Wetenschap

Buskruit

Van een onnozel iemand wordt vaak beweerd dat hij het buskruit niet heeft uitgevonden. De werkelijke uitvinder van het explosieve goedje is echter onbekend, hoewel het in China al langer in omloop was dan in Europa.

De middeleeuwse denker en alchimist Roger Bacon, bijgenaamd Doctor Mirabilis, gaf pas in de dertiende eeuw een recept voor de springstof.

Bacon zag de mogelijkheden voor vuurwapens evenwel niet in. De naam buskruit verondersteld echter een militaire toepassing. Het spul kreeg die naam omdat het met een kogel en een prop hooi in een geweerbus werd gestampt. De Duitse monnik Berthold Schwarz was waarschijnlijk de eerste westerling die het nut hiervan inzag. Kort na 1325 werden de eerste mortieren gemaakt, die onder meer werden gebruikt tijdens de slag bij Crécy in 1346.

Het zwarte buskruit is het oudst bekende explosief, en bestaat uit een mengsel van kaliumnitraat, houtskool en zwavel. Bij de ontbranding ontstaat een groot volume heet gas dat projectielen met hoge snelheid wegblaast. Zwart kruit is hiervoor eigenlijk minder geschikt, want het levert hierbij veel vaste afvalproducten op. Vastlopende kanonnen kwamen in vroeger tijden dan ook geregeld voor.

Sinds Alfred Nobel in 1867 zijn dynamiet uitvond, een zogenaamd rookzwak kruit op basis van glyceroltrinitraat, is de vuurkracht en de bedrijfszekerheid van conventioneel wapentuig enorm toegenomen. Dit maakte tijdens de Eerste Wereldoorlog gelijk een einde aan de mythe van de frische, fröhliche Krieg.

Zwart kruit wordt tegenwoordig vooral gebruikt in vuurwerk, ook weer een Chinese uitvinding. De verbrandingssnelheid van vuurwerk wordt geregeld door het kruitpoeder meer of minder samen te drukken. Het samengeperste rolletje kruit in vuurpijlen, ook wel sas genoemd, zorgt zo voor de voortstuwing. Als de sas bijna is opgebrand, ontsteekt het een los gepakt kamertje kruit dat voor de welbekende klap op de vuurpijl zorgt. Door de kleurige vonkenregen die hier op volgt zijn de toeschouwers weer in hun sas, maar dat heeft niks met kruit te maken. De oorsprong van deze sas is echter niet bekend.

De werkelijke uitvinder van het explosieve goedje is echter onbekend, hoewel het in China al langer in omloop was dan in Europa. De middeleeuwse denker en alchimist Roger Bacon, bijgenaamd Doctor Mirabilis, gaf pas in de dertiende eeuw een recept voor de springstof.

Bacon zag de mogelijkheden voor vuurwapens evenwel niet in. De naam buskruit verondersteld echter een militaire toepassing. Het spul kreeg die naam omdat het met een kogel en een prop hooi in een geweerbus werd gestampt. De Duitse monnik Berthold Schwarz was waarschijnlijk de eerste westerling die het nut hiervan inzag. Kort na 1325 werden de eerste mortieren gemaakt, die onder meer werden gebruikt tijdens de slag bij Crécy in 1346.

Het zwarte buskruit is het oudst bekende explosief, en bestaat uit een mengsel van kaliumnitraat, houtskool en zwavel. Bij de ontbranding ontstaat een groot volume heet gas dat projectielen met hoge snelheid wegblaast. Zwart kruit is hiervoor eigenlijk minder geschikt, want het levert hierbij veel vaste afvalproducten op. Vastlopende kanonnen kwamen in vroeger tijden dan ook geregeld voor.

Sinds Alfred Nobel in 1867 zijn dynamiet uitvond, een zogenaamd rookzwak kruit op basis van glyceroltrinitraat, is de vuurkracht en de bedrijfszekerheid van conventioneel wapentuig enorm toegenomen. Dit maakte tijdens de Eerste Wereldoorlog gelijk een einde aan de mythe van de frische, fröhliche Krieg.

Zwart kruit wordt tegenwoordig vooral gebruikt in vuurwerk, ook weer een Chinese uitvinding. De verbrandingssnelheid van vuurwerk wordt geregeld door het kruitpoeder meer of minder samen te drukken. Het samengeperste rolletje kruit in vuurpijlen, ook wel sas genoemd, zorgt zo voor de voortstuwing. Als de sas bijna is opgebrand, ontsteekt het een los gepakt kamertje kruit dat voor de welbekende klap op de vuurpijl zorgt. Door de kleurige vonkenregen die hier op volgt zijn de toeschouwers weer in hun sas, maar dat heeft niks met kruit te maken. De oorsprong van deze sas is echter niet bekend.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.