Aardwarmtesector is nog een ‘Wild Westen’

Staat het Delft Aardwarmte Project op losse schroeven? ‘Het is maar de vraag of [het project] nog steeds doorgaat nu het Staatstoezicht op de Mijnen zegt dat de veiligheid van aardwarmteprojecten niet kan worden gegarandeerd.’ Dat schreef het AD op 19 oktober 2017.

Een streep door de plannen zou als een verrassing komen. In september maakte de TU immers bekend dat ze een rijkssubsidie van maximaal 45 miljoen euro krijgt voor een project om aardwarmte te koppelen aan het reguliere warmtenet.

“Er is niet zo veel aan de hand”, reageert TU hoogleraar reservoirsystemen prof.dr.ir. Jan Dirk Jansen (CiTG) die nauw betrokken is bij het Delft Aardwarmte project.

“Afgelopen zomer zorgde Staatstoezicht op de Mijnen voor nogal wat onrust”, zegt Jansen. “In het jaarlijkse rapport ‘De Staat van de sector Geothermie’ trekt Harry van der Meijden, Inspecteur-generaal van (SodM), aan de bel. Volgens hem zijn veel partijen in de aardwarmtesector niet professioneel genoeg en onderschatten ze de risico’s. Daar maakt hij zich terecht zorgen over. Maar wij gaan met ervaren bedrijven werken. Als het college van bestuur de plannen tenminste goedkeurt. Ze neemt daar in maart 2018 een besluit over. Vervolgens is het aan een heel circus van instanties – waaronder SODM en TNO – om onze aanvraag te beoordelen.”

‘Het is nu nog een Wild Westen’

Rector Karel Luyben laat desgevraagd weten dat hij denkt dat het met de ontwikkelingen omtrent aardwarmte de goede kant op gaat.

“Het is een sector in ontwikkeling. In zulke situaties zie je vaak dat het eerst een Wild Westen is en dat het daarna gereguleerd wordt. De aardwarmtesector zou nog wat beter gereguleerd mogen worden. Voor de TU is het wetenschappelijk gezien zeer interessant om betrokken te zijn bij de winning van aardwarmte. Er wordt nu goed naar de business case gekeken. Wij gaan de bron niet exploiteren. We zijn immers geen warmtebedrijf. De vraag is nog of we het project gaan faciliteren en of we aandelen nemen.”

200 duizend gigajoule

De TU beschikt sinds 2009 over een exploratievergunning voor een zestig vierkante kilometer groot veld dat op 2500 meter diepte ligt. Uit proefboringen in de omgeving is duidelijk geworden dat er zich op tweeënhalve kilometer diepte een waterdragende poreuze laag bevindt. Boringen zijn verricht in de Delftse Hout, en zelfs op de campus waar ooit het Shellstation stond aan de voet van het EWI-gebouw. Dat het principe werkt, bewijzen de installaties bij potplantenkweker Ammerlaan en tomatenkweker Duijvestijn in Pijnacker die sinds 2010 uit dezelfde warmtebron putten.

Een grote uitdaging vormt het inpassen van het warme water in bestaande warmtenetten in de omgeving van de campus. De aan te leggen aardwarmtebron levert naar verwachting circa 200 duizend gigajoule per jaar op, genoeg voor de verwarming van ruim vijfduizend huishoudens en aanzienlijk meer dan de TU zelf nodig heeft.