Wetenschap

Desgevraagd

De kans op inbraak is in Nederland vier keer hoger dan in Duitsland en Frankrijk, meldde De Telegraaf dinsdag. Volgens een rapportage van Aedes, de koepelorganisatie van woningcorporaties, vindt er in Nederland elke minuut een inbraak plaats.

Vooral in de grote steden is de kans hierop groot. In 1997 kreeg 15,2 procent van de woningen in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag te maken met deze vorm van criminaliteit, terwijl dit percentage in kleinere gemeenten op 6,7 blijft steken. De geschatte schade: 600 miljoen per jaar.

Nederland zou hiermee de koploper op het gebied van inbraak in Europa zijn. Een doorn in het oog van de politie, die er vandaag met de preventiebus op uittrekt om het Delftse volk te overtuigen van de noodzaak van deugdelijk hang- en sluitwerk. Of de trend hiermee gekeerd kan worden is nog maar vraag. Aedes noemt de aantrekkingskracht van de grote stad op criminele jongeren en het gebrek aan sociale controle als belangrijkste oorzaken.
Emancipatie

Desgevraagd weet dr.ir. R.A.J. van der Bijl, nog wel een paar factoren op te diepen. Van der Bijl promoveerde in mei bij Bouwkunde op een onderzoek naar veiligheid en de gebouwde omgeving. De indeling van de Nederlandse maatschappij, en met name de invloed van de emancipatie, speelt volgens hem een grote rol. ,,Vroeger was er altijd wel iemand thuis, maar nu heb je veel tweeverdieners met kinderopvang”, licht hij toe. ,,Hierdoor zijn woningen een groot deel van de dag onbeheerd. In Scandinavische landen, die in maatschappelijk opzicht erg op Nederland lijken, zijn de inbraakcijfers ook vrij hoog.”

Ook de voorkeur van de Nederlander voor toegankelijke laagbouw is debet aan de hoge inbraakcijfers. Verder constateert Van der Bijl dat veel mensen hun voordeur gewoon niet goed afsluiten. ,,Nonchalant gedrag, maar ik verzuim dat ook wel eens”, bekent hij. ,,En als een deur niet op het nachtslot zit dan kun je hem met een betaalpasje zo open flipperen. Met een beetje handigheid lukt dat in enkele seconden.”

De technische factor, de kwaliteit van het hang- en sluitwerk, is nog het minst doorslaggevend. Toch richt de preventie zich vooral hierop omdat er makkelijk iets aan verbeterd kan worden. Vanaf januari 1999 worden in het Bouwbesluit bijvoorbeeld de eisen voor inbraakwerendheid aangescherpt. Van der Bijl: ,,De open-gevelconstructie wordt dan dynamisch getest door er zandzakken tegen aan te knallen. Verder gaat een deskundige het hang- en sluitwerk te lijf met standaard gereedschap als schroevendraaiers en bahco’s. De constructie moet dat dan drie minuten volhouden.”

Wie een veilig huis wil moet dus nog even wachten met kopen. Dat Nederland een mekka voor inbrekers zou zijn, wil Van der Bijl intussen niet bevestigen. ,,Je moet ontzettend oppassen met dit soort onderzoeken. Het vergelijken van landen onderling is een heikele zaak, want het zou best kunnen dat wij dit soort dingen beter registreren. En dan ben je natuurlijk al snel koploper.” .aut Ralph Oei

Volgens een rapportage van Aedes, de koepelorganisatie van woningcorporaties, vindt er in Nederland elke minuut een inbraak plaats. Vooral in de grote steden is de kans hierop groot. In 1997 kreeg 15,2 procent van de woningen in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag te maken met deze vorm van criminaliteit, terwijl dit percentage in kleinere gemeenten op 6,7 blijft steken. De geschatte schade: 600 miljoen per jaar.

Nederland zou hiermee de koploper op het gebied van inbraak in Europa zijn. Een doorn in het oog van de politie, die er vandaag met de preventiebus op uittrekt om het Delftse volk te overtuigen van de noodzaak van deugdelijk hang- en sluitwerk. Of de trend hiermee gekeerd kan worden is nog maar vraag. Aedes noemt de aantrekkingskracht van de grote stad op criminele jongeren en het gebrek aan sociale controle als belangrijkste oorzaken.
Emancipatie

Desgevraagd weet dr.ir. R.A.J. van der Bijl, nog wel een paar factoren op te diepen. Van der Bijl promoveerde in mei bij Bouwkunde op een onderzoek naar veiligheid en de gebouwde omgeving. De indeling van de Nederlandse maatschappij, en met name de invloed van de emancipatie, speelt volgens hem een grote rol. ,,Vroeger was er altijd wel iemand thuis, maar nu heb je veel tweeverdieners met kinderopvang”, licht hij toe. ,,Hierdoor zijn woningen een groot deel van de dag onbeheerd. In Scandinavische landen, die in maatschappelijk opzicht erg op Nederland lijken, zijn de inbraakcijfers ook vrij hoog.”

Ook de voorkeur van de Nederlander voor toegankelijke laagbouw is debet aan de hoge inbraakcijfers. Verder constateert Van der Bijl dat veel mensen hun voordeur gewoon niet goed afsluiten. ,,Nonchalant gedrag, maar ik verzuim dat ook wel eens”, bekent hij. ,,En als een deur niet op het nachtslot zit dan kun je hem met een betaalpasje zo open flipperen. Met een beetje handigheid lukt dat in enkele seconden.”

De technische factor, de kwaliteit van het hang- en sluitwerk, is nog het minst doorslaggevend. Toch richt de preventie zich vooral hierop omdat er makkelijk iets aan verbeterd kan worden. Vanaf januari 1999 worden in het Bouwbesluit bijvoorbeeld de eisen voor inbraakwerendheid aangescherpt. Van der Bijl: ,,De open-gevelconstructie wordt dan dynamisch getest door er zandzakken tegen aan te knallen. Verder gaat een deskundige het hang- en sluitwerk te lijf met standaard gereedschap als schroevendraaiers en bahco’s. De constructie moet dat dan drie minuten volhouden.”

Wie een veilig huis wil moet dus nog even wachten met kopen. Dat Nederland een mekka voor inbrekers zou zijn, wil Van der Bijl intussen niet bevestigen. ,,Je moet ontzettend oppassen met dit soort onderzoeken. Het vergelijken van landen onderling is een heikele zaak, want het zou best kunnen dat wij dit soort dingen beter registreren. En dan ben je natuurlijk al snel koploper.” .aut Ralph Oei

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.