Bij een afstudeerrichting fiscaal recht van vier universiteiten hadden Amsterdamse bedrijven en de Belastingdienst veel te zeggen. Ook de TU worstelt met externe financiering.
Journalistiek platform Follow The Money (FTM) publiceerde deze week een onderzoek naar de afstudeerrichting Accent indirecte belastingen. Dat is een gemeenschappelijke track van de masteropleidingen fiscaal recht aan de Universiteit Maastricht, Tilburg University, de Vrije Universiteit Amsterdam en de Universiteit Leiden. Er worden btw- en douanespecialisten opgeleid.
25 duizend euro
De track wordt gesponsord door de Belastingdienst en zes grote Zuidaskantoren: Baker McKenzie, Deloitte, EY, KPMG Meijburg & Co, Loyens & Loeff en PwC. Die zouden elk 25 duizend euro per jaar betalen en daar veel voor terug krijgen.
In 2015 schreven de universiteiten dat het – anders dan bij andere opleidingen – mogelijk was om rekening te houden met behoeften van de sponsoren en dat ze in een vroegtijdig stadium talenten konden identificeren. Uit notulen en e-mails die FTM bij de Universiteit Maastricht opvroeg zou blijken dat de sponsoren meebeslissen over de aanstelling van hoogleraren, docenten en de inhoud van het onderwijs.
Volgens FTM hebben de sponsoren vertegenwoordigers in de raad van toezicht van de gemeenschappelijke afstudeerrichting en wordt er, mogelijk in strijd met de privacyregels, een databank met gegevens van alumni bijgehouden die voor personeelswerving wordt gebruikt.
Academische vrijheid
Volgens critici die aan het woord komen, is de opleiding te beroepsgericht en is de academische vrijheid in het geding. Ook onderwijsminister Dijkgraaf maakt zich zorgen en wil uitleg van de vier universiteiten, zegt hij tegen FTM. Universitaire opleidingen mogen wat hem betreft best beroepsgericht zijn, maar dat moet niet ten koste gaan van hun academische vrijheid.
De VU gaat onderzoeken of de onafhankelijkheid van de afstudeerrichting voldoende is gewaarborgd. Daarbij wordt ook gekeken naar ‘tax & technology’, een andere afstudeerrichting van fiscaal recht. De Universiteit Leiden laat aan Follow the Money weten dat ze de relatie met het samenwerkingsverband wil heroverwegen.
Dubbele petten
Er is al jaren discussie over de samenwerking tussen universiteiten en het bedrijfsleven. Die kwam begin in 2021 opnieuw in een stroomversnelling na publicaties van de Volkskrant en Folia over hoogleraren belastingrecht en fiscale economie die tevens in dienst waren bij grote Zuidaskantoren.
Met hulp van de universiteiten stuurde minister Dijkgraaf begin dit jaar een overzicht naar de Tweede Kamer waaruit bleek dat minstens 263 leerstoelen van Nederlandse universiteiten betaald worden door onder meer de Belastingdienst, lokale overheden, instanties en stichtingen.
Maar na onderzoek van het Financieele Dagblad moest hij erkennen dat die lijst verre van volledig was. Hij wil dat de universiteiten meewerken aan een landelijk register waarin iedereen kan zien welke bijbanen hoogleraren en andere onderzoekers hebben.
TU Delft
Met dat onderwerp worstelt ook de TU Delft. Op 12 maart schreef het FD over de Delftse ‘waterstofhoogleraar’ Ad van Wijk. Hij bleek tussen 2016 en 2021 voor twee dagen in de week gesponsord te zijn door Netbeheer Nederland, de belangen- en lobbyorganisatie van netbeheerders in Nederland. Het had dit destijds niet gemeld, omdat hij niet zou hebben geweten dat dat volgens de Nederlandse Wetenschappelijke Gedragscode Integriteit moest. De TU Delft bevestigde aan het FD dat Van Wijk daar destijds inderdaad niet op is gewezen, terwijl hij wel werd geacht zich eraan te houden.
Een paar weken eerder, op 2 maart, stuurde rector Tim van der Hagen via de TU-nieuwsbrief nog zijn kijk op ‘samenwerking en transparantie’ rond (die is ook te vinden op intranet). Dat was weer een reactie op onderzoek van de Volkskrant naar hoogleraren die (deels) gesubsidieerd zijn door de fossiele industrie.
In tegenstelling tot de TU Eindhoven en de Universiteit Twente wilde de TU geen namen verstrekken, maar alleen de benamingen van de drie betreffende leerstoelen, die ook vermeld staan in een onlangs gepubliceerde lijst met (deels) extern gefinancierde leerstoelen.
In zijn statement aan TU-medewerkers lichtte Van der Hagen die keuze toe. Volgens hem zou de discussie moeten gaan over geldstromen en niet over de mensen erachter. Naast openheid en transparantie heeft hij namelijk ‘nog een heel belangrijke verplichting’, schreef hij, en dat is ‘de zorgplicht naar onze medewerkers toe’.
“Onze wetenschappers hebben het tegenwoordig soms zwaar te verduren op (sociale) mediakanalen. Dat is betreurenswaardig, want de discussie zou moeten gaan over de inhoud, en onderzoekers zouden zich veilig moeten voelen om dat debat aan te gaan.” Hoe dat zou moeten zonder zichzelf als persoon kenbaar te maken, wordt in de brief niet duidelijk.
HOP, Hein Cuppen/Delta, Saskia Bonger
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
redactie@hogeronderwijspersbureau.nl
Comments are closed.