Na het verhogen van de norm voor het bindend studieadvies blijken meer positieve adviezen te zijn uitgedeeld. De voorlopige scores liggen met 53 procent hoger dan ooit.
Hoewel de definitieve uitslagen nog niet bekend zijn – omdat studenten momenteel hertentamens hebben en dus hun aantal punten nog kunnen opschroeven – blijkt dat een meerderheid nu al verzekerd is van een positief advies: 53 procent. Vorig studiejaar bedroeg dat veertig procent.
Het verschil met voorgaand jaar lijkt hem vooral te zitten in het aantal studenten over wie de TU twijfelt: studenten die nu 36 tot 44 studiepunten binnen hebben. Dat percentage is gehalveerd: van 26 naar dertien procent.
Het aantal negatieve bsa’s is sinds invoering in 2009 – met toen nog een norm van dertig studiepunten – gestaag gedaald. In augustus 2009 was het percentage voorlopig negatieve adviezen nog 28. Daarna zakte het van 25 procent in 2010 naar 23 procent in 2011. Dit collegejaar bedraagt het 19 procent, terwijl er voor het eerst sprake is van een hogere norm. Studenten lijken zich daarmee te richten naar de norm: hoe hoger die is hoe meer mensen die halen.
Als vanouds scoren de faculteiten Bouwkunde (BK) en Industrieel Ontwerpen (IO) het best met 77 respectievelijk tachtig procent positieve en twijfeladviezen. De faculteiten Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica en Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek delen net als vorig jaar de minste positieve en twijfeladviezen uit: 55 procent. Deze percentages zijn echter wel identiek aan die van vorig jaar.
Het minste aantal positieve adviezen is te vinden bij 3mE: 42 procent. Hier gloort wel hoop, want vorig jaar rond deze tijd ging het om 27 procent positieve adviezen. De ervaring leert dat na de hertentamens veel studenten de norm alsnog halen. Zo bleek voorgaande jaren uiteindelijk rond de 69 procent van de studenten een positief eindadvies te krijgen, waar dat vóór hertentamens nog rond de veertig procent was.
Comments are closed.