De TU heeft er een nieuw speerpunt bij: science and technology for global development. Het Delft Global Initiative (DGI) moet onderzoek, innovatie en onderwijs op dat gebied samenbrengen en stimuleren.
Het doel van het DGI is om tot oplossingen te komen voor wereldwijde maatschappelijke problemen, om zo vooral landen in ontwikkeling verder te helpen. Hoogleraar watermanagement Nick van de Giesen is wetenschappelijk directeur. Hij benadrukt dat het DGI niet gaat om het geven van ontwikkelingshulp. “We richten ons op de pre-emerging countries, landen in opkomst. We willen partnerschappen aangaan met mensen daar. We gaan geen putten graven.”
Het DGI wil in twee à drie jaar tijd een wereldwijd wetenschappelijk netwerk opzetten. “Wetenschappelijke kwaliteit is voor ons het allerbelangrijkste. Veel universiteiten delen onze interesse, maar een netwerk is er bij mijn weten nog niet.” Ook niet-gouvernementele organisaties en lokale partijen moeten onderdeel worden van het netwerk. “Het gaat om gelijkwaardige strategische partnerschappen om integrale oplossingen te vinden voor problemen waar landen als Ghana mee te maken hebben.”
Voor zowel de opkomende landen als voor ontwikkelde landen als Nederland is hier iets te winnen, verwachten Van de Giesen en programmamanager Jennifer Kockx. Zij spreekt van reverse innovation. Neem het waterleidingsysteem. In Nederland bestaat dat allang. Het werkt goed, maar steeds meer mensen vragen zich af waarom we de wc doorspoelen met drinkwater. In landen waar de leidingen nog moeten worden aangelegd, kan daarmee rekening worden gehouden. En Nederland kan daarvan leren.
Om het DGI een kick start te geven, zoals Van de Giesen het noemt, trekt het college van bestuur bij uitzondering geld uit om promovendi aan te stellen. Eind januari volgt een collegebesluit over deze zogenaamde Delft Global Research Fellowships. Naar verwachting wordt de eerste call voor deze fellowships dit kwartaal nog uitgeschreven.
Samen met het oprichten van het DGI valt de opheffing van het Delft Environment Initiative (Denvi), waarvan Van de Giesen ook wetenschappelijk directeur was. Het Denvi had volgens het college van bestuur te weinig focus. “Mensen bleken niet zo’n beeld te hebben bij zo’n breed begrip als ‘environment’”, aldus Van de Giesen. “We zijn zeven jaar geleden begonnen en onze strategie is succesvol geweest, al was het alleen maar omdat techniek nu weer wordt gezien als deel van de oplossing en niet als deel van het probleem.”
Comments are closed.