Moeten we robots dopen? Dat was de hoofdvraag tijdens een discussie dinsdag 24 januari op de zolder van De Waag. Het Nederlands Dagblad organiseerde een thema-avond waarin ze geloof en wetenschap wilden samenbrengen.
Zo’n dertig – veelal grijze – gelovigen waren aanwezig om te discussiëren over het dopen van robots. Het onderwerp deed de voorgaande dagen veel stof opwaaien op de Facebookpagina van de christelijke krant. ‘Een voorproefje van een 1-aprilgrap!’ ‘Volgens mij is ND gek geworden!’ ‘Gaan we ook huisdieren dopen?’ luidden verbaasde reacties. Toch waren zowel sprekers als het publiek in De Waag serieus.
De eerste spreker, Chris Verhoeven, docent zwermrobotica bij het TU Delft Robotics Institute, is voorstander van dopen. Hij beweerde in zijn tien minuten durende pitch dat dopen betekent dat je iemand in je gemeenschap sluit. Op het moment dat we robots in huis nemen en gedrag aanleren, is dat te vergelijken met iemand in je gemeenschap sluiten, zo stelde hij. We hebben scheppende krachten gekregen van God om nieuwe ‘dieren’ te maken; hijzelf bouwt voor zijn zwermtheorie wilde robots die te temmen zijn. Een nieuwe soort mag van Verhoeven gedoopt worden.
De andere spreker, Eppo Bruins, Tweede-Kamerlid van de ChristenUnie, was het niet met hem eens. Hij vroeg zich filosofisch af wat dopen is en wat je daarvoor nodig hebt. Iemand die gedoopt wordt moet volgens hem een bewustzijn, vrije wil en leven hebben. Deze drie eigenschappen heeft een robot niet. Bruins haalde Genesis aan, waarin God iets schiep uit niets; iets met een ziel. Hij zei niet te hopen dat we robots krijgen waarvan we twijfelen of ze bewustzijn en vrije wil hebben.
Praten met God
Het publiek discussieerde over deze stellingen. Wat is de doop? Wie maakt uit wat een goede of slechte robot is? Waarom zouden wij niet mogen scheppen? Kun je een autonome robot zo programmeren dat hij binnen de grenzen blijft die jij wil? Bruins stelde dat hij communiceert met God, en God met hem. Hoe zou een robot dat moeten doen? De toehoorders knikten bedachtzaam en reageerden fel, maar stelden niet de voor de hand liggende vraag over hoe Bruins communiceert met God. Daar twijfelde niemand aan.
Na de officiële discussie ging het gesprek door, met een biertje in de hand. Ondanks dat er in Delft wel vijf christelijke studentenverenigingen zijn, waren er maar vier studenten aanwezig. Hoe die hier terecht kwamen? “Ik ben een vriend van het meisje dat fagot speelde in de kleine pauzes”, zegt de een. Twee anderen kwamen omdat ze Verhoeven kennen en ze hem een leuke spreker vinden. Dat was hij zeker, maar als niet-gelovige voelde ik me toch een buitenstaander op deze avond.
Roos van Tongeren is freelance nieuwsredacteur bij Delta.
Comments are closed.