Ongecategoriseerd

Studeren in coronatijd. Hoe bevalt dat?

Onlineonderwijs is nu de standaard. Studenten switchen tussen Brightspace, Zoom, Whatsapp en Teams. Maar hoe beleven ze de eenzaamheid en stuurloosheid in tijden van corona?

Fysiek onderwijs zou voor masterstudenten weinig toevoegen. (Foto: Dalia Madi)

Eerder sprak de Delta al enkele docenten van grote eerstejaarsvakken, over hun ervaring en de logistieke uitdagingen. Nu is het de beurt aan de studenten. Tegen welke problemen lopen zij aan? Delta sprak studenten van verschillende faculteiten, studiejaren, en achtergronden.


Nogal eenzaam

Eerstejaarsstudenten hadden zich het studeren heel anders voorgesteld. Waren ze eerst van plan op kamers te gaan, nu voelt dat als geldverspilling. Ook hebben ze het grootste deel van hun medestudenten nog nooit ontmoet. “Het onlineonderwijs is nogal eenzaam. Ik ken maar zeven mensen van mijn studie, en ook die zie ik maar een paar uur per week,” zegt Adriaan Koeman, eerstejaars Werktuigbouwkunde.


“Eigenlijk mag ik niet zeuren,” zegt Salomé Tiemersma, eerstejaars Industrieel Ontwerpen. “Vergeleken met andere universiteiten geeft de TU nog best veel fysiek onderwijs. Toch is het gek dat ik een heel groot deel van mijn studiegenoten nog niet eens heb gezien.”


Een ander nadeel is dat studenten elkaar niet op sleeptouw kunnen nemen. In je eentje opdrachten maken gaat langzamer, want als je vastloopt moet je alles zelf uitzoeken. “Ik heb nog geen goede manier gevonden om op afstand goed samen te kunnen werken”, laat Adriaan weten. Salomé: “In de eerste colleges begreep ik niet alles. Toen miste ik het om naast iemand te zitten en even te vragen waar we gebleven waren.”


Het opwindendste van het hele studiejaar

Toch heeft onlineonderwijs ook voordelen. Studenten die niet op kamers wonen hoeven slechts één of twee keer per week naar Delft te komen. Veel studenten vinden het comfortabel om thuis in de badjas een college te kijken. Degenen die er voor de coronacrisis ook al vaak voor kozen om colleges thuis terug te kijken, doen dat nu nog meer. Zelfs als het mogelijk is om een hoorcollege fysiek bij te wonen, blijken slechts enkelen daarvoor te kiezen.


Degenen die wel op college komen, waarderen het fysieke onderwijs. “On-campus zijn meestal de leukste colleges”, zegt Salomé. “Door de werksfeer die je met je groepje creëert is het makkelijker om je aandacht bij het werk te houden.” Daarbij is het sociale aspect uiteraard ook waardevol. Christoph Haasis, internationale student Civil Engineering, laat weten: “De paar on-campus colleges die we gehad hebben waren de opwindendste van het hele studiejaar tot nu toe. Het was fantastisch om zo veel bekende gezichten in één keer weer te zien.”


Tegelijkertijd brengt on-campus onderwijs wel extra uitdagingen met zich mee. Ook al zit er genoeg afstand tussen alle zitplekken, en neemt iedereen de maatregelen serieus, toch is het moeilijk afstand te bewaren als je door de gangen loopt en in gesprek bent, vertelt Adriaan.  Christoph herkent dat. “Misschien is het een goed idee om tussen de colleges door mondkapjes te dragen”, stelt hij voor.


Flexibel zijn

Terwijl eerstejaars nog wel eens op de campus komen, werken masterstudenten zo goed als uitsluitend online. Jan-Willem, masterstudent Applied Physics, somt de kanalen op: “Brightspace voor de documenten, Zoom voor de colleges, Discord voor de werkcolleges, Whatsapp voor overleg met je groepje, en een papieren formulier om je aan te melden voor de werkcolleges. Allemaal voor hetzelfde vak. En dan gebruik ik ook nog Microsoft Teams, om te overleggen met mijn scriptiebegeleider.”


“Fysiek onderwijs zou voor masterstudenten weinig toevoegen”, vertelt internationale student Civil Engineering Shirley Feng. “In academische zin is dat ook wel zo, maar in sociaal opzicht vind ik het erg jammer.”

“Ik denk niet dat er bij dat besluit rekening is gehouden met studenten,” vult Christoph aan.


De coronabeperkingen pakken voor internationale studenten extra zwaar uit; even uitlopen met je masterscriptie vanwege beperkte toegang tot de laboratoria is een stuk ingewikkelder. Sommige internationale studenten zijn na de zomer niet teruggekomen naar Delft. Shirley begrijpt dat wel: “Sommige vakken bestaan alleen nog maar uit het terugkijken van oude colleges en een tentamen. Zelf heb ik ook getwijfeld of het wel de moeite waard was om te blijven. Maar omdat ik net was begonnen met settelen blijf ik toch.”


Niet meer naar de UB

Voor corona zaten overal op de campus mensen te studeren. De trappen voor de UB stonden vol als daar om acht uur de deuren opengingen. Wat de TU ook deed, studieplekken waren er nooit genoeg. Openstelling van collegezalen en de nieuwbouw van Pulse en Echo vergrootten het aanbod, maar de vraag bleef.


Nu moeten al die studenten opeens thuis studeren, waar meer afleiding is, en een goed studieritme lastiger te vinden. Christoph: “Thuis gemotiveerd blijven is een uitdaging. Ik was niet tevreden met mijn concentratie, daarom zet ik nu timers van 45 minuten en begin ik om 8:45, net als op de TU. Dat werkt wel.” Adriaan: “Het was de eerste weken lastig te weten hoeveel ik voor elk vak moest doen, omdat er maar 20 van de 42 studielasturen staan ingeroosterd.”


Slecht te vergelijken

De ondervraagde studenten denken dat het onderwijs wel te lijden heeft onder alle maatregelen. Ze waarderen de inzet van de universiteit, maar ze vinden ook dat fysiek onderwijs moet blijven. “Het verschilt per vak,” zegt Shirley. “Sommige docenten doen veel moeite om nog echt les te geven. Bij andere vakken zijn er niet eens contactmomenten, ook niet online.” Salomé denkt niet dat ze minder leert dan de eerstejaars van vorig jaar. “Maar de manier waarop is wel heel anders. Dat maakt het ook slecht te vergelijken.”


 


Chiel de Groot / Intern science desk

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.