vijftienduizend woningen te kunnen bouwen. Daarvoor moeten wel de bouwregels versoepeld worden en moeten er meer goedkope bouwlocaties beschikbaar komen. Belangrijk is verder dat ook bewoners van onzelfstandige eenheden in aanmerking komen voor huurtoeslag.


Tijdelijke woningen zouden bovendien voor bijvoorbeeld vijftien jaar moeten worden neergezet, in plaats van de gebruikelijke vijf jaar. “Dan kunnen de kosten over een langere periode worden terugverdiend”, legt Buitenhuis uit.


Afspraken

“In deze tijd vragen wij niet om een pot met geld. Dat willen we wel, maar we snappen ook wel dat dat er niet inzit. We hopen nu met praktische afspraken toch veel extra studentenwoningen te kunnen bouwen”, aldus Buitenhuis.


Niet realistisch

De Asva studentenunie, belangenbehartiger van Amsterdamse studenten, vindt de plannen vooralsnog ‘niet realistisch’. In een persbericht zegt voorzitter Lodewijk Berkhout dat de gemeente Amsterdam vooral plannen voor tijdelijke oplossingen heeft. “Over vijf jaar zijn we terug bij af. Het is dweilen met de kraan open.”


Rijkssteun

De partijen gaan eind dit jaar met elkaar om de tafel en hopen begin volgend jaar met hun plan naar minister Donner van Volkshuisvesting te kunnen. “Want zonder steun van het rijk gaat het niet lukken”, zegt Buitenhuis.

Hoewel de discussie officieel nog niet op de agenda staat, heeft de studentenraad (sr) het college van bestuur alvast laten weten tegen invoering van een 10-urenrooster te zijn. De voordelen zouden niet opwegen tegen de nadelen.

In een brief schrijft de sr dat een 10-urenrooster financiële gevolgen heeft als faculteiten langer open moeten blijven en docenten een avondtarief betaald moeten krijgen. Bovendien gebruiken veel
studenten de tijd buiten de huidige acht uren om zich te ‘ontplooien’.
Een 10-urenrooster zou het effectief leren van studenten beïnvloeden. ‘Studenten zullen een studieritme moeten creëren dat wisselt van dag tot dag’, schrijft de sr. Ook zouden studenten die buiten Delft wonen nog langere dagen maken door hun reistijd.

Verder zou volgens de sr de motivatie van studenten, en mogelijk ook docenten, dalen door avondcolleges. Dat zou leiden tot ‘slechtere colleges’. Tot slot voorziet de sr veel administratieve moeilijkheden.
Studenten zien meer heil in het huren van extra onderwijszalen of het plaatsen van noodgebouwen. Voor de langere termijn – na 2020 voorziet de TU stabiliserende of dalende studentenaantallen – pleit de sr voor een discussie over onderwijsvormen. De TU zou colleges misschien gecomprimeerd en in kleinere groepen moeten geven, meer in combinatie met ict.
De brief werd vorige week besproken tijdens een overleg met het college van bestuur. Op de vraag van studenten waarom een 10-urenrooster nodig is, antwoordde collegelid Paul Rullmann dat gebouwen efficiënter worden benut. “Dat levert geld op omdat je minder hoeft bij te bouwen of te huren.”
Volgens Rullmann roostert de TU momenteel al ‘heel efficiënt’ met een bezettingsgraad van zeventig procent in de faculteiten. “Als er maar iets mis gaat, is er sprake van roosterproblemen.” Efficiënter roosteren binnen de huidige acht uur is volgens hem dan ook geen optie.

Rullmann liep ook niet warm voor het voorstel om grotere zalen te huren. “Grote colleges moet je beperken tot diegenen die een boeiend betoog kunnen houden, anders is het intensieve veehouderij op kennisgebied.”
Er is juist een tendens naar kleinere groepen in projectachtige ruimtes, zei Rullmann. Hij wil kijken naar oplossingen met ict, virtuele collegezalen (volgende week lanceren de drie TU’s de eerste) en collegezalen die zijn op te delen in twee ruimtes. “Bijhuren is ook een optie, maar jullie tillen veel te zwaar aan een 10-uren rooster. Het is even wennen en daarna weet je niet meer beter.”

Het argument ‘ontplooiing’ vond geen genade. “Dan ga je een uurtje later sporten.” De sr wees er op dat studenten nu juist tussen half zes en acht sporten, eten en een biertje drinken. Rullmann: “We hadden vroeger avondcolleges en ook een bloeiend studentenleven.”
Op de vraag of de TU niet kritisch kon kijken naar het aantal colleges, zei Rullmann dat de sr het voorstel moest afwachten.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.