Onderwijs

Adviescommissie moet plan STM beoordelen

Het college van bestuur heeft een adviescommissie benoemd om het concept strategisch bedrijfsplan van de faculteit Scheikundige Technologie en Materiaalkunde te beoordelen.

br />
De adviescommissie bestaat uit externe deskundigen die door het college zijn aangewezen om advies uit te brengen over de voorgenomen bezuinigingen in het bedrijfsplan. De adviescommissie volgt de vierkoppige ‘leescommissie’ op, die eerder met verdeelde kritiek kwam. Naast de vier leden die door het college zijn aangewezen, heeft Scheikunde in de huidige commissie ook twee leden benoemd.

In het bedrijfsplan somt de faculteit een aantal mogelijke maatregelen op om de verslechtering van het financieel perspectief een halt toe te roepen. Zij wijt de benarde financiële situatie aan universitaire bezuinigingen, maar ook aan teruglopende studentenaantallen en de zware druk van wachtgelden.

De tegenvallers zitten voornamelijk in het aandeel van STM in de algemene middelen van de TU. Dat bedroeg in 1990 nog dertien procent, maar de verwachting is dat dit in de komende jaren zal dalen tot tien procent. Dat betekent een verdere inkomstendaling van vier miljoen gulden. Daarnaast worden de effecten van het allocatiemodel ‘desastreus’ genoemd, omdat de faculteit al aan de bovengrens van haar onderzoeksoutput zit. Met teruglopende studentenaantallen en inkrimping van personeel kan die output in de komende jaren alleen maar verder dalen.

In de voornemens moet het huidige aantal van 24 leerstoelen in de toekomst teruggebracht worden tot 18,5. Dat vereist volgens het bedrijfsplan strategische allianties met zusterinstellingen aan andere universiteiten, maar bijvoorbeeld ook met TU-faculteiten als Technische Natuurkunde, Werktuigbouw en Technische Aardwetenschappen. Het realiseren van een gezamenlijke propedeuse voor Scheikunde en Materiaalkunde behoort eveneens tot de maatregelen.

De eerder ingestelde leescommissie noemde de keuzes die in het plan gemaakt worden ’toevallig’ en ’te weinig concreet’. Volgens secretaris-beheerder dr. M.W.J. van den Esker was dat bij voorbaat ook niet de bedoeling. ,,Het bedrijfsplan schetst de huidige situatie en de oorzaken van de problemen”, zegt hij. ,,Daarnaast reikt het verschillende oplossingen aan. Die mogelijkheden betreffen de grote lijnen en hoeven pas in een later stadium tot in detail uitgewerkt te worden. Het is niet meer dan logisch dat je eerst een oordeel vraagt over de hoofdlijnen en pas daarna overgaat tot nadere invulling.”

De adviescommissie rapporteert haar bevindingen binnen enkele maanden. Dan zal duidelijk worden in hoeverre de faculteit afstevent op een reorganisatie. (L.d.V.)

Leo de Vries

Het college van bestuur heeft een adviescommissie benoemd om het concept strategisch bedrijfsplan van de faculteit Scheikundige Technologie en Materiaalkunde te beoordelen.

De adviescommissie bestaat uit externe deskundigen die door het college zijn aangewezen om advies uit te brengen over de voorgenomen bezuinigingen in het bedrijfsplan. De adviescommissie volgt de vierkoppige ‘leescommissie’ op, die eerder met verdeelde kritiek kwam. Naast de vier leden die door het college zijn aangewezen, heeft Scheikunde in de huidige commissie ook twee leden benoemd.

In het bedrijfsplan somt de faculteit een aantal mogelijke maatregelen op om de verslechtering van het financieel perspectief een halt toe te roepen. Zij wijt de benarde financiële situatie aan universitaire bezuinigingen, maar ook aan teruglopende studentenaantallen en de zware druk van wachtgelden.

De tegenvallers zitten voornamelijk in het aandeel van STM in de algemene middelen van de TU. Dat bedroeg in 1990 nog dertien procent, maar de verwachting is dat dit in de komende jaren zal dalen tot tien procent. Dat betekent een verdere inkomstendaling van vier miljoen gulden. Daarnaast worden de effecten van het allocatiemodel ‘desastreus’ genoemd, omdat de faculteit al aan de bovengrens van haar onderzoeksoutput zit. Met teruglopende studentenaantallen en inkrimping van personeel kan die output in de komende jaren alleen maar verder dalen.

In de voornemens moet het huidige aantal van 24 leerstoelen in de toekomst teruggebracht worden tot 18,5. Dat vereist volgens het bedrijfsplan strategische allianties met zusterinstellingen aan andere universiteiten, maar bijvoorbeeld ook met TU-faculteiten als Technische Natuurkunde, Werktuigbouw en Technische Aardwetenschappen. Het realiseren van een gezamenlijke propedeuse voor Scheikunde en Materiaalkunde behoort eveneens tot de maatregelen.

De eerder ingestelde leescommissie noemde de keuzes die in het plan gemaakt worden ’toevallig’ en ’te weinig concreet’. Volgens secretaris-beheerder dr. M.W.J. van den Esker was dat bij voorbaat ook niet de bedoeling. ,,Het bedrijfsplan schetst de huidige situatie en de oorzaken van de problemen”, zegt hij. ,,Daarnaast reikt het verschillende oplossingen aan. Die mogelijkheden betreffen de grote lijnen en hoeven pas in een later stadium tot in detail uitgewerkt te worden. Het is niet meer dan logisch dat je eerst een oordeel vraagt over de hoofdlijnen en pas daarna overgaat tot nadere invulling.”

De adviescommissie rapporteert haar bevindingen binnen enkele maanden. Dan zal duidelijk worden in hoeverre de faculteit afstevent op een reorganisatie. (L.d.V.)

Leo de Vries

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.