Het is maandagmiddag, dertig graden. De Beestenmarkt zit vol. Overal om ons heen reizigers: mensen die de verstikkende temperatuur van vandaag ontvluchten op zoek naar verkoeling en een goed gesprek.
,,Dat is een heel mooi meisje”, zegt een jongen tegen zijn twee tafelgenoten.
,,Ja, ook van dichtbij.”
Het gespreksonderwerp loopt langs en gaat even verderop zitten.
,,Ze zit bij het Corps, ik herken haar.”
,,O, ja dat is dan lastig.”
De drie jongens nemen een slok en kijken nog eens naar hun speelkaarten.
Café Vlaanderen. Hier is plek zat, want de bierdrinkende massa probeert een stoel zo dicht mogelijk bij Kobus te bemachtigen, zodat de andere kant van de Beestenmarkt vrijwel leeg is. Om ons heen vooral bejaarden. Een oudere man draait drie sjekkies en rookt een sigaar. Waarom gaat iemand in zijn eentje op een terras zitten?
Met de stroom mee reizen we naar De Pieper, al weer twee stappen dichter bij Kobus. Op een zo onverwacht tropische dag moet iedereen nog wennen aan een korte broek, blote benen en de zon. Een vrouw smeert haar niet onthaarde benen in, met Kruidvat anti-zonneblaasjesgel. Aan de andere kant een meisje met een dichtgeslagen oog. Net als de bekende Beestenmarktkoe is de huid rondom haar oog paarsblauwig met rode, oranje en gele vlekken. Mannen zitten wijdbeens met te korte slobberbroeken achter grote glazen witbier.
Via een omtrekkende beweging proberen we alsnog Kobus te bereiken. Café Dubbel Drie is het domein van bouwvakkers die in hun werkkleren een glas komen drinken en van de enige toeristen op dit plein. Drie Duitse meisjes: ,,Typisch Holländisch, schön.”
Leffe Blond van de tap, een mobiele telefoon. Geen studenten. En dan krijgen wij onze kans. Een grote bouwkunde-ontwerpgroep besluit haar terrasvergadering af te sluiten. Vlak naast een zeurend kind in kinderwagen lonkt het hogere doel van een middag terrashoppen op de Beestenmarkt: een plastic rotanstoel bij Kobus.
,,,
,,Dat is een heel mooi meisje”, zegt een jongen tegen zijn twee tafelgenoten.
,,Ja, ook van dichtbij.”
Het gespreksonderwerp loopt langs en gaat even verderop zitten.
,,Ze zit bij het Corps, ik herken haar.”
,,O, ja dat is dan lastig.”
De drie jongens nemen een slok en kijken nog eens naar hun speelkaarten.
Café Vlaanderen. Hier is plek zat, want de bierdrinkende massa probeert een stoel zo dicht mogelijk bij Kobus te bemachtigen, zodat de andere kant van de Beestenmarkt vrijwel leeg is. Om ons heen vooral bejaarden. Een oudere man draait drie sjekkies en rookt een sigaar. Waarom gaat iemand in zijn eentje op een terras zitten?
Met de stroom mee reizen we naar De Pieper, al weer twee stappen dichter bij Kobus. Op een zo onverwacht tropische dag moet iedereen nog wennen aan een korte broek, blote benen en de zon. Een vrouw smeert haar niet onthaarde benen in, met Kruidvat anti-zonneblaasjesgel. Aan de andere kant een meisje met een dichtgeslagen oog. Net als de bekende Beestenmarktkoe is de huid rondom haar oog paarsblauwig met rode, oranje en gele vlekken. Mannen zitten wijdbeens met te korte slobberbroeken achter grote glazen witbier.
Via een omtrekkende beweging proberen we alsnog Kobus te bereiken. Café Dubbel Drie is het domein van bouwvakkers die in hun werkkleren een glas komen drinken en van de enige toeristen op dit plein. Drie Duitse meisjes: ,,Typisch Holländisch, schön.”
Leffe Blond van de tap, een mobiele telefoon. Geen studenten. En dan krijgen wij onze kans. Een grote bouwkunde-ontwerpgroep besluit haar terrasvergadering af te sluiten. Vlak naast een zeurend kind in kinderwagen lonkt het hogere doel van een middag terrashoppen op de Beestenmarkt: een plastic rotanstoel bij Kobus.
,,Dat is een heel mooi meisje”, zegt een jongen tegen zijn twee tafelgenoten.
,,Ja, ook van dichtbij.”
Het gespreksonderwerp loopt langs en gaat even verderop zitten.
,,Ze zit bij het Corps, ik herken haar.”
,,O, ja dat is dan lastig.”
De drie jongens nemen een slok en kijken nog eens naar hun speelkaarten.
Café Vlaanderen. Hier is plek zat, want de bierdrinkende massa probeert een stoel zo dicht mogelijk bij Kobus te bemachtigen, zodat de andere kant van de Beestenmarkt vrijwel leeg is. Om ons heen vooral bejaarden. Een oudere man draait drie sjekkies en rookt een sigaar. Waarom gaat iemand in zijn eentje op een terras zitten?
Met de stroom mee reizen we naar De Pieper, al weer twee stappen dichter bij Kobus. Op een zo onverwacht tropische dag moet iedereen nog wennen aan een korte broek, blote benen en de zon. Een vrouw smeert haar niet onthaarde benen in, met Kruidvat anti-zonneblaasjesgel. Aan de andere kant een meisje met een dichtgeslagen oog. Net als de bekende Beestenmarktkoe is de huid rondom haar oog paarsblauwig met rode, oranje en gele vlekken. Mannen zitten wijdbeens met te korte slobberbroeken achter grote glazen witbier.
Via een omtrekkende beweging proberen we alsnog Kobus te bereiken. Café Dubbel Drie is het domein van bouwvakkers die in hun werkkleren een glas komen drinken en van de enige toeristen op dit plein. Drie Duitse meisjes: ,,Typisch Holländisch, schön.”
Leffe Blond van de tap, een mobiele telefoon. Geen studenten. En dan krijgen wij onze kans. Een grote bouwkunde-ontwerpgroep besluit haar terrasvergadering af te sluiten. Vlak naast een zeurend kind in kinderwagen lonkt het hogere doel van een middag terrashoppen op de Beestenmarkt: een plastic rotanstoel bij Kobus.
Comments are closed.