Campus

Moocs maken

De eerste twee massive open online courses (moocs) van de TU zijn eind vorig jaar afgerond en aan de volgende wordt al weer hard gewerkt. Een enorme klus, zo blijkt bij de opnames. De pioniers blikken terug. “Om deadlines te halen, maakten we zelfs opnames om twaalf uur ’s nachts.”


Toen hoogleraar Jules van Lier in januari vorig jaar de vraag kreeg voorgelegd of hij een mooc wilde maken, had hij geen flauw idee wat dat was. Hij had weliswaar ervaring met open courseware – zijn colleges staan al jaren online – maar dat was alleen maar ‘zenden’. De eisen aan de mooc introduction to water treatment lagen hoger. “We wilden een professionele cursus geven”, zegt Van Lier. “We doen het goed of we doen het niet.”


Van Lier en zijn team brachten 24 dubbelcolleges van een derdejaars bachelorvak over afvalwaterzuivering terug tot zo’n veertig YouTube-kennisclips van acht tot tien minuten. Dat betekent: de ingedikte colleges helemaal uitschrijven en aangeven waar de regisseur moet overschakelen naar een PowerPointslide, een animatiefilmpje of een close up. Het kostte zo’n twintig uur per filmpje, schat Van Lier.


Veel tijd, weet ook Arno Smets. Hij ontwikkelde vorig jaar zijn mooc ‘solar energy’. “Waar collega’s bij MIT en Harvard er een jaar of anderhalf jaar over doen, hadden wij vier maanden: dag en nacht zeven dagen per week”, zegt Smets. “Om deadlines te halen, maakten we zelfs opnames om twaalf ’s nachts.” Tijd die hij niet in zijn afstudeerders en promovendi kon stoppen. “Die hebben het niet zo leuk gevonden, nee. Maar het was een investering en een unieke kans om exposure te krijgen en te claimen dat je de autoriteit bent op zonne-energieonderzoek.”


“Zijn we er klaar voor?” Regisseur Ruud van Zijl zit in de studio van MultiMedia Services bij 3mE voor opnames van de mooc introduction to aeronautical engineering.  Naast hem zitten editor Jan Douma en student-assistent Daan Westerveld die powerpointslides heeft gemaakt voor docent Mark Voskuijl. Die vraagt zich af of hij zijn blouse met streepjes aan kan houden. “Ik zou even een ander shirtje aan doen”, zegt Van Zijl. Er is sprake van het Moiré-effect: de streepjes interfereren op het scherm. Voskuijl was er al bang voor. Hij grijpt een andere blouse uit zijn tas en kleedt zich discreet om. Helaas, hetzelfde effect. “Heeft iemand een jasje?” Van Zijl tovert er eentje uit een kamer verderop. Veel te groot. De oplossing komt van Douma, een grijs vestje met daarop in het geel: SF 68. “Als jullie het mooi vinden, vind ik het best”, zegt Voskuijl.


Met opnames van collegefilmpjes alleen, waren de hoogleraren er nog niet. In de opzet van Van Lier kwamen er na elk filmpje vragen voor cursisten. In die vragen mochten absoluut geen fouten of dubbelzinnigheden staan. Verder bood Van Lier een digitaal tekstboek met daarin opnieuw vragen en automatische controle van de antwoorden. Deelnemers moesten natuurlijk ook huiswerk maken. Voor hulp daarbij maakten Van Lier en zijn team tutorialfilmpjes, waarin een student-assistent voordoet hoe zij een vraagstuk uitwerkt. Cursisten waren er zeer blij mee. En dan moesten er ook nog examenvragen komen en een online forum waarop studenten met elkaar kunnen discussiëren.


Dat forum had zowel Van Lier als Smets onderschat. Studenten wilden informatie en vroegen om terugkoppeling. “De eerste week kregen we tweehonderd boodschappen per uur”, zegt Smets. “Dweilen met de kraan open.”Door de vele downloads lag de server op de eerste dag dat de mooc online was (16 september) even plat. De mooc-makers kregen klachten over het feit dat ze geen vragen beantwoordden. “Dat is niet te doen als er duizenden mensen beginnen te kwekken”, zegt Van Lier. “Het was onze eigen onervarenheid. We hadden de vragen beter kunnen structureren met kopjes. Dat hadden we snel hersteld. Je hoopt dat een andere student helpt en dat gebeurt ook.” Fantastisch om te zien, vindt Smets. “Als studenten het fout uitleggen, zijn er andere studenten die hen corrigeren. Je hebt onderling zo veel interactie dat het leerproces voornamelijk bij de studenten zelf ligt.”


Mark Voskuijl staat in zijn eentje voor een grote groene muur, fel belicht door opnamelampen. Recht voor hem staan twee grote beeldschermen waarop hij zichzelf en zijn slides ziet. Daartussen staat de autocue, het scherm waarop straks zijn teksten voorbijrollen. “Als je tegen de tafel aan staat, sta je precies goed”, zegt regisseur Van Zijl. “Even alles klaar zetten en op scherp en dan gaan we beginnen, Mark.” Student-assistent Daan Westerveld zit achter de computer waarmee hij powerpointslides op tijd in beeld moet klikken. “Daan, kun je even een slide verder gaan?”, zegt Voskuijl turend in het felle licht. “Kun je er bijschrijven: typical propeller aircraft?” Vandaag behandelt Voskuijl alleen propellervliegtuigen. “Mark, ik ben Geraldo en ik ga de opname doen”, roept trainee Geraldo Solisa vanuit de opnamekamer. “We gaan zo aftellen als je klaar bent.” Van Zijl zit klaar om de autocue te starten. “Moet ik fullscreen?”, vraagt Voskuijl. “Als we uitgeteld zijn, ben je in beeld”, antwoordt Solisa. “Iedereen klaar? Vijf, vier, drie, twee, één.” Voskuijl begint: “Dear students, in the past lecture…”


Echt contact met studenten is er niet als de mooc online is. Van Lier had geen idee wie de man was die hem laatst bij een congres de hand schudde. Het bleek een mooc-cursist te zijn. Smets geeft toe dat het voor hem pas begon te leven toen hij in de cursus zijn studenten verzocht een YouTube-filmpje te maken over hun eigen zonnecelsysteem. “Toen zag ik de studenten pas. Het waren voornamelijk studenten uit niet-westerse landen die de filmpjes maakten. Dan realiseer je je wat de impact is van zo’n mooc: we hebben nu de grootste collectie filmpjes en foto’s van installaties. Ze komen uit Iran, Afrika… van elk gat in de wereld dat een paneel heeft.” Ook Van Lier heeft een schat aan informatie gekregen toen hij studenten vroeg op het forum te beschrijven wat er in hun woonplaats gebeurt aan afvalwaterzuivering.


Overigens is een mooc niet klaar als hij eenmaal online is. Los van het feit dat Van Lier bijvoorbeeld nog tijdens de mooc filmpjes opnam voor ‘uitzending’ een week later, maakten hij en Smets ook filmpjes met feedback op huiswerk of het forum.


“Kunnen we dit even opnieuw doen?” Voskuijl is niet tevreden over de opname. “Tot het begin van deze slide?” Van Zijl vindt het goed. “Sorry Mark, minimum airspeed en maximum airspeed’staan in het script anders dan in de slides”, zegt Westerveld. “O, dat kun je dan beter in het script andersom doen”, zegt Voskuijl. Hij neemt snel een slokje water voordat de opname verder gaat. “Mark, je kunt naar voren lopen”, zegt Solisa. Tijd om een afleiding op het smartboard uit te schrijven. “So, let’s draw eh… o, kan het even opnieuw, jongens?” Ja hoor, dat mag. “So, let’s draw this performance diagram.” In de opnamekamer verschijnt een krijtbord in beeld met een diagram en formules. “Power is drag multiplied with speed”, zegt Voskuijl terwijl hij de formule op het bord schrijft. “Nu naar de presentermode”, zegt Van Zijl in de opnamekamer. “Was hij goed?”, vraagt Voskuijl. “Ja, hartstikke oké.”


Lesgeven voor een mooc is compleet anders dan lesgeven voor een groep. “Alles is voorgekauwd, elk woord is doordacht”, zegt Van Lier. “Je hebt geen interactie en wordt niet gevoed met vragen, maar uit ervaring weet je wel ongeveer wat studenten moeilijk vinden.” Via animaties is lesstof anders uit te leggen. “In de collegezaal kan ik daar duizenden woorden aan vuil maken, dat hoeft nu niet meer”, zegt Smets. Sterker nog: hij en Van Lier gaan de moocs inbouwen in hun campusonderwijs. In februari geeft Van Lier zijn mooc als spoc (specific personal online course) aan zijn campusstudenten. Die moeten de mooc dan via BlackBoard bekijken en krijgen dus minder hoorcolleges. Het college is voortaan bedoeld voor vragen en opdrachten. “Het belangrijkste voordeel is dat ze dan stiekem meer tijd aan de stof besteden, want het huiswerk is dan: colleges volgen”, zegt Smets. “Je hebt meer tijd om diep op de stof in te gaan.” Pure tijdwinst en een impuls voor het reguliere campusonderwijs, vindt Van Lier.


Daarnaast is de mooc een marketinginstrument om toptalenten te trekken en te selecteren. Zo mogen de beste twee deelnemers aan de solar-mooc een week onderzoek doen in een lab van de TU, en mogen de tien beste deelnemers van de water-mooc gratis het online mastervak fundamentals of water treatment volgen in de hoop dat ze ook meer betaalde online cursussen gaan doen. Dat betekent volgens Smets ook dat de slagingspercentages aan de TU omhoog gaan.


Idealisme


Een ander belangrijk element om de mooc te maken was voor Van Lier en Smets idealisme: kennis voor iedereen toegankelijk maken. “De wereld komt een stapje verder als we allemaal hetzelfde basis-niveau hebben”, zegt Van Lier. Smets zegt dat hij geluk heeft gehad dat hij naar een universiteit kon. “Niet iedereen heeft daar toegang toe. Als ik ook maar één persoon kan inspireren verder te gaan, heb ik al voldoende bereikt.”


Smets’ mooc, die de TU ongeveer een ton kostte, trok 56 duizend geïnteresseerden, van wie er uiteindelijk 21 duizend begonnen en een kleine drieduizend een certificaat behaalden.


“Als je bedenkt dat de afgelopen jaren aan de TU jaarlijks gemiddeld vijftig studenten het examen haalden, betekent dit dat ik hier in één keer zestig jaar werk heb verricht”, zegt Smets met een grijns van oor tot oor.


Smets is het niet eens met critici die menen dat mooc’s collegezalen gaan vervangen. “Dat vind ik een kul-argument. Het doel is niet vervangen maar complementeren. Hetzelfde argument zou je kunnen gebruiken voor Facebook, maar dat heeft ons sociale leven toch ook niet vervangen? Het geeft je extra mogelijkheden.”


Minister Bussemaker wil universiteiten meer ruimte geven om online onderwijs te gebruiken. Moocs zijn met begeleiding en goede toetsing in te passen in het reguliere onderwijs. Er zijn oplossingen voor identiteitsfraude bij deelnemers aan online onderwijs: toetsen op de campus voor eigen studenten die bijvoorbeeld een mooc bij MIT volgen, zegt directeur onderwijs en studentenzaken Timo Kos. Vooralsnog leveren moocs studenten nog geen studiepunten op.


Een jaar na hun pionierswerk aan de TU, zijn Van Lier en Smets tevreden. Of het fenomeen mooc een hype of een onderwijsrevolutie is, weet Smets niet. “Collegevoorzitter Dirk Jan van den Berg zei tijdens de eindborrel dat je het moet zien als een ontdekkingsreis: we doen nieuwe dingen. Als we over vijftien jaar terugkijken was het misschien niks, misschien een beginstapje van een enorme onderwijsrevolutie.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.