Bij de internationalisering van het onderwijs aan de TU moet kwaliteit in plaats van kwantiteit voorop staan, vindt de studentenraad.
Met het strategisch plan Internationalisation of Education 2014-2020 wil de TU haar onderwijs de komende jaren internationaler maken. Ze wil onder meer dat over zes jaar veertig procent van de master- en tien procent van de bachelorstudenten uit het buitenland komen.
De studentenraad (sr) zei in een overleg met het college van bestuur (cvb) dat dit geen harde getallen mogen zijn. Er is al veel instroom van Nederlandse studenten, de raad waakt daarom voor een verdringingseffect en vindt dat kwaliteit voorop moet staan. Collegelid Anka Mulder zei het daar mee eens te zijn. Het gaat volgens haar echter niet om harde getallen, maar om een streven. “Wij denken dat een gemixter populatie beter is voor de kwaliteit van het onderwijs.”
Over het plan om het aantal gezamenlijke onderwijsprogramma’s met buitenlandse universiteiten uit te breiden, zei de sr dat de TU beter eerst haar bestaande programma’s kan verbeteren. Die functioneren nu niet allemaal even goed, erkent de dienst onderwijs en studentenzaken. Er zijn er nu een kleine twintig, waarvan er slechts twee meer dan twintig studenten trekken.
Meer bachelorprogramma’s Engelstalig aanbieden is volgens de sr niet slecht, maar misschien ook niet altijd nodig. “Bij opleidingen die internationaal georiënteerd zijn, kan het geen kwaad”, zei Sjoerd Bastiaansen van Lijst Bèta. “In andere gevallen zou de TU het niet moeten doen, anders wordt het meer een nice to have dan een kwaliteitsimpuls.”
Mulder zei kortgeleden aan faculteiten te hebben gevraagd of er gedachten zijn voor meer Engelstalige bachelors, maar had daar nog geen reactie op gehad. Ze wees er op dat de voertaal bij de Rijksuniversiteit Groningen Engels wordt en zei een technische universiteit bij uitstek een internationale omgeving te vinden. “We hebben nu drie Engelstalige bacheloropleidingen, ik vind het niet erg als dat er over een paar jaar meer zijn.”
De sr wees daarentegen op de grote overgang voor studenten als zij van de middelbare school naar een universiteit gaan. “We zien nu al dat mensen moeite hebben om te aarden en hun punten te halen”, zei sr-voorzitter Chiem Ringers van Oras. “Taal moet niet een extra barrière zijn.” Volgens onderwijs en studentenzaken is dat echter een momentopname, omdat veel middelbare scholen en basisscholen nu ook overgaan op tweetalig onderwijs.
Mulder is het met de sr eens dat niet driekwart van de afgestudeerden internationale ervaring zou moeten hebben, maar gewoon iedereen. Over een ander getal was wat meer discussie: de twintig procent student-assistentschappen die de TU wil reserveren voor internationale studenten. Dat klinkt volgens de sr naar positieve discriminatie, maar volgens Mulder is het een ‘belangrijk duwtje in de rug’ om bij te verdienen en betere kansen te krijgen op de arbeidsmarkt. Nu hebben slechts enkele internationale studenten een student-assistentschap. Mulder wil over een paar jaar meten of er sprake is van vooruitgang.
Comments are closed.