Spanningen in emancipatieland. Ons emancipatiebeleid is prima, vindt de TU: we zijn immers genomineerd voor de Hoger Onderwijs Emancipatieprijs. Onzin, zegt de emancipatiecommissie: ,,Het college van bestuur heeft vrijwel geen aandacht meer voor vrouwenzaken.”
Vrouwen: in Delft zijn ze zeldzaam. Dat geldt voor studenten, maar nog meer voor het wetenschappelijk personeel. Slechts twee procent van de hoogleraren is vrouw, en acht procent van de wetenschappelijk medewerkers. Alleen in lagere functies doen vrouwen het stukken beter: de schoonmaaksters, kantinedames, en secretaresses.
Maar het is dit college van bestuur (cvb) – weliswaar in opdracht van de minister – ernst daar verandering in te brengen. De TU heeft zogenaamde streefcijfers opgesteld voor het jaar 2001. Voor iedere faculteit is bepaald welk percentage van het wetenschappelijk personeel in dat jaar uit vrouwen moet bestaan. Geen overdreven hoge aantallen, dat zou onrealistisch zijn. Maar toch een flinke verbetering ten opzichte van nu.
Het cvb heeft meer plannen. De TU gaat vrouwelijke ingenieurs uit het bedrijfsleven benaderen. Die moeten Delftse studentes gaan coachen. Verder denkt de TU aan zogenaamde duobanen: één baan vervuld door twee mensen. Ideaal dus voor werkende moeders. Of veel leidinggevende functies in tweeën worden gesplitst is echter de vraag.
Voor bovenstaande projecten was de TU genomineerd voor de Hoger Onderwijs Emancipatieprijs. Dat die eer uiteindelijk aan Delft voorbijging, komt volgens een woordvoerder omdat de coaches en duobanen nog in ‘de planfase’ zitten. Winnaar Twente is al een stapje verder. Maar de Delfte projecten gaan zeker door.
Potje
Met de vrouwenemancipatie lijkt het in Delft dus wel goed te zitten. Toch is Frank Heere niet tevreden. De voorzitter van de emancipatiecommissie (e-commissie) luidt zelfs de noodklok – iets wat volgens hem uitzonderlijk is. Normaal beperkt de groep van vijf TU-vertegenwoordigers zich tot het geven van (meestal ongevraagde) adviezen. De e-commissie is nu dan ook bezorgd: sinds het vertrek van collegelid Magda Veenendaal maakt het cvb ronduit een potje van het emancipatiebeleid.
Het is de mega-decentralisatie (MOD) die Heere en de zijnen zorgen baren. Die heeft de twee emancipatiefunctionarissen van de TU namelijk de kop gekost. De taken van emancipatiemedewerkster Ellen Hamelink (voor het personeel) en collega Ellen Vermeulen (voor de studenten) moeten overgenomen worden door de faculteiten. ,,Op zich is de e-commissie voor decentralisatie”, zegt Heere. ,,Emancipatiebeleid komt zo dichter bij de studenten en medewerkers.”
Het probleem is echter dat er op de faculteiten nog niets isgeregeld, terwijl de functies van de beide Ellens officieel al zijn opgeheven. De overdracht van kennis en taken komt volgens de e-commissie dus ernstig in gevaar. Daarnaast was Ellen Hamelink een dag in de week secretaris bij de e-commissie. Ook die functie verdwijnt nu. En misschien de grootste zorg: de twee huidige emancipatiemedewerkers doen veel ‘faculteitsoverstijgende’ zaken. Wat gaat daar mee gebeuren?
Ladies Intro
Hamelink zit nog gewoon achter haar TU-bureau, hoewel haar functie per 1 mei al niet meer bestaat. Tot 1 januari wordt ze doorbetaald om ‘opgedragen taken’ te doen. Wat die faculteitsoverstijgende taken zijn die in gevaar komen? Hamelink legt het graag uit.
Sinds 1985 wordt ieder jaar rond 8 maart aan de TU de internationale vrouwendag meegevierd. Dat is geen kwestie van eventjes regelen. Omdat het ieder jaar dezelfde vrouwen zijn, moet er steeds een ander programma bedacht worden. Dat gebeurt veelal in overleg met de andere universiteiten.
Daarnaast is er voor nieuwe TU-meisjes de zogenaamde Ladies Intro, voorafgaand aan de Owee. Het nieuwe vrouwvolk wordt voorbereid op het mannelijke numerieke overwicht dat hen te wachten staat. Verder onderhouden Hamelink en Vermeulen goede contacten met de emancipatiefunctionarissen aan andere universiteiten: het landelijk overleg, het drie-TU-overleg. Hamelink richtte vorig jaar de initiatiefgroep allochtonen op. En niet te vergeten: Hamelink en Vermeulen verzorgen de driemaandelijkse Nieuwsbrief, die de TU-gemeenschap op de hoogte houdt van het laatste emancipatienieuws.
Wat komt er van al deze zaken terecht als Hamelink en Vermeulen er straks niet meer zijn? Als hun functies worden uitgesmeerd over de faculteiten, betekent dat ruim een dagdeel emancipatiewerk per faculteit per week. Hamelink: ,,Er zijn tien diensten en faculteiten. Dat zou betekenen dat tien mensen de Opzij moeten gaan lezen, dat er tien mensen naar het landelijk overleg moeten en naar het drie-TU-overleg. Dat kan wel, als de faculteiten iemand nemen voor twee of drie dagen in de week. Maar een dagdeel, daar heb je niks aan.” Daarom moet er op centraal niveau tenminste één coördinerende functionaris blijven bestaan, vindt Hamelink.
Ritzen
De landelijke emancipatie-organisatie Loekwo heeft inmiddels geprotesteerd bij collegevoorzitter De Voogd. Ook Hamelink zelf is er nog altijd verbaasd over dat de TU haar functie zonder uitleg heeft afgeschaft. ,,Ik denk dat we de afgelopen jaren heel zichtbaar zijn geweest.” De video over allochtonenbeleid bijvoorbeeld, die ze kortgeleden gemaakt hebben. Die is ingeslagen als een bom, en gaat nu vele universiteiten langs. Hamelink toont een brief van Ritzen die persoonlijk zijn waardering ervoor uitspreekt. ,,Ritzen kwam er op zondagmiddag speciaal voor naar de TU, waar De Voogd hem ontving. Een week later hoorde ik dat ik kan vertrekken.”
Als het cvb zijn plannen doorvoert, ziet het er ernstig uit voor het emancipatiebeleid in Delft, waarschuwt Hamelink. ,,Ook enkele andere universiteiten hebben hunemancipatiebeleid naar de faculteiten afgeschoven. Het e-werk ging vervolgens steil naar beneden. Er komt niemand meer naar het landelijk overleg, er worden geen nota’s meer geschreven. Er is geen beleid meer, alleen wat vaste dingen worden nog uitgevoerd. Leiden, Eindhoven en Tilburg zijn vreselijke voorbeelden.”
Een verdieping lager huist Karin van den Ordel. Sinds november heeft zij als lid van de stafeenheid Personeel & Organisatie het emancipatiebeleid onder haar hoede. Zij vertegenwoordigt het cvb, en voorziet deze van informatie en adviezen.
,,De emancipatiefunctionarissen hebben de afgelopen jaren grondig en goed werk verricht”, begint Van den Ordel. Maar het verdwijnen van hun functies is volgens haar niet zonder enige reden. Het afgelopen voorjaar is bijvoorbeeld het studentenemancipatie-beleid, dat sinds 1990 bestaat, geëvalueerd. Het aantal eerstejaars meisjes is sinds 1990 iets minder snel gestegen dan gedurende de zeven jaar daarvoor. De laatste jaren is de groei er zelfs helemaal uit. Het nut van een centrale emancipatiefunctionaris voor studenten is dus niet aantoonbaar. Daarnaast blijkt uit het evaluatierapport dat de faculteiten lui geworden zijn door het werk van Hamelink en Vermeulen. Zelf doen ze weinig meer op emancipatiegebied.
Kinderopvang
En hoe zit het met de faculteitsoverstijgende taken? Dat komt volgens Van den Ordel best op zijn pootjes terecht. Zij gaat op zoek naar anderen die zaken als de vrouwendag en de Ladies Intro op hun schouders kunnen nemen. Zelf is ze van plan de landelijke vergaderingen bij te gaan wonen.
Een aantal zaken kan volgens Van den Ordel wellicht verdwijnen. ,,Wat mij betreft lopen we met z’n allen de hele lijst van taken door, en kijken we wat belangrijk is. Persoonlijk vind ik bijvoorbeeld dat de Nieuwsbrief best kan verdwijnen. Er is toch ook geen nieuwsbrief over goede stoelen of over arbeidsomstandigheden. Het emancipatienieuws kan volgens mij veel beter verschijnen in het voorlichtingskatern van Delta of in andere media.”
Overigens is er volgens Van den Ordel en Hamelink toch een kans dat één centrale emancipatiemedewerker kan blijven. De faculteiten moeten namelijk voor 1 augustus aangeven hoe ze hun taken gaan invullen. Mogelijk zien ze dat ieder apart niet zitten en besluiten ze een gezamenlijke emancipatiefunctionaris in dienst te nemen. Van den Ordel: ,,Maar die moeten ze dan wel zelf betalen.”
In dat geval vallen de gevolgen van de decentralisatie dus mee. Zijn de grieven van de e-commissie dan de wereld uit? Nee, want het conflict zit veel dieper. De e-commissie beschuldigt het cvb van grote desinteresse voor emancipatievraagstukken, en voelt zich sinds anderhalf jaar niet meer serieus genomen.
De geschiedenis van de e-commissie kan die situatie ophelderen. Aandacht voor vrouwenemancipatie is nooit Delfts sterkste punt geweest. Pas in 1981 – andere universiteiten waren veel eerder – verscheen er een emancipatienota. Een jaarlater werd de e-commissie opgericht. Deze gaf elk jaar een aantal adviezen. Tot ver in de jaren negentig waren er weinig problemen. Veel adviezen gingen over kinderopvang, en de e-commissie vond op dat punt regelmatig een gewillig oor bij het cvb. Ieder jaar steeg het aantal aantal opvangplaatsen. ,,Een heel andere tijd dan nu”, zegt Hamelink. ,,Toen Janneke Kromhout bijvoorbeeld nog in het cvb zat, zei je: Joh, ik heb nog een ton nodig, en je had ‘m.”
Vrouwonvriendelijk
In 1996 veranderde de e-commissie haar doelstelling. Ze behartigde voortaan niet alleen vrouwenbelangen, maar ook die van homo’s, gehandicapten en allochtonen. Een groot voordeel was dat de Antonia Korvezeeprijs die de commissie jaarlijks uitreikt een wat breder bereik kreeg. Het was in het verleden niet altijd even makkelijk de emancipatieprijs aan iemand binnen de TU uit te reiken.
Maar de tijden zijn inmiddels veranderd. Sinds het laatste vrouwelijke collegelid Magda Veenendaal vertrok, is het volgens de e-commissie huilen met de pet op. ,,Veenendaal was echt geïnteresseerd”, zegt voorzitter Heere. ,,De rest niet.” Na Veenendaals vertrek werd volgens Heere en Hamelink bepaald dat emancipatie geen speciaal aandachtgebied meer is voor het cvb. En het aantal plaatsen voor kinderopvang groeit al een tijd niet meer, hoewel het gebrek eraan steeds nijpender wordt.
Bovendien voelt de e-commissie zich na het vertrek van Veenendaal eigenlijk niet meer serieus genomen. ,,Veenendaal was een duidelijk aanspreekpunt binnen het cvb. Maar dat is nu weg”, klaagt het langstzittende lid van de e-commissie Sandra Bellekom. ,,De laatste anderhalf jaar is er nauwelijks naar ons geluisterd.”
,,Het cvb heeft vrijwel geen aandacht meer voor vrouwenzaken”, bevestigt haar collega Hamelink. ,,Het college heeft namelijk het idee: je kunt hier als vrouw werken en studeren. Daarbij word je alleen beoordeeld op je prestaties en niet op je geslacht, dus zit het wel goed. Maar er heerst hier nog steeds een heel vrouwonvriendelijk klimaat. Kijk eens naar de aio’s. Tweederde van de vrouwelijke aio’s in Delft komt van buiten. Bij de mannen geldt dat maar voor eenderde. Vrouwen weten blijkbaar niet hoe snel ze weg moeten komen.”
De desinteresse blijkt volgens de e-commissie bijvoorbeeld uit de adviezen die zij uitbrengt. Vorig jaar waren het er zo’n vijftien. Ze stuurden ze op, maar hoorden vervolgens nooit meer wat. ,,Ik heb het idee dat we de staf alleen maar irriteerden met onze adviezen”, zegt Hamelink. ,,Maar inmiddels is daarin wel verbetering gebracht doordat we sinds kort de adviezen met de staf voorbespreken.”
Bezinnen
Beleidsmedewerker Van den Ordel geeft toe dat er vorig jaar nauwelijk gereageerd is op adviezen. Sinds haar aanstelling in november is dat volgens haar echter veranderd. ,,Ik heb ze in principe bijna allemaal beantwoord.”
Verder ontkent Van den Ordel dat er na het vertrek van Veenendaal veel veranderd is in het TU-emancipatiebeleid.Volgens haar is het flauwekul dat emancipatiebeleid geen taak meer zou zijn van het cvb, zoals de e-commissie beweert. ,,Het valt onder personeelsbeleid, en dat is de taak van De Voogd. Het enige verschil is dat Veenendaal het emancipatiebeleid als apart naambordje onder het personeelsbeleid had gehangen. Daardoor was het meer zichtbaar. Maar in de praktijk maakte dat volgens mij weinig uit. Het cvb en ik hebben absoluut niet de bedoeling het emancipatietaken van de TU om zeep te helpen”, aldus Van den Ordel.
Van dat laatste is de emancipatiecommissie zeker niet overtuigd. Er zit een gesprek in de pijplijn met het cvb maar eerst moet de e-commissie met Van den Ordel om de tafel gaan zitten, en duidelijk opschrijven wat de problemen zijn.
En wat als het overleg niets oplevert? Blijft de e-commissie dan adviezen schrijven waar niemand echt naar kijkt? De enige daad die de commissie dan zou kunnen stellen is opstappen. Iets dergelijks lijkt voorzitter Heere inderdaad te suggereren: ,,Misschien moeten we ons bezinnen op onze eigen toekomst.”
Vrouwen: in Delft zijn ze zeldzaam. Dat geldt voor studenten, maar nog meer voor het wetenschappelijk personeel. Slechts twee procent van de hoogleraren is vrouw, en acht procent van de wetenschappelijk medewerkers. Alleen in lagere functies doen vrouwen het stukken beter: de schoonmaaksters, kantinedames, en secretaresses.
Maar het is dit college van bestuur (cvb) – weliswaar in opdracht van de minister – ernst daar verandering in te brengen. De TU heeft zogenaamde streefcijfers opgesteld voor het jaar 2001. Voor iedere faculteit is bepaald welk percentage van het wetenschappelijk personeel in dat jaar uit vrouwen moet bestaan. Geen overdreven hoge aantallen, dat zou onrealistisch zijn. Maar toch een flinke verbetering ten opzichte van nu.
Het cvb heeft meer plannen. De TU gaat vrouwelijke ingenieurs uit het bedrijfsleven benaderen. Die moeten Delftse studentes gaan coachen. Verder denkt de TU aan zogenaamde duobanen: één baan vervuld door twee mensen. Ideaal dus voor werkende moeders. Of veel leidinggevende functies in tweeën worden gesplitst is echter de vraag.
Voor bovenstaande projecten was de TU genomineerd voor de Hoger Onderwijs Emancipatieprijs. Dat die eer uiteindelijk aan Delft voorbijging, komt volgens een woordvoerder omdat de coaches en duobanen nog in ‘de planfase’ zitten. Winnaar Twente is al een stapje verder. Maar de Delfte projecten gaan zeker door.
Potje
Met de vrouwenemancipatie lijkt het in Delft dus wel goed te zitten. Toch is Frank Heere niet tevreden. De voorzitter van de emancipatiecommissie (e-commissie) luidt zelfs de noodklok – iets wat volgens hem uitzonderlijk is. Normaal beperkt de groep van vijf TU-vertegenwoordigers zich tot het geven van (meestal ongevraagde) adviezen. De e-commissie is nu dan ook bezorgd: sinds het vertrek van collegelid Magda Veenendaal maakt het cvb ronduit een potje van het emancipatiebeleid.
Het is de mega-decentralisatie (MOD) die Heere en de zijnen zorgen baren. Die heeft de twee emancipatiefunctionarissen van de TU namelijk de kop gekost. De taken van emancipatiemedewerkster Ellen Hamelink (voor het personeel) en collega Ellen Vermeulen (voor de studenten) moeten overgenomen worden door de faculteiten. ,,Op zich is de e-commissie voor decentralisatie”, zegt Heere. ,,Emancipatiebeleid komt zo dichter bij de studenten en medewerkers.”
Het probleem is echter dat er op de faculteiten nog niets isgeregeld, terwijl de functies van de beide Ellens officieel al zijn opgeheven. De overdracht van kennis en taken komt volgens de e-commissie dus ernstig in gevaar. Daarnaast was Ellen Hamelink een dag in de week secretaris bij de e-commissie. Ook die functie verdwijnt nu. En misschien de grootste zorg: de twee huidige emancipatiemedewerkers doen veel ‘faculteitsoverstijgende’ zaken. Wat gaat daar mee gebeuren?
Ladies Intro
Hamelink zit nog gewoon achter haar TU-bureau, hoewel haar functie per 1 mei al niet meer bestaat. Tot 1 januari wordt ze doorbetaald om ‘opgedragen taken’ te doen. Wat die faculteitsoverstijgende taken zijn die in gevaar komen? Hamelink legt het graag uit.
Sinds 1985 wordt ieder jaar rond 8 maart aan de TU de internationale vrouwendag meegevierd. Dat is geen kwestie van eventjes regelen. Omdat het ieder jaar dezelfde vrouwen zijn, moet er steeds een ander programma bedacht worden. Dat gebeurt veelal in overleg met de andere universiteiten.
Daarnaast is er voor nieuwe TU-meisjes de zogenaamde Ladies Intro, voorafgaand aan de Owee. Het nieuwe vrouwvolk wordt voorbereid op het mannelijke numerieke overwicht dat hen te wachten staat. Verder onderhouden Hamelink en Vermeulen goede contacten met de emancipatiefunctionarissen aan andere universiteiten: het landelijk overleg, het drie-TU-overleg. Hamelink richtte vorig jaar de initiatiefgroep allochtonen op. En niet te vergeten: Hamelink en Vermeulen verzorgen de driemaandelijkse Nieuwsbrief, die de TU-gemeenschap op de hoogte houdt van het laatste emancipatienieuws.
Wat komt er van al deze zaken terecht als Hamelink en Vermeulen er straks niet meer zijn? Als hun functies worden uitgesmeerd over de faculteiten, betekent dat ruim een dagdeel emancipatiewerk per faculteit per week. Hamelink: ,,Er zijn tien diensten en faculteiten. Dat zou betekenen dat tien mensen de Opzij moeten gaan lezen, dat er tien mensen naar het landelijk overleg moeten en naar het drie-TU-overleg. Dat kan wel, als de faculteiten iemand nemen voor twee of drie dagen in de week. Maar een dagdeel, daar heb je niks aan.” Daarom moet er op centraal niveau tenminste één coördinerende functionaris blijven bestaan, vindt Hamelink.
Ritzen
De landelijke emancipatie-organisatie Loekwo heeft inmiddels geprotesteerd bij collegevoorzitter De Voogd. Ook Hamelink zelf is er nog altijd verbaasd over dat de TU haar functie zonder uitleg heeft afgeschaft. ,,Ik denk dat we de afgelopen jaren heel zichtbaar zijn geweest.” De video over allochtonenbeleid bijvoorbeeld, die ze kortgeleden gemaakt hebben. Die is ingeslagen als een bom, en gaat nu vele universiteiten langs. Hamelink toont een brief van Ritzen die persoonlijk zijn waardering ervoor uitspreekt. ,,Ritzen kwam er op zondagmiddag speciaal voor naar de TU, waar De Voogd hem ontving. Een week later hoorde ik dat ik kan vertrekken.”
Als het cvb zijn plannen doorvoert, ziet het er ernstig uit voor het emancipatiebeleid in Delft, waarschuwt Hamelink. ,,Ook enkele andere universiteiten hebben hunemancipatiebeleid naar de faculteiten afgeschoven. Het e-werk ging vervolgens steil naar beneden. Er komt niemand meer naar het landelijk overleg, er worden geen nota’s meer geschreven. Er is geen beleid meer, alleen wat vaste dingen worden nog uitgevoerd. Leiden, Eindhoven en Tilburg zijn vreselijke voorbeelden.”
Een verdieping lager huist Karin van den Ordel. Sinds november heeft zij als lid van de stafeenheid Personeel & Organisatie het emancipatiebeleid onder haar hoede. Zij vertegenwoordigt het cvb, en voorziet deze van informatie en adviezen.
,,De emancipatiefunctionarissen hebben de afgelopen jaren grondig en goed werk verricht”, begint Van den Ordel. Maar het verdwijnen van hun functies is volgens haar niet zonder enige reden. Het afgelopen voorjaar is bijvoorbeeld het studentenemancipatie-beleid, dat sinds 1990 bestaat, geëvalueerd. Het aantal eerstejaars meisjes is sinds 1990 iets minder snel gestegen dan gedurende de zeven jaar daarvoor. De laatste jaren is de groei er zelfs helemaal uit. Het nut van een centrale emancipatiefunctionaris voor studenten is dus niet aantoonbaar. Daarnaast blijkt uit het evaluatierapport dat de faculteiten lui geworden zijn door het werk van Hamelink en Vermeulen. Zelf doen ze weinig meer op emancipatiegebied.
Kinderopvang
En hoe zit het met de faculteitsoverstijgende taken? Dat komt volgens Van den Ordel best op zijn pootjes terecht. Zij gaat op zoek naar anderen die zaken als de vrouwendag en de Ladies Intro op hun schouders kunnen nemen. Zelf is ze van plan de landelijke vergaderingen bij te gaan wonen.
Een aantal zaken kan volgens Van den Ordel wellicht verdwijnen. ,,Wat mij betreft lopen we met z’n allen de hele lijst van taken door, en kijken we wat belangrijk is. Persoonlijk vind ik bijvoorbeeld dat de Nieuwsbrief best kan verdwijnen. Er is toch ook geen nieuwsbrief over goede stoelen of over arbeidsomstandigheden. Het emancipatienieuws kan volgens mij veel beter verschijnen in het voorlichtingskatern van Delta of in andere media.”
Overigens is er volgens Van den Ordel en Hamelink toch een kans dat één centrale emancipatiemedewerker kan blijven. De faculteiten moeten namelijk voor 1 augustus aangeven hoe ze hun taken gaan invullen. Mogelijk zien ze dat ieder apart niet zitten en besluiten ze een gezamenlijke emancipatiefunctionaris in dienst te nemen. Van den Ordel: ,,Maar die moeten ze dan wel zelf betalen.”
In dat geval vallen de gevolgen van de decentralisatie dus mee. Zijn de grieven van de e-commissie dan de wereld uit? Nee, want het conflict zit veel dieper. De e-commissie beschuldigt het cvb van grote desinteresse voor emancipatievraagstukken, en voelt zich sinds anderhalf jaar niet meer serieus genomen.
De geschiedenis van de e-commissie kan die situatie ophelderen. Aandacht voor vrouwenemancipatie is nooit Delfts sterkste punt geweest. Pas in 1981 – andere universiteiten waren veel eerder – verscheen er een emancipatienota. Een jaarlater werd de e-commissie opgericht. Deze gaf elk jaar een aantal adviezen. Tot ver in de jaren negentig waren er weinig problemen. Veel adviezen gingen over kinderopvang, en de e-commissie vond op dat punt regelmatig een gewillig oor bij het cvb. Ieder jaar steeg het aantal aantal opvangplaatsen. ,,Een heel andere tijd dan nu”, zegt Hamelink. ,,Toen Janneke Kromhout bijvoorbeeld nog in het cvb zat, zei je: Joh, ik heb nog een ton nodig, en je had ‘m.”
Vrouwonvriendelijk
In 1996 veranderde de e-commissie haar doelstelling. Ze behartigde voortaan niet alleen vrouwenbelangen, maar ook die van homo’s, gehandicapten en allochtonen. Een groot voordeel was dat de Antonia Korvezeeprijs die de commissie jaarlijks uitreikt een wat breder bereik kreeg. Het was in het verleden niet altijd even makkelijk de emancipatieprijs aan iemand binnen de TU uit te reiken.
Maar de tijden zijn inmiddels veranderd. Sinds het laatste vrouwelijke collegelid Magda Veenendaal vertrok, is het volgens de e-commissie huilen met de pet op. ,,Veenendaal was echt geïnteresseerd”, zegt voorzitter Heere. ,,De rest niet.” Na Veenendaals vertrek werd volgens Heere en Hamelink bepaald dat emancipatie geen speciaal aandachtgebied meer is voor het cvb. En het aantal plaatsen voor kinderopvang groeit al een tijd niet meer, hoewel het gebrek eraan steeds nijpender wordt.
Bovendien voelt de e-commissie zich na het vertrek van Veenendaal eigenlijk niet meer serieus genomen. ,,Veenendaal was een duidelijk aanspreekpunt binnen het cvb. Maar dat is nu weg”, klaagt het langstzittende lid van de e-commissie Sandra Bellekom. ,,De laatste anderhalf jaar is er nauwelijks naar ons geluisterd.”
,,Het cvb heeft vrijwel geen aandacht meer voor vrouwenzaken”, bevestigt haar collega Hamelink. ,,Het college heeft namelijk het idee: je kunt hier als vrouw werken en studeren. Daarbij word je alleen beoordeeld op je prestaties en niet op je geslacht, dus zit het wel goed. Maar er heerst hier nog steeds een heel vrouwonvriendelijk klimaat. Kijk eens naar de aio’s. Tweederde van de vrouwelijke aio’s in Delft komt van buiten. Bij de mannen geldt dat maar voor eenderde. Vrouwen weten blijkbaar niet hoe snel ze weg moeten komen.”
De desinteresse blijkt volgens de e-commissie bijvoorbeeld uit de adviezen die zij uitbrengt. Vorig jaar waren het er zo’n vijftien. Ze stuurden ze op, maar hoorden vervolgens nooit meer wat. ,,Ik heb het idee dat we de staf alleen maar irriteerden met onze adviezen”, zegt Hamelink. ,,Maar inmiddels is daarin wel verbetering gebracht doordat we sinds kort de adviezen met de staf voorbespreken.”
Bezinnen
Beleidsmedewerker Van den Ordel geeft toe dat er vorig jaar nauwelijk gereageerd is op adviezen. Sinds haar aanstelling in november is dat volgens haar echter veranderd. ,,Ik heb ze in principe bijna allemaal beantwoord.”
Verder ontkent Van den Ordel dat er na het vertrek van Veenendaal veel veranderd is in het TU-emancipatiebeleid.Volgens haar is het flauwekul dat emancipatiebeleid geen taak meer zou zijn van het cvb, zoals de e-commissie beweert. ,,Het valt onder personeelsbeleid, en dat is de taak van De Voogd. Het enige verschil is dat Veenendaal het emancipatiebeleid als apart naambordje onder het personeelsbeleid had gehangen. Daardoor was het meer zichtbaar. Maar in de praktijk maakte dat volgens mij weinig uit. Het cvb en ik hebben absoluut niet de bedoeling het emancipatietaken van de TU om zeep te helpen”, aldus Van den Ordel.
Van dat laatste is de emancipatiecommissie zeker niet overtuigd. Er zit een gesprek in de pijplijn met het cvb maar eerst moet de e-commissie met Van den Ordel om de tafel gaan zitten, en duidelijk opschrijven wat de problemen zijn.
En wat als het overleg niets oplevert? Blijft de e-commissie dan adviezen schrijven waar niemand echt naar kijkt? De enige daad die de commissie dan zou kunnen stellen is opstappen. Iets dergelijks lijkt voorzitter Heere inderdaad te suggereren: ,,Misschien moeten we ons bezinnen op onze eigen toekomst.”
Comments are closed.