Bij vrijwel alle universiteiten daalt het aantal aio’s fors. Gemiddeld daalde de instroom van nieuwe aio’s sinds 1992 met 35 procent. De oorzaken lopen uiteen.
Share
Sommige faculteiten bezuinigen op aio’s; andere zien bedrijven steeds meer aan afgestudeerden trekken.
De universiteiten hadden afgelopen december 4479 aio’s in dienst, zevenhonderd minder dan twee jaar daarvoor. Bedroeg de ‘instroom’ in 1992 nog 1500, in 1995 was deze gezakt naar 1127. Dat betekent een daling van 25 procent. De teruggang duurt bovendien voort. Afgelopen jaar zijn er waarschijnlijk nog geen duizend nieuwe aio’s aangesteld – een daling van 35 procent in vier jaar.
De cijfers zijn afkomstig van de personeelstellingen van eind 1996 (WOPI) en om de Kengetallen Universitair Onderzoek (KUOZ) over 1995. Beide werden door de verzamelde universiteiten (VSNU) deze week afgerond. Slechts twee instellingen onttrekken zich aan de malaise: Utrecht en Tilburg. Aio’s en ontwerpers lijken de klappen op te vangen van het algehele banenverlies bij de universiteiten, dat in 1996 bijna 900 bedroeg.
Omdat aio’s het voetvolk van de wetenschap zijn, kan een sterke afname van hun aantal het onderzoek in gevaar brengen. Dit gegeven lijkt te worden ondersteund door de teruglopende stroom wetenschappelijke publicaties van de universiteiten in 1995, die met ruim drie procent daalde. De VSNU denkt dat dit nog toeval kan zijn, maar vreest een verder inzakken van de onderzoeksproductie.
Zeker acht universiteiten stelden in 1995 ruim dertig procent minder aio’s aan dan drie jaar eerder. In Delft zakte dit aantal zelfs in één klap met 41 procent. Rector magnificus Blaauwendraad is onbekend met de cijfers, maar is niet verrast: ,,Wij hebben enkele faculteiten die dit tamelijk rigoureus zo doen en dat heeft niet de zegen van het cvb. Anderzijds hebben we er wel alle begrip voor, want in ons sociale stelsel mag je vaste aanstellingen niet ter discussie stellen. Dan moet je dus wel snijden in de tijdelijke.”
(F.S./HOP)
Bij vrijwel alle universiteiten daalt het aantal aio’s fors. Gemiddeld daalde de instroom van nieuwe aio’s sinds 1992 met 35 procent. De oorzaken lopen uiteen. Sommige faculteiten bezuinigen op aio’s; andere zien bedrijven steeds meer aan afgestudeerden trekken.
De universiteiten hadden afgelopen december 4479 aio’s in dienst, zevenhonderd minder dan twee jaar daarvoor. Bedroeg de ‘instroom’ in 1992 nog 1500, in 1995 was deze gezakt naar 1127. Dat betekent een daling van 25 procent. De teruggang duurt bovendien voort. Afgelopen jaar zijn er waarschijnlijk nog geen duizend nieuwe aio’s aangesteld – een daling van 35 procent in vier jaar.
De cijfers zijn afkomstig van de personeelstellingen van eind 1996 (WOPI) en om de Kengetallen Universitair Onderzoek (KUOZ) over 1995. Beide werden door de verzamelde universiteiten (VSNU) deze week afgerond. Slechts twee instellingen onttrekken zich aan de malaise: Utrecht en Tilburg. Aio’s en ontwerpers lijken de klappen op te vangen van het algehele banenverlies bij de universiteiten, dat in 1996 bijna 900 bedroeg.
Omdat aio’s het voetvolk van de wetenschap zijn, kan een sterke afname van hun aantal het onderzoek in gevaar brengen. Dit gegeven lijkt te worden ondersteund door de teruglopende stroom wetenschappelijke publicaties van de universiteiten in 1995, die met ruim drie procent daalde. De VSNU denkt dat dit nog toeval kan zijn, maar vreest een verder inzakken van de onderzoeksproductie.
Zeker acht universiteiten stelden in 1995 ruim dertig procent minder aio’s aan dan drie jaar eerder. In Delft zakte dit aantal zelfs in één klap met 41 procent. Rector magnificus Blaauwendraad is onbekend met de cijfers, maar is niet verrast: ,,Wij hebben enkele faculteiten die dit tamelijk rigoureus zo doen en dat heeft niet de zegen van het cvb. Anderzijds hebben we er wel alle begrip voor, want in ons sociale stelsel mag je vaste aanstellingen niet ter discussie stellen. Dan moet je dus wel snijden in de tijdelijke.”
(F.S./HOP)
Comments are closed.