Vanuit Ridderkerk tot Ermelo zijn voor het tiende jaar op rij middelbare scholieren naar de TU Delft gekomen om hun zelf gemaakte ontwerpen te presenteren.
In een volle zaal werden ze afgelopen donderdag opgewacht door een vakkundige jury en nieuwsgierige ouders, begeleiders en TU-studenten. Vol enthousiasme en spanning wachtten de jongens en meisjes totdat ze hun presentatie mogen geven in de strijd om de prijzen van de wedstrijd ‘Beste Technische Ontwerp’ (BTO).
BTO is een wedstrijd, georganiseerd vanuit de TU Delft, waarin middelbare scholieren technische ontwerpen die ze op school hebben gemaakt, insturen en presenteren aan een vakjury. Met succes, want dit jaar viert BTO haar tienjarig bestaan. De functie van de wedstrijd is het promoten van techniek. Ook wordt contact gelegd met schooldocenten en staat de TU Delft in de schijnwerpers. Organisator Claudia Westhoff omschrijft BTO met drie woorden: technisch ontwerp, enthousiasme en trots. Trots op je school, trots op je ontwerp.
Na een voorselectie strijden acht teams teams mee in twee categorieën. De hoofdcategorie met vijf deelnemende teams is voor profielwerkstukken van leerlingen in hun examenjaar. De tweede categorie is voor de jongere derde- en vierdejaars leerlingen die in andere schoolprojecten een technisch ontwerp hebben gemaakt. Alle ontwerpen worden getoetst aan dezelfde criteria en voor beide categorieën worden een aanmoedigingsprijs en een hoofdprijs uitgereikt.
Waarde BTO
Maar wat maakt de BTO nu zo waardevol? Veteraanjuryvoorzitter Arjen Jansen heeft daar een duidelijk idee over: “Ik denk dat je aan iedereen laat zien hoe leuk techniek eigenlijk is. En dat techniek veel leuker is dan alleen maar formules uit je hoofd leren en natuurkundesommen maken, maar dat je er daadwerkelijk dingen mee kunt maken waarvan je lol hebt in wat ze doen.” Westhoff benadrukt de ervaring van scholieren voor een geslaagde dag: “Als ze met een goed gevoel over techniek, de TU Delft en hun eigen ontwerp naar huis gaan.”
De locatie van de jubileumeditie van BTO had dan ook niet inspirerender kunnen zijn: pal naast de Dream Hall, waarin studenten van de fameuze Dream Teams klaarstonden om de scholieren alles te vertellen over hun projecten en ervaringen.
Talent
Dat groot talent zich op BTO onthult, is afgelopen jaar ook gebleken. Winnaar BTO 2012 Boyan Slat presenteerde op 24 oktober 2012 bij TedX Delft onder de titel ‘How the oceans can clean themselves’ als TU student hetzelfde project waarmee hij zes maanden eerder op BTO de hoofdprijs in de wacht sleepte. Westhoff was onder de indruk: “ Dat was toch een soort van trots.”
Vroeger en nu
Oprichters Ineke Frederik en Marianne Vrijman, nu gepensioneerd, waren ook aanwezig bij de presentaties en herinneren zich nog de start van BTO: “We merkten dat er een gat in de markt zat. Technisch ontwerpen kwam nauwelijks aan bod. Docenten uit het middelbaar onderwijs waren echter wel aan het opscheppen dat hun leerlingen zoveel mooie technische ontwerpen maakten. Daarom dachten we: die ontwerpen moeten ze hier maar eens laten zien en dan maken we er een wedstrijd van. Zo is het de eerste keer heel snel van de grond gekomen.”
Beide dames kijken na tien jaar met een goed gevoel terug. Frederik: “Ik weet nog wel dat het altijd wel wat moeite kostte om voldoende kwaliteit en volume aan inzendingen te krijgen. Dat was altijd op het laatste nippertje nog wat bij elkaar scharrelen. Maar wat aan de andere kant wel opviel is dat de kwaliteit van de werkstukken ongelooflijk is.Tien jaar, hoe verrassend en orgineel het was en hoe aardig het eigenlijk was. Er zit nog steeds een hoop innovatief vermogen in die leerlingen. Harstikke leuk.”
Sinds 2009 organiseert Westhoff BTO en brengt ze de scholieren nog dichter bij de studenten: “Je wilt dat ze vragen gaan stellen en ik merk dat de scholieren sneller naar de studenten stappen. Ik denk dat scholieren zich daar beter mee kunnen identificeren. Nu zijn de presentatie, verslaggeving en foto’s door studenten.”
Goed concept
Maar waarom de keuze voor een wedstrijdvorm? Jansen: “Een wedstrijd maakt een aantal dingen makkelijk. Dat je criteria hebt waar je naar kunt verwijzen en dat er een inleverdatum is: je hebt een moment waarop de wedstrijd plaats kan vinden. Ik denk dat een wedstrijd wel een heel goed format is om zoiets te gaan doen.” Westhoff voegt daaraan toe: “Als ik terugdenk aan al die jaren denk ik aan het enthousiasme van iedereen. Of het nou de juryleden zijn, de studenten, de docenten of de scholieren[…] Die wedstrijd is gewoon goed. Het concept is goed.”
Voor de toekomst hoopt de organisatie wel dat BTO meer bekendheid en inzendingen krijgt. Westhoff ziet nu dat docenten alleen projecten insturen als ze denken dat die echt kans maken. Ze hoopt dat docenten hier anders mee om zullen gaan: “Dat docenten in hun achterhoofd houden:ze maken een profielwerstuk dat wel een hele leuke richting in gaat. We moeten gaan praten met die scholieren of ze niet geïnteresseerd zijn om dat bij de TU Delft te laten zien. Misschien dat dat een extra stimulans is voor een leerling om er dan net wat meer aan te doen dan het enkel te zien als een opdracht van school.”
Jansen ziet ook graag een grotere opzet: “Ik zou in een zaterdag misschien eerst voorrondes willen doen zoals het beste ontwerp van Nederland. En dan zaterdagmiddag de eindrondes. En dan niet in zo’n kleine zaal, maar ‘knal’ in de Aula. Niet met veertig mensen maar met vierhonderd man. Ik denk dat als we die slag zouden kunnen maken dat we techniek in Nederland ook een slag zouden kunnen geven. Niet makkelijk, het zou leuk zijn.”
Comments are closed.