Basisscholen blijven langer dicht en dat is voor veel ouders van jonge kinderen een domper. Ook TU-docenten zitten weleens met hun handen in het haar vanwege thuisonderwijs.
Donderdag is tegenwoordig de meest productieve werkdag van TU-docent Johan Bijleveld (faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek). Op die dag heeft zijn vrouw, die vier dagen per week werkt als arts in het ziekenhuis, vrij en geeft ze de kinderen thuisonderwijs. En dat betekent dat hij op de campus mag werken. “Wat een stilte hier hè”, grinnikt hij vanuit zijn werkkamer via Microsoft Teams. Bijleveld heeft een dochter en twee zoons: Quinn (acht jaar, groep vijf), Ferre (vijf jaar, groep twee) en Thibo (twee jaar). Thuis is het een behoorlijk drukke boel. “Mijn kinderen kunnen prima zelfstandig werken en spelen. Maar als ik mijn laptop open, is het toch vaak van ‘pap, wat ben je aan het doen, wat gebeurt er en wie is dat op jouw scherm?’”
TU-docent Rolf Hut (faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen) geeft op Twitter en Instagram een inkijkje in hoe het thuisonderwijs hem vergaat. Zijn volgers zien hoe Hut met zijn zoon Luuk (acht jaar, groep vijf) grote bouwwerken maakt van marshmallows en spaghetti, rekenopdrachten doet of zijn hoofd breekt over begrijpend lezen.
Zowel Bijleveld als Hut merken dat hun kinderen enorm gebaat zijn bij een dagschema. Luuk en Quinn krijgen sinds deze lockdown van school dagplanningen opgestuurd. Tijdens de eerste lockdown was dat wel anders. Ook toen sloten basisscholen een tijdje hun deuren, maar zonder een duidelijk programma te organiseren voor thuisonderwijs. Bijleveld: “Voordat Quinn een dagschema had, was het: ‘s ochtends moet je ergens beginnen met je schoolwerk en als je daar mee klaar bent gaan we ergens een keer naar buiten. Nu is alles vast omkaderd. Haar juf geeft aan het begin van de ochtend dagtaken door en hoe laat ze aan welk vak moeten zitten. Niet alleen zij vaart er beter op, maar het geeft mij als ouder ook meer houvast. Ik kan nu beter inschatten of ze alle opdrachten goed heeft gedaan.”
Quinn heeft de komende tijd les in de woonkamer in plaats van op school. (Foto: Johan Bijleveld)
Ook TU-docent Timon Idema (faculteit Technische Natuurwetenschappen) vindt een dagschema een verademing. Hij heeft twee kinderen: Aron (zeven jaar, groep vijf) en Jasper (vijf jaar, groep twee). “Aron begint de dag met een gezamenlijk gesprek met de klas. Daarna krijgt hij uitleg en vervolgens moet hij aan de slag.” Die structuur probeert Idema ook zelf mee te geven aan Aron en Jasper. “Vooral Aron vindt het fijn als duidelijk is wat hij moet doen. Dan zeg ik bijvoorbeeld dat ik tot zo en zo laat moet bellen en dat we daarna samen naar schoolopdrachten kijken.” Vlak voor de kerstvakantie bood de school nog geen programma aan en moesten Idema en zijn vrouw alles zelf verzinnen. “Toen ging het een stuk moeizamer. Als Aron vraagt wat hij moet doen en er komt er geen antwoord, dan is hij niet happy.”
Agenda’s in de aanslag
Rolf Hut en zijn vrouw spreken elke dag af wie wanneer bij hun zoontje meekijkt. “Je kunt van een achtjarig kind niet verwachten dat hij de hele dag zelfstandig werkt, dus we proberen elk kwartier even bij hem langs te lopen. Soms is het gewoon een kwestie van je hoofd om de hoek steken.” Ook spreken ze op basis van hun agenda’s af bij wie Luuk langs mag gaan als hij tussentijds vragen heeft. “Nu geef ik bijvoorbeeld een interview aan Delta en straks heb ik een gesprek met een bachelorstudent. Dat zijn afspraken waarbij Luuk best even naar binnen mag lopen”, zegt hij terwijl hij gordijnen met daarop kleurrijke krokodillen en vissen dichttrekt. “Ik werk nu op de oude kamer van mijn zoon.”
De oude kamer van Luuk (links) is nu de werkkamer van Rolf Hut (rechts). (Foto: Rolf Hut)
Uit een enquête van vakbond FNV blijkt dat als de scholen langer dicht blijven, 83 procent van de werkende ouders problemen of zelfs ernstige problemen voorziet bij de combinatie van werk, opvang en thuisonderwijs. Vooral voor Bijleveld is het vaak flink goochelen om thuisonderwijs te combineren met werk. Meestal is hij de enige ouder thuis. Zo nu en dan schakelt hij hulp in om bijvoorbeeld zelf aan zijn studenten les te geven. “Dan laat ik de oppas een paar uur komen of breng ik mijn jongste zoontje naar de kinderopvang.” Werk dat niet overdag niet lukt, verschuift voor alle drie de docenten nu naar de avonden en weekenden. Idema: “Maar je moet ook kritisch zijn op wat je wel en niet doet. Onderwijs geven aan mijn studenten en bepaalde onderzoeksprojecten kunnen niet wachten, maar ik heb ook dingen laten vallen die ik later in het jaar alsnog kan doen.”
Plankwoorden en begrijpend lezen
Of hun didactische vaardigheden als universitair docent ze helpt tijdens het geven van thuisonderwijs? Niet echt, zeggen ze. En ja, ook zij zitten weleens met hun handen in het haar. Hut: “Ik weet hoe ik mijn studenten moet motiveren. Maar een achtjarig kind motiveren? Geen idee. Ik wéét gewoon niet hoe dat moet.”
Voor helpen met rekenen of technische opdrachten draait Hut zijn hand niet om, maar bij taalvakken ligt dat anders. Vooral begrijpend lezen is een struikelblok, zegt hij. “Dat is voor zowel mij als Luuk een hel. Laatst zei hij: ‘Ja maar de meester kan het wél goed uitleggen!’. Op zo’n moment ben je even radeloos.” Het helpt ook niet mee dat lesstof tegenwoordig anders is dan toen Idema, Hut en Bijleveld zelf kind waren. Bijleveld: “Mijn dochter leert taal aan de hand van veel meer regeltjes dan ik. Ze krijgt bijvoorbeeld les over ‘plankwoorden’, dat zijn woorden waarbij geen G tussen de N en de K mag staan. Ik heb geen flauw idee waarom ze taal op die manier moeten leren.”
Aron doet zijn schoolwerk van achter een bureau op zijn slaapkamer. (Foto: Timon Idema)
Er zijn ook zorgen. Zorgen over de sociale ontwikkeling van hun kinderen. “Op school doen ze sociale vaardigheden op die wij ze thuis niet kunnen aanleren”, zegt Bijleveld. “Als een klasgenootje Quinn op school vraagt om iets uit te leggen dan leert ze daar zelf ook veel van.” De zoon van Hut is enig kind waardoor hij momenteel relatief weinig met leeftijdsgenoten omgaat. “We maken wel speelafspraken voor hem, maar dat is anders dan twintig uur in de week met dertig leeftijdsgenoten in een klas zitten en elke dag samen spelen tijdens het speelkwartier.”
De kinderen van Hut, Idema en Bijleveld missen het om naar school te gaan. “Aron mist zijn klasgenootjes en zijn juf. Als je zegt: morgen kun je óf naar school óf we gaan door met thuisonderwijs dan weet ik wel wat hij kiest.” Toch betekent al dat thuisonderwijs ook meer family time. “We zijn als gezin enorm naar elkaar toegegroeid”, zegt Hut.
Tips
- Hut: “Bij het ontbijt schrijft mijn vrouw de dagtaak op die de meester doorgeeft, met subopdrachten die Luuk één voor één kan afvinken. Dat is gebaseerd op de methodiek voor to-do -lijstjes van Mythbusters-presentator Adam Savage. Het gaat er daarbij vooral om dat je op vaste tijden iets kan afvinken zodat je het gevoel van progressie hebt.”
- Bijleveld: “Zorg ervoor dat je weekdagen duidelijk onderscheidt van weekenddagen, zodat deze periode niet één grote brij wordt. Wij proberen in het weekend leuke dingen thuis te doen, zo deden we afgelopen zaterdag een filmavond met z’n allen.”
- Idema: “Laat je kinderen elke dag buiten spelen. En zorg ervoor dat ze een plek hebben waar ze ook eens alleen met de juf kunnen praten. Zo hebben ze het gevoel dat ze echt even alleen zijn met de juf.”
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
a.m.debruijn@tudelft.nl
Comments are closed.