Dienstencentrum mogelijk samen met Facilitaire Dienst

De twee directeuren, dr. M. van den Esker van het UDC en ir. J. Zuidervaart van de FD, gaan dat onderzoek uitvoeren.

Aanleiding hiervoor is een notitie van Van den Esker, waarin hij pleit voor de ‘herverkaveling’ van het UDC. Een deel zou bij de staf van het college van bestuur terecht moeten komen, een ander deel bij de Facilitaire Dienst.

Van den Esker is ongelukkig met de huidige plaats van zijn dienst in de TU-organisatie. ,,Ik ben de vader, moeder en hoeder van een ongewenst kind”, aldus Van den Esker. Onder het één jaar oude UDC, zeventig arbeidsplaatsen groot, vallen eenheden als personele zaken, financiële zaken, arbo- en milieu en administratieve en organisatorische ondersteuning van onder meer de medezeggenschapsorganen. Bij de MOD-reorganisatie zijn ze bij elkaar geplaatst, maar de onderlinge samenhang ontbreekt. Volgens Van den Esker kunnen de meeste functies beter ondergebracht worden bij de diensten waarbinnen ze ‘aangestuurd’ worden. Functies schrappen ligt niet voor de hand, vindt Van den Esker.

Secretaris van de universiteit drs J.W. Bronneman, onder wie het UDC valt, ziet wél een verband tussen de activiteiten van het UDC. ,,De essentie is dat het dienstverlenende eenheden zijn die zich tegenover verschillende klanten zakelijk en professioneel opstellen.” Dat maakt het UDC ook verwant aan de Facilitaire Dienst, zo schreef hij deze week aan de onderdeelscommissie van het cluster Staf, Bestuur en Servicecentra. Consequentie van een fusie zou zijn, dat de huidige UDC-eenheden dan ook hun kosten aan de klant moeten gaan doorbereken.

Secretaris van de universiteit drs. J.W. Bronneman wil een mogelijke fusie tussen het Universitair Dienstencentrum en de Facilitaire Dienst laten onderzoeken. De twee directeuren, dr. M. van den Esker van het UDC en ir. J. Zuidervaart van de FD, gaan dat onderzoek uitvoeren.

Aanleiding hiervoor is een notitie van Van den Esker, waarin hij pleit voor de ‘herverkaveling’ van het UDC. Een deel zou bij de staf van het college van bestuur terecht moeten komen, een ander deel bij de Facilitaire Dienst.

Van den Esker is ongelukkig met de huidige plaats van zijn dienst in de TU-organisatie. ,,Ik ben de vader, moeder en hoeder van een ongewenst kind”, aldus Van den Esker. Onder het één jaar oude UDC, zeventig arbeidsplaatsen groot, vallen eenheden als personele zaken, financiële zaken, arbo- en milieu en administratieve en organisatorische ondersteuning van onder meer de medezeggenschapsorganen. Bij de MOD-reorganisatie zijn ze bij elkaar geplaatst, maar de onderlinge samenhang ontbreekt. Volgens Van den Esker kunnen de meeste functies beter ondergebracht worden bij de diensten waarbinnen ze ‘aangestuurd’ worden. Functies schrappen ligt niet voor de hand, vindt Van den Esker.

Secretaris van de universiteit drs J.W. Bronneman, onder wie het UDC valt, ziet wél een verband tussen de activiteiten van het UDC. ,,De essentie is dat het dienstverlenende eenheden zijn die zich tegenover verschillende klanten zakelijk en professioneel opstellen.” Dat maakt het UDC ook verwant aan de Facilitaire Dienst, zo schreef hij deze week aan de onderdeelscommissie van het cluster Staf, Bestuur en Servicecentra. Consequentie van een fusie zou zijn, dat de huidige UDC-eenheden dan ook hun kosten aan de klant moeten gaan doorbereken.