Ahoy, Thialf, Erasmusbrug: de lijst projecten waaraan prof.ir. Arie Krijgsman heeft gewerkt is lang. Ter gelegenheid van zijn vertrek werd afgelopen vrijdag het symposium ‘Architectuur en Constructie’ gehouden.
Arie Krijgsman, sinds 1982 hoogleraar, verlaat de faculteit Bouwkunde. Althans, hij probeert het: ,,Sinds twee jaar ben ik met vut bij ABT (adviesbureau voor bouwtechniek, red.), maar ik moet nog steeds proberen te stoppen.” Om de nieuwe generatie architecten en constructeurs te bereiken wilde Krijgsman geen afscheid in de ‘officiële’ aula maar ‘gewoon in zaal A van Bouwkunde’.
Of het Krijgsman is of de bekendheid van de uitgenodigde sprekers: de zaal zit tot op de traptreden vol. Architect Winy Maas, afgestudeerd bij Krijgsman en de M van bureau MVRDV (bekend van de VPRO-villa, wozoco’s Amsterdam en het ontwerp voor het Nederlands paviljoen van de Wereldexpo 2000 in Hannover), mag het eerst achter het spreekgestoelte plaats nemen. Hij spreekt over de dreiging die gebouwen moeten uitstralen: ,,Mensen moeten vol ongeloof kijken en denken: ‘dat het blijft staan’ of ‘dat het nog hangt’. Het gaf de bejaarden in de wozoco’s in Amsterdam een onverwachte gezondheidsinjectie. Telkens wanneer een journalist een van de aanhangwoningen bezocht, sprong de tachtigjarige bewoonster in de uiterste hoek van de kamer op en neer om te laten zien dat de woning enkele centimeters bewoog.”
2 De Erasmusbrug in Rotterdam. ‘Die Brücke ist nicht gut’, meent een Duitse collega van Krijgsman
Ook architect Willem-Jan Neutelings (Minnaertgebouw in de Utrechtse universiteitswijk) had Krijgsman als afstudeermentor. Hij liet zijn sabbatical semester in de Verenigde Staten voor wat het was en kwam overvliegen om voor de ‘vaderfiguur met Brezjnev-wenkbrauwen’ te spreken over ‘gemis aan sex-appeal van de zwaartekracht’. Neutelings heeft niet veel op met zichtbare constructie-elementen: ,,Bretels, sokophouders en wandelstokken, met als zieligste element de kolom die de onmacht van de architect aantoont: hij wil het gebouw laten zweven, maar kan het niet.” Dus houdt Neutelings een pleidooi voor ‘hachelijke uitkragingen’. ,,Elegante constructies zijn verdacht: ze appelleren aan een ideaalbeeld. De Erasmusbrug, werd voor mij pas interessant toen hij schommelde en met oranje nylonkoorden werd geborgd. De beste verbeelding van de zwaartekracht zag Neutelings ooit in Krijgsman zelf. Tijdens advisering over een uitkraging sprong Krijgsman met gebalde vuisten omhoog, landde hard weer op de vloer en riep: ,,It’s a bomb! It’s a bomb! It’s a bomb!”
Meesterwerk
ABT-constructeur Rob Nijsse, bedenker van spectaculaire constructie-oplossingen, pleit voor minder strikte toepassing van veiligheidsnormen. ,,Constructeurs zijn sombere mensen:wanneer eens in 250 jaar een pak sneeuw uit de ijstijd wordt verwacht, houden wij daar rekening mee.” Tijdens zijn adviseurswerk voor het Wereldexpo-paviljoen kwam hij dan ook in problemen met Duitse regelgeving. ,,In het paviljoen worden bomen als kolommen gebruikt. Maar Duitsers willen op elke boomstam een stempeltje. Nadat elke stam afzonderlijk is gekeurd op ingegroeide vogelnesten hebben we sinds vorige week toestemming.” Een slank ontwerp voor lichtmasten in Arnhem toont zijn visie: ,,Bij windkracht negen gaan ze hard wiebelen, maar dan speelt toch niemand buiten.” Nijsse trekt een parallel met de natuur: ,,Rietplanten zijn domme planten: een gewicht op een stokje. Maar door vering en meegaan met de krachten knakken de stelen niet.” Prof.ir. Adriaan Geuze, bureau West 8 (Schouwburgplein Rotterdam), beweert dat Krijgsman op het verkeerde moment heeft gewerkt. Namelijk tijdens de ‘generatie van het Groningse gas’, de babyboomers voor wie welvaart vanzelfsprekend was. Dit in tegenstelling tot de wederopbouw na de oorlog, de tijd van de polygoonjournaals ’toen ingenieurs nog helden waren’. Hij stelt voor twee nieuwe ministeries op te richten. Het ministerie van Consolidatie en Zelfgenoegzaamheid dat gebieden toegewezen krijgt als het Groene Hart waar babyboomers hun ‘not in my backyard– ideeën kunnen blijven uitvoeren. En het ministerie van Innovatie en Acceleratie dat een aantal interessante locaties krijgt toebedeeld waar Krijgsman ‘zijn toekomstige meesterwerk kan maken’.
Knik
,,Ik heb geen zin in een afscheidsrede, dus ik doe wat ik al die jaren heb gedaan: college geven.” Krijgsman toont dia’s van inspirerende gebouwen uit het verleden, deelt wat speldenprikken uit naar de aanwezige architecten (‘Kijk hier klopt iets niet, daar is een architect aan te pas gekomen’) en toont zijn eigen afstudeerproject: een overdekt ijsstadion. Twintig jaar later won hij de prijsvraag voor het Thialfstadion. ,,Ik wist door mijn werk bij ABT inmiddels dat je in Nederland wint door de goedkoopste te zijn.” Een van de projecten waaruit Krijgsmans visie op het constructeursvak blijkt, is de Erasmusbrug. ,,Ik krijg nog regelmatig de vraag waarom ik ooit aan ‘de knik’ heb meegewerkt. Laatst nog van collega Schlaig: Die Brücke ist nicht gut. Maar ik kan u vertellen dat ik die knik nog steeds verdedig. Die knik komt voort uit vormgeving en dat is de taak van een architect. Binnen die vormgeving is het constructief een goed ontwerp.” Waarna Krijgsman nog een pleidooi houdt voor meer ontwerples in de constructeursopleiding en meer uitwisseling tussen de faculteiten Civiele Techniek en Bouwkunde. ,,Laatst zei een student tegen me: jij hebt construeren leuk gemaakt. Als dat zo is, ben ik tevreden.”
De volledige teksten van de sprekers zijn in boekvorm verkrijgbaar.
,
Arie Krijgsman, sinds 1982 hoogleraar, verlaat de faculteit Bouwkunde. Althans, hij probeert het: ,,Sinds twee jaar ben ik met vut bij ABT (adviesbureau voor bouwtechniek, red.), maar ik moet nog steeds proberen te stoppen.” Om de nieuwe generatie architecten en constructeurs te bereiken wilde Krijgsman geen afscheid in de ‘officiële’ aula maar ‘gewoon in zaal A van Bouwkunde’.
Of het Krijgsman is of de bekendheid van de uitgenodigde sprekers: de zaal zit tot op de traptreden vol. Architect Winy Maas, afgestudeerd bij Krijgsman en de M van bureau MVRDV (bekend van de VPRO-villa, wozoco’s Amsterdam en het ontwerp voor het Nederlands paviljoen van de Wereldexpo 2000 in Hannover), mag het eerst achter het spreekgestoelte plaats nemen. Hij spreekt over de dreiging die gebouwen moeten uitstralen: ,,Mensen moeten vol ongeloof kijken en denken: ‘dat het blijft staan’ of ‘dat het nog hangt’. Het gaf de bejaarden in de wozoco’s in Amsterdam een onverwachte gezondheidsinjectie. Telkens wanneer een journalist een van de aanhangwoningen bezocht, sprong de tachtigjarige bewoonster in de uiterste hoek van de kamer op en neer om te laten zien dat de woning enkele centimeters bewoog.”
2 De Erasmusbrug in Rotterdam. ‘Die Brücke ist nicht gut’, meent een Duitse collega van Krijgsman
Ook architect Willem-Jan Neutelings (Minnaertgebouw in de Utrechtse universiteitswijk) had Krijgsman als afstudeermentor. Hij liet zijn sabbatical semester in de Verenigde Staten voor wat het was en kwam overvliegen om voor de ‘vaderfiguur met Brezjnev-wenkbrauwen’ te spreken over ‘gemis aan sex-appeal van de zwaartekracht’. Neutelings heeft niet veel op met zichtbare constructie-elementen: ,,Bretels, sokophouders en wandelstokken, met als zieligste element de kolom die de onmacht van de architect aantoont: hij wil het gebouw laten zweven, maar kan het niet.” Dus houdt Neutelings een pleidooi voor ‘hachelijke uitkragingen’. ,,Elegante constructies zijn verdacht: ze appelleren aan een ideaalbeeld. De Erasmusbrug, werd voor mij pas interessant toen hij schommelde en met oranje nylonkoorden werd geborgd. De beste verbeelding van de zwaartekracht zag Neutelings ooit in Krijgsman zelf. Tijdens advisering over een uitkraging sprong Krijgsman met gebalde vuisten omhoog, landde hard weer op de vloer en riep: ,,It’s a bomb! It’s a bomb! It’s a bomb!”
Meesterwerk
ABT-constructeur Rob Nijsse, bedenker van spectaculaire constructie-oplossingen, pleit voor minder strikte toepassing van veiligheidsnormen. ,,Constructeurs zijn sombere mensen:wanneer eens in 250 jaar een pak sneeuw uit de ijstijd wordt verwacht, houden wij daar rekening mee.” Tijdens zijn adviseurswerk voor het Wereldexpo-paviljoen kwam hij dan ook in problemen met Duitse regelgeving. ,,In het paviljoen worden bomen als kolommen gebruikt. Maar Duitsers willen op elke boomstam een stempeltje. Nadat elke stam afzonderlijk is gekeurd op ingegroeide vogelnesten hebben we sinds vorige week toestemming.” Een slank ontwerp voor lichtmasten in Arnhem toont zijn visie: ,,Bij windkracht negen gaan ze hard wiebelen, maar dan speelt toch niemand buiten.” Nijsse trekt een parallel met de natuur: ,,Rietplanten zijn domme planten: een gewicht op een stokje. Maar door vering en meegaan met de krachten knakken de stelen niet.” Prof.ir. Adriaan Geuze, bureau West 8 (Schouwburgplein Rotterdam), beweert dat Krijgsman op het verkeerde moment heeft gewerkt. Namelijk tijdens de ‘generatie van het Groningse gas’, de babyboomers voor wie welvaart vanzelfsprekend was. Dit in tegenstelling tot de wederopbouw na de oorlog, de tijd van de polygoonjournaals ’toen ingenieurs nog helden waren’. Hij stelt voor twee nieuwe ministeries op te richten. Het ministerie van Consolidatie en Zelfgenoegzaamheid dat gebieden toegewezen krijgt als het Groene Hart waar babyboomers hun ‘not in my backyard– ideeën kunnen blijven uitvoeren. En het ministerie van Innovatie en Acceleratie dat een aantal interessante locaties krijgt toebedeeld waar Krijgsman ‘zijn toekomstige meesterwerk kan maken’.
Knik
,,Ik heb geen zin in een afscheidsrede, dus ik doe wat ik al die jaren heb gedaan: college geven.” Krijgsman toont dia’s van inspirerende gebouwen uit het verleden, deelt wat speldenprikken uit naar de aanwezige architecten (‘Kijk hier klopt iets niet, daar is een architect aan te pas gekomen’) en toont zijn eigen afstudeerproject: een overdekt ijsstadion. Twintig jaar later won hij de prijsvraag voor het Thialfstadion. ,,Ik wist door mijn werk bij ABT inmiddels dat je in Nederland wint door de goedkoopste te zijn.” Een van de projecten waaruit Krijgsmans visie op het constructeursvak blijkt, is de Erasmusbrug. ,,Ik krijg nog regelmatig de vraag waarom ik ooit aan ‘de knik’ heb meegewerkt. Laatst nog van collega Schlaig: Die Brücke ist nicht gut. Maar ik kan u vertellen dat ik die knik nog steeds verdedig. Die knik komt voort uit vormgeving en dat is de taak van een architect. Binnen die vormgeving is het constructief een goed ontwerp.” Waarna Krijgsman nog een pleidooi houdt voor meer ontwerples in de constructeursopleiding en meer uitwisseling tussen de faculteiten Civiele Techniek en Bouwkunde. ,,Laatst zei een student tegen me: jij hebt construeren leuk gemaakt. Als dat zo is, ben ik tevreden.”
De volledige teksten van de sprekers zijn in boekvorm verkrijgbaar.
Arie Krijgsman, sinds 1982 hoogleraar, verlaat de faculteit Bouwkunde. Althans, hij probeert het: ,,Sinds twee jaar ben ik met vut bij ABT (adviesbureau voor bouwtechniek, red.), maar ik moet nog steeds proberen te stoppen.” Om de nieuwe generatie architecten en constructeurs te bereiken wilde Krijgsman geen afscheid in de ‘officiële’ aula maar ‘gewoon in zaal A van Bouwkunde’.
Of het Krijgsman is of de bekendheid van de uitgenodigde sprekers: de zaal zit tot op de traptreden vol. Architect Winy Maas, afgestudeerd bij Krijgsman en de M van bureau MVRDV (bekend van de VPRO-villa, wozoco’s Amsterdam en het ontwerp voor het Nederlands paviljoen van de Wereldexpo 2000 in Hannover), mag het eerst achter het spreekgestoelte plaats nemen. Hij spreekt over de dreiging die gebouwen moeten uitstralen: ,,Mensen moeten vol ongeloof kijken en denken: ‘dat het blijft staan’ of ‘dat het nog hangt’. Het gaf de bejaarden in de wozoco’s in Amsterdam een onverwachte gezondheidsinjectie. Telkens wanneer een journalist een van de aanhangwoningen bezocht, sprong de tachtigjarige bewoonster in de uiterste hoek van de kamer op en neer om te laten zien dat de woning enkele centimeters bewoog.”
2 De Erasmusbrug in Rotterdam. ‘Die Brücke ist nicht gut’, meent een Duitse collega van Krijgsman
Ook architect Willem-Jan Neutelings (Minnaertgebouw in de Utrechtse universiteitswijk) had Krijgsman als afstudeermentor. Hij liet zijn sabbatical semester in de Verenigde Staten voor wat het was en kwam overvliegen om voor de ‘vaderfiguur met Brezjnev-wenkbrauwen’ te spreken over ‘gemis aan sex-appeal van de zwaartekracht’. Neutelings heeft niet veel op met zichtbare constructie-elementen: ,,Bretels, sokophouders en wandelstokken, met als zieligste element de kolom die de onmacht van de architect aantoont: hij wil het gebouw laten zweven, maar kan het niet.” Dus houdt Neutelings een pleidooi voor ‘hachelijke uitkragingen’. ,,Elegante constructies zijn verdacht: ze appelleren aan een ideaalbeeld. De Erasmusbrug, werd voor mij pas interessant toen hij schommelde en met oranje nylonkoorden werd geborgd. De beste verbeelding van de zwaartekracht zag Neutelings ooit in Krijgsman zelf. Tijdens advisering over een uitkraging sprong Krijgsman met gebalde vuisten omhoog, landde hard weer op de vloer en riep: ,,It’s a bomb! It’s a bomb! It’s a bomb!”
Meesterwerk
ABT-constructeur Rob Nijsse, bedenker van spectaculaire constructie-oplossingen, pleit voor minder strikte toepassing van veiligheidsnormen. ,,Constructeurs zijn sombere mensen:wanneer eens in 250 jaar een pak sneeuw uit de ijstijd wordt verwacht, houden wij daar rekening mee.” Tijdens zijn adviseurswerk voor het Wereldexpo-paviljoen kwam hij dan ook in problemen met Duitse regelgeving. ,,In het paviljoen worden bomen als kolommen gebruikt. Maar Duitsers willen op elke boomstam een stempeltje. Nadat elke stam afzonderlijk is gekeurd op ingegroeide vogelnesten hebben we sinds vorige week toestemming.” Een slank ontwerp voor lichtmasten in Arnhem toont zijn visie: ,,Bij windkracht negen gaan ze hard wiebelen, maar dan speelt toch niemand buiten.” Nijsse trekt een parallel met de natuur: ,,Rietplanten zijn domme planten: een gewicht op een stokje. Maar door vering en meegaan met de krachten knakken de stelen niet.” Prof.ir. Adriaan Geuze, bureau West 8 (Schouwburgplein Rotterdam), beweert dat Krijgsman op het verkeerde moment heeft gewerkt. Namelijk tijdens de ‘generatie van het Groningse gas’, de babyboomers voor wie welvaart vanzelfsprekend was. Dit in tegenstelling tot de wederopbouw na de oorlog, de tijd van de polygoonjournaals ’toen ingenieurs nog helden waren’. Hij stelt voor twee nieuwe ministeries op te richten. Het ministerie van Consolidatie en Zelfgenoegzaamheid dat gebieden toegewezen krijgt als het Groene Hart waar babyboomers hun ‘not in my backyard– ideeën kunnen blijven uitvoeren. En het ministerie van Innovatie en Acceleratie dat een aantal interessante locaties krijgt toebedeeld waar Krijgsman ‘zijn toekomstige meesterwerk kan maken’.
Knik
,,Ik heb geen zin in een afscheidsrede, dus ik doe wat ik al die jaren heb gedaan: college geven.” Krijgsman toont dia’s van inspirerende gebouwen uit het verleden, deelt wat speldenprikken uit naar de aanwezige architecten (‘Kijk hier klopt iets niet, daar is een architect aan te pas gekomen’) en toont zijn eigen afstudeerproject: een overdekt ijsstadion. Twintig jaar later won hij de prijsvraag voor het Thialfstadion. ,,Ik wist door mijn werk bij ABT inmiddels dat je in Nederland wint door de goedkoopste te zijn.” Een van de projecten waaruit Krijgsmans visie op het constructeursvak blijkt, is de Erasmusbrug. ,,Ik krijg nog regelmatig de vraag waarom ik ooit aan ‘de knik’ heb meegewerkt. Laatst nog van collega Schlaig: Die Brücke ist nicht gut. Maar ik kan u vertellen dat ik die knik nog steeds verdedig. Die knik komt voort uit vormgeving en dat is de taak van een architect. Binnen die vormgeving is het constructief een goed ontwerp.” Waarna Krijgsman nog een pleidooi houdt voor meer ontwerples in de constructeursopleiding en meer uitwisseling tussen de faculteiten Civiele Techniek en Bouwkunde. ,,Laatst zei een student tegen me: jij hebt construeren leuk gemaakt. Als dat zo is, ben ik tevreden.”
De volledige teksten van de sprekers zijn in boekvorm verkrijgbaar.
Comments are closed.