Campus

De Roeier

Jennifer Daly (24), combineert haar studie bouwkunde met topsport. Na vijf jaar Proteus droomt ze van de Olympische Spelen en denkt ze nog wel een paar jaar door te gaan met elf trainingen per week. Maar sport op hoog niveau gaat niet alleen over winnen.

,,Blaren, hou er over op. De eerste drie jaar heb ik verschrikkelijke last van blaren gehad. Soms durfde ik in een winkel bijna niet te betalen, omdat ik me schaamde voor hoe mijn handen er uitzagen. En afwassen met handschoenen omdat het anders te veel pijn doet.

Iedere roeier heeft last van blaren, maar bij mij zijn ze nu over. Na vijf jaar trainen heb ik zoveel eelt. Kijk maar.

Van die vijf jaar zit ik de laatste drie tegen de top aan. Ik ben in ’97 naar het wereldkampioenschap geweest. Om op dat niveau te blijven moet ik toch minstens elf keer per week trainen. Dat betekent dat je hele leven gedomineerd wordt door je sport.

Ik ben in feite altijd moe. Tussen de trainingen door is het maar de vraag of je voldoende energie over hebt om te gaan studeren of zo. Kijk, de tijd die je erin steekt is nog wel te accepteren, maar die eeuwige vermoeidheid. Eigenlijk is het niet te doen, ik heb ook nooit een weekend vrij. Gelukkig is het in de winter vroeg donker, zodat er dan niet ’s avonds getraind wordt. Dan kan ik nog wel eens een eetafspraak maken. Dat mijn ouders in het buitenland wonen is een ander voordeel, zodat ik daar geen verplichtingen bij heb.

Sommige sporters zeggen dat je alles kunt eten omdat je zoveel beweegt. Nou, ik niet dus. Volgens mij hebben de meeste meisjes daar last van. Op zich ben ik een zware roeier, maar het gaat allemaal toch om vet-percentages. Elke kilo extra kan de overwinning kosten. Als ik dus op mijn ideale percentage wil blijven, mag ik alleen de essentiële dingen als brood en avondeten eten.

Mijn lichaam is wel veranderd door het roeien. Ik ben vooral veel sterker geworden. Dat merk ik aan mijn spieromvang. En een zware boodschappentas kost niet zoveel moeite meer.

Ik heb creatine geslikt, en ga er volgende week weer mee beginnen. Nee, ik durf het niet lang achter elkaar te gebruiken, omdat de lange-termijn effecten onbekend zijn. En het is ook heel duur. Maar ik moet ook toegeven dat ik er nog weinig effect van heb gemerkt.

Ja, je doet soms dingen voor je sport die eigenlijk stom zijn. Wedstrijden roeien met pijnstillers of doorgaan met een rugblessure. Ik ben wel eens bang voor mijn rug, dat die kapot gaat. Maar ik denk daar eigenlijk nooit over na. Over stoppen, of een leven na het roeien. Misschien mijn Amerikaanse achtergrond, om door te zetten. Ook als ik nu de Olympische Spelen niet haal, ga ik door. Nog eens vier jaar verder, naar de volgende spelen. Die roeiers van de Holland acht roeiden allemaal al tien jaar toen ze goud wonnen. Dan valt er voor mij ook nog meer uit te halen.”

,,Blaren, hou er over op. De eerste drie jaar heb ik verschrikkelijke last van blaren gehad. Soms durfde ik in een winkel bijna niet te betalen, omdat ik me schaamde voor hoe mijn handen er uitzagen. En afwassen met handschoenen omdat het anders te veel pijn doet.

Iedere roeier heeft last van blaren, maar bij mij zijn ze nu over. Na vijf jaar trainen heb ik zoveel eelt. Kijk maar.

Van die vijf jaar zit ik de laatste drie tegen de top aan. Ik ben in ’97 naar het wereldkampioenschap geweest. Om op dat niveau te blijven moet ik toch minstens elf keer per week trainen. Dat betekent dat je hele leven gedomineerd wordt door je sport.

Ik ben in feite altijd moe. Tussen de trainingen door is het maar de vraag of je voldoende energie over hebt om te gaan studeren of zo. Kijk, de tijd die je erin steekt is nog wel te accepteren, maar die eeuwige vermoeidheid. Eigenlijk is het niet te doen, ik heb ook nooit een weekend vrij. Gelukkig is het in de winter vroeg donker, zodat er dan niet ’s avonds getraind wordt. Dan kan ik nog wel eens een eetafspraak maken. Dat mijn ouders in het buitenland wonen is een ander voordeel, zodat ik daar geen verplichtingen bij heb.

Sommige sporters zeggen dat je alles kunt eten omdat je zoveel beweegt. Nou, ik niet dus. Volgens mij hebben de meeste meisjes daar last van. Op zich ben ik een zware roeier, maar het gaat allemaal toch om vet-percentages. Elke kilo extra kan de overwinning kosten. Als ik dus op mijn ideale percentage wil blijven, mag ik alleen de essentiële dingen als brood en avondeten eten.

Mijn lichaam is wel veranderd door het roeien. Ik ben vooral veel sterker geworden. Dat merk ik aan mijn spieromvang. En een zware boodschappentas kost niet zoveel moeite meer.

Ik heb creatine geslikt, en ga er volgende week weer mee beginnen. Nee, ik durf het niet lang achter elkaar te gebruiken, omdat de lange-termijn effecten onbekend zijn. En het is ook heel duur. Maar ik moet ook toegeven dat ik er nog weinig effect van heb gemerkt.

Ja, je doet soms dingen voor je sport die eigenlijk stom zijn. Wedstrijden roeien met pijnstillers of doorgaan met een rugblessure. Ik ben wel eens bang voor mijn rug, dat die kapot gaat. Maar ik denk daar eigenlijk nooit over na. Over stoppen, of een leven na het roeien. Misschien mijn Amerikaanse achtergrond, om door te zetten. Ook als ik nu de Olympische Spelen niet haal, ga ik door. Nog eens vier jaar verder, naar de volgende spelen. Die roeiers van de Holland acht roeiden allemaal al tien jaar toen ze goud wonnen. Dan valt er voor mij ook nog meer uit te halen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.