Onderwijs

Moet technische aardweten schappen zich zorgen maken?

De bachelor technische aardwetenschappen heeft bijna de helft minder eerstejaars dan vorig jaar. De opleidingsdirecteur maakt zich geen zorgen. “Kwaliteit boven kwantiteit.”

Met 49 eerstejaars heeft technische aardwetenschappen dit jaar 45 procent minder inschrijvingen dan in 2017. (Foto: Wikimedia Commons)

Met 47 eerstejaars heeft de studie 45% minder inschrijvingen dan in 2017. Een sluitende verklaring voor de daling heeft Jan Kees Blom, de nieuwe opleidingsdirecteur van applied earth sciences, zoals de bachelor sinds 2014 officieel heet, niet. “Als ik in het brein van een gemiddelde middelbare scholier kon kijken, was ik inmiddels schatrijk geweest”, lacht hij.

Toch kan hij redenen bedenken waarom studenten de studie links laten liggen. “We zijn altijd een kleine opleiding geweest en onbekend maakt onbemind. Daarnaast hebben we ons imago niet mee. De discussie over gaswinning in Groningen is natuurlijk niet bevorderlijk voor onze naamsbekendheid. Studenten zien olie en gas op onze website staan en denken, ‘dat moeten we niet hebben’.” Hij kan het studenten dan ook niet verwijten dat ze niet voor de studie kiezen. “Ik zeg altijd op voorlichtingsdagen: doe vooral wat je leuk vindt.”


Verkeerde verwachtingen

Voormalig onderwijsdirecteur Evert Slob benadrukt dat de studie over veel meer dan alleen olie en gas gaat. “Vroeger waren die onderwerpen belangrijker, inmiddels is het studiegebied veel breder. Dat zie je aan de naamsveranderingen; de opleiding heette eerst mijnbouw, toen het een afsplitsing was van scheikunde. Toen werd het mijnbouw en petroleumwinning en daarna aardwetenschappen.”


Als je niet gemiddeld een zeven staat voor wis-, natuur- en scheikunde moet je niet aan deze opleiding beginnen


Hoewel de instroomcijfers de afgelopen jaren hoger waren dan nu, was er in die jaren veel uitval van de studenten. Sinds dit jaar is daarom de voorlichting aan aankomende eerstejaars aangepast, in de hoop dat de minder grote instroom gecompenseerd wordt met een kleiner aantal afhakers.

“In sommige jaren hebben we tot zestig procent van de instroom moeten wegsturen”, zegt Timo Heimovaara, die tot oktober dit jaar opleidingsdirecteur was van de studie. “Het valt veel studenten tegen hoe abstract de basisvakken zijn. Omdat we niet kunnen selecteren aan de poort, zijn we nu onder andere gaan benadrukken dat als je niet gemiddeld een zeven staat voor wis-, natuur- en scheikunde, je niet moet beginnen aan deze opleiding.”

Hij vindt het teleurstellend dat de instroomcijfers dalen. “Maar het is veel verdrietiger voor studenten om erachter te komen dat ze een verkeerde keuze hebben gemaakt.”


Goede hoop

Jan Kees Blom, de huidige opleidingsdirecteur, heeft goede hoop voor de komende jaren. “We gaan elk jaar uit van 120 nieuwe studenten. Dat is een mooi aantal wat we goed aankunnen. Natuurlijk had ik er dit jaar liever meer gehad, maar het is niet het einde van de wereld. We hebben nu een leuke, gemotiveerde club eerstejaars. De discussie hoeft wat mij betreft niet om nummertjes te draaien. Kwaliteit gaat hier boven kwantiteit.”


Onderwijsdirecteur Slob ziet de daling in het aantal inschrijvingen als onderdeel van een grotere schommeling. “Bij een kleine opleiding is je instroom nu eenmaal minder stabiel.” Volgens hem zijn er uiteenlopende redenen waarom scholieren voor de studie kiezen, waardoor het elk jaar weer afwachten is.

“We hebben ooit de motivaties van studenten in kaart gebracht. Maar dat ging van studenten die uitgebreid hadden uitgezocht wat de studie inhield tot een student die iets in Delft wilde doen en aardwetenschappen koos omdat hij dat als eerste tegenkwam in de alfabetische lijst.”


De Mijnbouwkundige Vereeniging, studievereniging van technische aardwetenschappen, wil geen uitspraken doen over de dalende instroom. “Wij houden ons als vereniging niet bezig met de werving van nieuwe studenten, dat doet de afdeling communicatie”, zegt penningmeester Eva Potthoff. Omdat de vereniging naar eigen zeggen geen verwachting had van een bepaald aantal inschrijvingen, valt de huidige instroom niet mee of tegen: “Je kunt het zien als incident of als trend. Voor ons is het nu nog een te korte termijn om daar iets over te zeggen.”


Mirjam van der Ploeg / Stagiaire

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.