Als een papegaai op de schouder kan de mobiele telefoon van de toekomst zijn eigenaar gevraagd en ongevraagd advies geven over zijn omgeving.
Tenminste, als de bevolking niet te veel tegen een overdaad aan antennes protesteert.
‘Nog slechts tien kaartjes beschikbaar voor de film van vanavond’, bliept de mobiele telefoon in de buurt van de bioscoop. Even verderop, bij de supermarkt: ‘Drie zakken chips halen, twee betalen.’ Over een kleine tien jaar ben je met je mobiele telefoon waarschijnlijk zo nauwkeurig te traceren dat allerlei nieuwe diensten mogelijk worden.
Moet je je overenthousiaste telefoon dan toeschreeuwen dat je niet van al die reclame gediend bent? Nee, prof.dr.ir. Inald Lagendijk haast zich te zeggen dat dit te voorkomen is met intelligente mobieltjes die je afschermen tegen ongewenste informatie. Intelligente telefoontjes geven alleen dat soort informatie door waarvan ingeprogrammeerd is dat je erin geïnteresseerd bent.
Ingenieurs ontwikkelen de vierde generatie mobiele telefonie niet alleen voor reclamejongens en %meisjes. De toekomstige mobiele telefoon moet ook te gebruiken zijn als een elektronische Gouden Gids die weet waar hij zich bevindt. ,,Zo kun je aan je telefoon vragen waar en hoe laat de bus vertrekt en wat de locatie is van het dichtstbijzijnde Chinese restaurant.”
Zet deze nieuwe telefoon nog maar niet op je verjaardagslijstje voor volgend jaar. De vierde generatie mobiele telefonie zit alleen nog in de hoofden van onderzoekers. Op de TU werken er zo’n veertig mannen en vrouwen aan, in het Delft interfacultair onderzoekcentrum (dioc) UbiCom.
Tergend langzaam
Universal mobile telecommunications systems (Umts), de derde generatie mobiele telefonie, bestaat al op de tekentafels van de mobiele telecomgiganten. Umts is waarschijnlijk meer van hetzelfde, meent Lagendijk, programmaleider van UbiCom. ,,Meer mensen bedienen met een hogere bandbreedte per persoon. Als je nu je mobieltje aan je labtop knoopt is dat tergend langzaam en dat kan met umts veranderen.” Doordat er meer bits en bytes mee te versturen zijn moet umts niet alleen surfen op internet via de mobiele telefonie mogelijk maken, maar bijvoorbeeld ook het versturen van een muziekclip of een kort videootje met vakantie-impressies uit een ver oord.
De huidige gsm’tjes behoren overigens tot de tweede generatie en wap, waar je een beetje mee kan internetten, valt daar nog onder. Analoge draagbare telefoons vormden de eerste generatie mobiele telefonie.
Locatie-afhankelijke diensten zijn nieuw in mobiele telefonieland. Met de huidige afstand tussen de gsm-masten kun je al op een straat nauwkeurig bepalen waar iemand zich bevindt. ,,Voor de politie isdit soms al interessant, voor commerciële diensten is het nog te onnauwkeurig”, vertelt de hoogleraar informatie- en communicatietheorie.
De vierde generatie mobiele telefonie gaat zulke hoge frequenties gebruiken om signalen mee te verzenden dat er meer basisstations nodig zijn met misschien wel op elke lantaarnpaal een antenne (zie kader). Daarmee is in theorie een veel nauwkeurige plaatsbepaling mogelijk. Er zijn echter nog vele technische hobbels te nemen.
TU-bieb
Mobiele netwerken houden nu al in de gaten wie met welke mast praat. Dat levert enorme databestanden op. Als je ook nog wilt weten voor welke winkel of bioscoop iemand staat, is het de vraag of de netwerken niet overbelast raken, legt Lagendijk uit.
Om hier met onderzoekers uit verschillende disciplines slimme oplossingen voor te zoeken, heeft UbiCom zelf een nieuwe dienst bedacht voor in de TU-wijk. Het dioc werkt aan een bril waarmee informatie over de omgeving in het blikveld van de gebruiker wordt geprojecteerd. Sta je bij de TU-bieb en zoek je het Kluyverlaboratorium voor biotechnologie, dan kan een pijltje op de bril aangeven welke kant je op moet.
,,Dit project is technologisch gezien een grote uitdaging, omdat er enorm veel data-uitwisseling voor nodig is.” De bril moet namelijk alles om zich heen herkennen, bijvoorbeeld alle kanten van de TU-bieb. ,,Door zo’n technologische uitdaging te kiezen, worden onderzoekers tot het uiterste gedreven”, stelt Lagendijk.
En zo’n experimenteel platform is volgens hem ook dé manier om verschillende disciplines te laten samenwerken. ,,Het is een belangrijk bindmiddel. Goede samenwerking ontstaat alleen als mensen een gezamenlijk doel hebben.” Voor een goede samenwerking zitten alle UbiCom-onderzoekers voor een deel van hun tijd ook fysiek bij elkaar op de 16e verdieping van het ITS-gebouw.
De lat hoog leggen, betekent ook dat die soms bij lange na niet gehaald wordt. Dat gebeurde bij de laserbril die draadloze visuele communicatie mogelijk moest maken door met laserstralen de beelden direct op het netvlies te projecteren. Een promovendus toonde aan dat zo’n bril met de huidige stand van de techniek niet kleiner kan worden dan tien bij tien bij tien centimeter. Niet erg comfortabel.
Fluisteren
Een andere technologische uitdaging is het verwerken van hoogfrequente signalen. Dat kost nu nog veel energie, maar een mobieltje zou veel zuiniger met energie om kunnen gaan als het zijn energieniveau aanpast aan de gevraagde taak. Dicht bij een basisstation is de signaalverwerking namelijk veel makkelijker. ,,Dichtbij kun je als het ware energie besparen door te fluisteren en ver weg moet je schreeuwen. Als je altijd zou moeten schreeuwen is dat moeilijk vol te houden.” Zo zijn ook gesprekken met minder energie te verwerken dan de uitwisselingen van videobestanden.
Voor de verwerking van hoogfrequente signalen moet verder de apparatuur nog kleiner worden. Voor signalen van vijf gigahertz heeft de signaalverwerkingsapparatuur nu nog de grootte van eenkoffiemok. Mobieltjes die communiceren met zestig gigahertz zijn voorlopig nog niet in zicht. Daar moet je een enorme kast voor vooruit duwen in plaats van een handzaam telefoontje in je broekzak te stoppen.
,,We willen mobiele systemen aanpassen aan de wensen, gedachten, plaats en tijd van de gebruiken. We denken dat mensen blij zullen zijn met zo’n persoonlijke assistent.” Samen met industrieel ontwerpers wil Lagendijk gaan onderzoeken of dat ook werkelijk zo is.
Misbruik ligt op de loer als iedereen zo makkelijk te traceren is via zijn mobieltje. ,,Er is dus eigenlijk een technologie nodig om de locatieherkenning mee uit te schakelen. En gebruikers zullen graag willen weten welke gegevens er over hem doorgestuurd worden.”
,,Als je het me tien jaar geleden had gevraagd, had ik niet verwacht dat mobiele telefoons zo’n succes zouden worden. Ik kan niet zeggen dat de wereld daar beter van wordt. Voor de werkgelegenheid is het wel goed als Europa zijn leidende rol in mobiele communicatie behoudt.”
Als een papegaai op de schouder kan de mobiele telefoon van de toekomst zijn eigenaar gevraagd en ongevraagd advies geven over zijn omgeving. Tenminste, als de bevolking niet te veel tegen een overdaad aan antennes protesteert.
‘Nog slechts tien kaartjes beschikbaar voor de film van vanavond’, bliept de mobiele telefoon in de buurt van de bioscoop. Even verderop, bij de supermarkt: ‘Drie zakken chips halen, twee betalen.’ Over een kleine tien jaar ben je met je mobiele telefoon waarschijnlijk zo nauwkeurig te traceren dat allerlei nieuwe diensten mogelijk worden.
Moet je je overenthousiaste telefoon dan toeschreeuwen dat je niet van al die reclame gediend bent? Nee, prof.dr.ir. Inald Lagendijk haast zich te zeggen dat dit te voorkomen is met intelligente mobieltjes die je afschermen tegen ongewenste informatie. Intelligente telefoontjes geven alleen dat soort informatie door waarvan ingeprogrammeerd is dat je erin geïnteresseerd bent.
Ingenieurs ontwikkelen de vierde generatie mobiele telefonie niet alleen voor reclamejongens en %meisjes. De toekomstige mobiele telefoon moet ook te gebruiken zijn als een elektronische Gouden Gids die weet waar hij zich bevindt. ,,Zo kun je aan je telefoon vragen waar en hoe laat de bus vertrekt en wat de locatie is van het dichtstbijzijnde Chinese restaurant.”
Zet deze nieuwe telefoon nog maar niet op je verjaardagslijstje voor volgend jaar. De vierde generatie mobiele telefonie zit alleen nog in de hoofden van onderzoekers. Op de TU werken er zo’n veertig mannen en vrouwen aan, in het Delft interfacultair onderzoekcentrum (dioc) UbiCom.
Tergend langzaam
Universal mobile telecommunications systems (Umts), de derde generatie mobiele telefonie, bestaat al op de tekentafels van de mobiele telecomgiganten. Umts is waarschijnlijk meer van hetzelfde, meent Lagendijk, programmaleider van UbiCom. ,,Meer mensen bedienen met een hogere bandbreedte per persoon. Als je nu je mobieltje aan je labtop knoopt is dat tergend langzaam en dat kan met umts veranderen.” Doordat er meer bits en bytes mee te versturen zijn moet umts niet alleen surfen op internet via de mobiele telefonie mogelijk maken, maar bijvoorbeeld ook het versturen van een muziekclip of een kort videootje met vakantie-impressies uit een ver oord.
De huidige gsm’tjes behoren overigens tot de tweede generatie en wap, waar je een beetje mee kan internetten, valt daar nog onder. Analoge draagbare telefoons vormden de eerste generatie mobiele telefonie.
Locatie-afhankelijke diensten zijn nieuw in mobiele telefonieland. Met de huidige afstand tussen de gsm-masten kun je al op een straat nauwkeurig bepalen waar iemand zich bevindt. ,,Voor de politie isdit soms al interessant, voor commerciële diensten is het nog te onnauwkeurig”, vertelt de hoogleraar informatie- en communicatietheorie.
De vierde generatie mobiele telefonie gaat zulke hoge frequenties gebruiken om signalen mee te verzenden dat er meer basisstations nodig zijn met misschien wel op elke lantaarnpaal een antenne (zie kader). Daarmee is in theorie een veel nauwkeurige plaatsbepaling mogelijk. Er zijn echter nog vele technische hobbels te nemen.
TU-bieb
Mobiele netwerken houden nu al in de gaten wie met welke mast praat. Dat levert enorme databestanden op. Als je ook nog wilt weten voor welke winkel of bioscoop iemand staat, is het de vraag of de netwerken niet overbelast raken, legt Lagendijk uit.
Om hier met onderzoekers uit verschillende disciplines slimme oplossingen voor te zoeken, heeft UbiCom zelf een nieuwe dienst bedacht voor in de TU-wijk. Het dioc werkt aan een bril waarmee informatie over de omgeving in het blikveld van de gebruiker wordt geprojecteerd. Sta je bij de TU-bieb en zoek je het Kluyverlaboratorium voor biotechnologie, dan kan een pijltje op de bril aangeven welke kant je op moet.
,,Dit project is technologisch gezien een grote uitdaging, omdat er enorm veel data-uitwisseling voor nodig is.” De bril moet namelijk alles om zich heen herkennen, bijvoorbeeld alle kanten van de TU-bieb. ,,Door zo’n technologische uitdaging te kiezen, worden onderzoekers tot het uiterste gedreven”, stelt Lagendijk.
En zo’n experimenteel platform is volgens hem ook dé manier om verschillende disciplines te laten samenwerken. ,,Het is een belangrijk bindmiddel. Goede samenwerking ontstaat alleen als mensen een gezamenlijk doel hebben.” Voor een goede samenwerking zitten alle UbiCom-onderzoekers voor een deel van hun tijd ook fysiek bij elkaar op de 16e verdieping van het ITS-gebouw.
De lat hoog leggen, betekent ook dat die soms bij lange na niet gehaald wordt. Dat gebeurde bij de laserbril die draadloze visuele communicatie mogelijk moest maken door met laserstralen de beelden direct op het netvlies te projecteren. Een promovendus toonde aan dat zo’n bril met de huidige stand van de techniek niet kleiner kan worden dan tien bij tien bij tien centimeter. Niet erg comfortabel.
Fluisteren
Een andere technologische uitdaging is het verwerken van hoogfrequente signalen. Dat kost nu nog veel energie, maar een mobieltje zou veel zuiniger met energie om kunnen gaan als het zijn energieniveau aanpast aan de gevraagde taak. Dicht bij een basisstation is de signaalverwerking namelijk veel makkelijker. ,,Dichtbij kun je als het ware energie besparen door te fluisteren en ver weg moet je schreeuwen. Als je altijd zou moeten schreeuwen is dat moeilijk vol te houden.” Zo zijn ook gesprekken met minder energie te verwerken dan de uitwisselingen van videobestanden.
Voor de verwerking van hoogfrequente signalen moet verder de apparatuur nog kleiner worden. Voor signalen van vijf gigahertz heeft de signaalverwerkingsapparatuur nu nog de grootte van eenkoffiemok. Mobieltjes die communiceren met zestig gigahertz zijn voorlopig nog niet in zicht. Daar moet je een enorme kast voor vooruit duwen in plaats van een handzaam telefoontje in je broekzak te stoppen.
,,We willen mobiele systemen aanpassen aan de wensen, gedachten, plaats en tijd van de gebruiken. We denken dat mensen blij zullen zijn met zo’n persoonlijke assistent.” Samen met industrieel ontwerpers wil Lagendijk gaan onderzoeken of dat ook werkelijk zo is.
Misbruik ligt op de loer als iedereen zo makkelijk te traceren is via zijn mobieltje. ,,Er is dus eigenlijk een technologie nodig om de locatieherkenning mee uit te schakelen. En gebruikers zullen graag willen weten welke gegevens er over hem doorgestuurd worden.”
,,Als je het me tien jaar geleden had gevraagd, had ik niet verwacht dat mobiele telefoons zo’n succes zouden worden. Ik kan niet zeggen dat de wereld daar beter van wordt. Voor de werkgelegenheid is het wel goed als Europa zijn leidende rol in mobiele communicatie behoudt.”
Comments are closed.