Wetenschap
Interview AWTI

Advies: ‘Gebruik defensiegeld voor onderzoek en innovatie’

Universiteiten en hogescholen zouden meer defensieonderzoek moeten doen. Daarmee kunnen ze een deel van de forse bezuinigingen opvangen, zegt Jos Benschop van adviesraad AWTI.

Een F35 straaljager bij vliegbasis Volkel. (Foto: Berend Verheijen/Unsplash)

Translation in progress

‘Kennisoffensief voor defensie’ heet het nieuwe rapport van de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie (AWTI). Dat is de raad waarvan OCW-minister Eppo Bruins tot april 2024 twee jaar lang de voorzitter was en waarvan ook rector magnificus Tim van der Hagen tussen 2014 en medio 2022 lid was.

Het idee van het rapport is simpel. Vrede is niet vanzelfsprekend en er is jarenlang op de Nederlandse defensiemacht bezuinigd. Daar komt bij dat de wereldwijde dreigingen anders zijn dan vroeger. De Nederlandse defensie heeft kennis en innovatie hard nodig, meent de AWTI, en dat is een kans voor hoger onderwijs en onderzoek. AWTI-raadslid Jos Benschop, in het dagelijks leven executive vice president technology bij chipmachinefabrikant ASML, licht dit standpunt toe.

Waarom komen jullie met een advies over defensie?

“Vrede leek jarenlang vanzelfsprekend, maar de annexatie van de Krim en later de full blown invasie van Oekraïne hebben het denken over veiligheid, conflicten en oorlog weer op de kaart gezet. Daar komt bij dat de aard van conflicten gestaag verandert. Vroeger dacht je bij ‘oorlog’ vooral aan tanks en vliegtuigen, maar inmiddels hebben we ook te maken met misinformatiecampagnes, ondermijning en sabotage. Daar komt bij dat er ook steeds geavanceerdere wapens worden ontwikkeld. De dreiging is complexer dan vroeger.”

‘Fijn dat er een minister zit die er het best mogelijke van probeert te maken’

En er komt meer geld beschikbaar voor het ministerie van Defensie.

“Het hele speelveld verandert. Je ziet in heel Europa de uitgaven aan defensie stijgen, nadat we eerst dachten dat we alle tanks wel konden verkopen omdat we ze toch niet meer nodig hadden. Er ging steeds minder geld naar onze veiligheid.”

Door langdurige bezuinigingen is er bij defensie kennis en innovatievermogen verloren gegaan, schrijven jullie. Hoe lang duurt het om dit weer te herstellen?

“Dat is een kwestie van vele jaren. Iets afbreken doe je in een fractie van de tijd die het opbouwen kost. Maar het kan wel. We geven in ons advies een voorbeeld uit de Verenigde Staten. Daar hebben ze een Office of Naval Research opgericht, dat een academisch netwerk heeft opgebouwd en uitzoekt welke innovaties kansrijk zijn.”

Jullie pleidooi komt net nu het kabinet grote bezuinigingen op onderwijs en onderzoek heeft aangekondigd. Wat vinden jullie daarvan?

“De AWTI zegt keer op keer dat je moet investeren in het brede fundament van de wetenschap in Nederland, want daar bouwt alles op voort. Maar ja, wij Nederlanders kiezen het parlement en dat parlement leidt tot deze regering en haar bezuinigingen op onderwijs en onderzoek.”

Het is uitgerekend jullie voormalige voorzitter Eppo Bruins die deze bezuinigingen moet doorvoeren. Vinden jullie dat niet vreemd?

“Dat valt wel mee. Je kunt zeggen: hoe kan hij in godsnaam die bezuinigingen voor zijn rekening nemen? Maar ik denk vooral: fijn dat er iemand zit die er het best mogelijke van probeert te maken.”

‘Deze manier van kijken vergt voor velen een mentale en culturele omslag’

De universiteiten hebben waarschijnlijk weinig zin om over defensie na te denken, nu ze alle zeilen moeten bijzetten vanwege de bezuinigingen.

“Maar het is juist een kans. Als je ziet wat er in Europa allemaal aan innovation grants op het gebied van defensie wordt uitgegeven, dan zal dat ongetwijfeld zijn weerslag hebben hier in Nederland. Wij zeggen heus niet: ‘Hier hebben jullie nóg een taak, net nu jullie moeten bezuinigen.’ Nee, wij zeggen: let op, er gebeuren belangrijke dingen in de wereld en er gaan grote potten geld richting defensie. Dat geld gaat deels naar onderzoek en innovatie.”

Wat doet de TU Delft?

Het college van bestuur van de TU Delft heeft de innovatiepotjes van Defensie ook in de gaten. In een vergadering met de vakbonden zei collegelid Marien van der Meer dat het ‘interessant [is] om te kijken welke mogelijkheden er zijn’. Ze plaatste daarbij een kanttekening: “Al snappen we het ook als mensen zeggen dat we ons daar niet mee moeten inlaten. Daar moeten we het over hebben.”

De wetenschap wil open en internationaal zijn. Dat staat op gespannen voet met veelal geheim defensieonderzoek.

“Voor zulk onderzoek heb je vrij strenge regels, die op het eerste gezicht nogal botsen met bijvoorbeeld het ideaal van open science. Defensieonderzoek deel je niet met collega’s van over de hele wereld, maar het is wel belangrijk. Wij roepen op tot een dialoog over zulke kwesties. Ons advies is in zekere zin heel Nederlands: we moeten polderen.”

Open oog

In het rapport staat dat kennisinstellingen bereid moeten zijn ‘om met een open oog te kijken welk regulier wetenschappelijk onderzoek óók van militaire interesse zou kunnen zijn’. De raad noemt als voorbeelden AI, robotica en dergelijke, maar – gezien de ondermijning, misinformatie en soortgelijke dreigingen – ook media- en communicatiestudies en taal- en cultuurwetenschappen. “Deze manier van kijken vergt voor velen een mentale en culturele omslag.”

Eerder schreven jullie over het hete hangijzer van de kennisveiligheid. Dat woord komt in dit advies nauwelijks voor.

“Kennisveiligheid gaat over de andere kant van de medaille. Sommige onderzoeken kunnen onbedoeld militaire toepassingen hebben en dan moet je oppassen met wie er toegang toe heeft.”

HOP, Bas Belleman

HOP Hoger Onderwijs Persbureau

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

redactie@hogeronderwijspersbureau.nl

Comments are closed.