Het loonakkoord tussen overheid, werkgevers en enkele vakbonden lijkt voor even gered. De pensioenpremie gaat namelijk omlaag, al zinspeelt het ABP al meteen op een stijging in april.
Het pensioenfonds ABP verlaagt de pensioenpremie met bijna twee procent. Daardoor krijgen werknemers in 2016 maandelijks meer loon uitbetaald.
Werknemers en werkgevers in de publieke sectoren – waaronder het hoger onderwijs – keken met enige spanning uit naar deze beslissing van pensioenfonds ABP. Een eventuele stijging van de premies zou het fel bevochten loonakkoord onder druk kunnen zetten.
In dit akkoord heeft de overheid met werkgevers en enkele vakbonden een loonsverhoging van vijf procent afgesproken. Het hogere netto loon zou deels tot stand komen door verlaging van de pensioenpremies. Maar er ontstond al snel twijfel of het ABP wel geld genoeg in kas had.
Die premieverlaging is er dus toch gekomen, maar voor hoe lang? Het ABP-bestuur onderstreept “dat er mogelijk vanaf 1 april 2016 een premieopslag moet worden ingevoerd”, aldus een bericht van het pensioenfonds. Hierover hakt het ABP in januari de knoop door.
Vakbond FNV doet niet mee aan het akkoord en spreekt van een sigaar uit eigen doos: het loon stijgt immers deels doordat werknemers minder pensioen opbouwen. De vakbond verloor een rechtszaak tegen het akkoord. Op de aangekondigde premieverlaging wil de vakbond niet reageren.
De voorstanders van het akkoord, zoals vakbond CNV, wijzen erop dat een hoger salaris uiteindelijk ook tot een hoger pensioen leidt. Bovendien laat de overheid eindelijk de nullijn los: al jaren kon het loon in de publieke sector niet of nauwelijks stijgen.
Volgens het CNV komt het akkoord sowieso niet in gevaar door hogere pensioenpremies. Die kunnen immers altijd stijgen of dalen, al naar gelang de rentestand en andere factoren, zegt een woordvoerder.
Toch maakten zowel werkgevers als vakbonden zich in oktober grote zorgen over de premiestijging. Ze stuurden gezamenlijk een brandbrief aan het kabinet. Zo’n stijging zou voor “zeer grote problemen” zorgen en een goede cao “nagenoeg onmogelijk” maken.
Het is afwachten wat het loonruimteakkoord precies voor het hoger onderwijs betekent: het is namelijk geen nieuwe cao, maar een soort paraplu boven afzonderlijke cao’s. Met universiteiten en hogescholen waren al loonsverhogingen afgesproken en de nieuwe afspraken over loonruimte worden daarmee verrekend.
Overigens bevriest het ABP momenteel de pensioenen. Er is te weinig geld om de uitkering aan gepensioneerden te verhogen.
Comments are closed.