Alle jeeps, tanks en trucks van het Nederlandse leger gaan op kerosine rijden. Dat meldde De Telegraaf afgelopen dinsdag. Kerosine was, voor de komst van de benzinemotor, het belangrijkste eindproduct van aardolie.
Het werd algemeen gebruikt in het huishouden: voor verlichting, om te koken, voor verwarming. Het spul is dan beter bekend onder de naam lampolie of petroleum.
De krijgsmacht heeft de vliegtuigbrandstof herontdekt, en geeft hoog op van de voordelen. Vergeleken met diesel, dat nu op grote schaal gebruikt wordt, steekt kerosine gunstig af. Het kost dertig cent per liter minder, heeft zestig procent minder roetuitstoot, en als alle militaire voertuigen binnen de NAVO op dezelfde brandstof lopen, hoeft er maar één soort in voorraad te zijn. Dat is niet alleen handig, maar scheelt ook nog in de portemonnee. Alleen motorfietsen en kettingzagen worden volgens de berichten niet gevoed met jet-petrol.
Als kerosine zo’n milieuvriendelijke en goedkope oplossing is voor legervoertuigen, waarom rijden dan niet meer auto’s en vrachtwagens op dit goedje?
Logistiek
Desgevraagd zegt prof.ir. D. Stapersma er niet direct van overtuigd te zijn dat kerosine echt voordeliger en schoner is. ,,Als je tegenwoordig iets wilt, zet je er natuurlijk bij dat het milieuvriendelijk is, dan heb je de politici direct mee. En de prijs van brandstof – dat is een ingewikkeld politiek verhaal. De kostprijs is heel wat anders dan wat de consument voor diesel betaalt.” Argumenten als goedkoop en schoon zijn vaak wishful thinking, zegt Stapersma, die in deeltijd aan de TU werkt als hoogleraar verbrandingstechniek en daarnaast als kolonel in dienst is van de marine. Blijft over het logistieke voordeel voor de landmacht. Dat is de werkelijke reden, vermoedt Stapersma.
Het leger wil af van de ingewikkelde dual fuel-bevoorrading. Jeeps rijden nu al op multifunctionele brandstof: een dieselsoort die zo schoon is dat ook gasturbines erop kunnen draaien. Maar helikopters blijven een probleem. Die willen niet op diesel. ,,Dus als je dan overstapt op één brandstof is het: de most demanding user bepaalt.” Kerosine dus. Vooral de Amerikanen zouden daarop hebben aangedrongen.
Stapersma had van de overstap nog niet gehoord, ,,maar ik weet wel dat ze op de KMA eens onderzoek gedaan hebben naar jeeps die op kerosine rijden.” Technisch kan dat met wat aanpassingen, zegt hij. Eigenlijk kun je met kerosine alle kanten uit: ,,Het is een mooie schone brandstof, de mooiste die we hebben.” Alleen is-ie ook licht ontvlambaar, en daardoor niet geschikt voor een vonkende kettingzaag, of voor de scheepvaart.
,,De helicopterfuel aan boord bij de marine moet worden opgeslagen in een aparte ruimte met vonkvrije apparatuur. Bij bevoorrading zijn altijd twee aparte brandstofslangen nodig. Dat is wel eens lastig. Toch geloof ik niet dat ook de marineoverstapt op kerosine. Vanwege de brandbaarheid mogen koopvaardijschepen er immers ook niet mee varen.”
Kerosine was, voor de komst van de benzinemotor, het belangrijkste eindproduct van aardolie. Het werd algemeen gebruikt in het huishouden: voor verlichting, om te koken, voor verwarming. Het spul is dan beter bekend onder de naam lampolie of petroleum.
De krijgsmacht heeft de vliegtuigbrandstof herontdekt, en geeft hoog op van de voordelen. Vergeleken met diesel, dat nu op grote schaal gebruikt wordt, steekt kerosine gunstig af. Het kost dertig cent per liter minder, heeft zestig procent minder roetuitstoot, en als alle militaire voertuigen binnen de NAVO op dezelfde brandstof lopen, hoeft er maar één soort in voorraad te zijn. Dat is niet alleen handig, maar scheelt ook nog in de portemonnee. Alleen motorfietsen en kettingzagen worden volgens de berichten niet gevoed met jet-petrol.
Als kerosine zo’n milieuvriendelijke en goedkope oplossing is voor legervoertuigen, waarom rijden dan niet meer auto’s en vrachtwagens op dit goedje?
Logistiek
Desgevraagd zegt prof.ir. D. Stapersma er niet direct van overtuigd te zijn dat kerosine echt voordeliger en schoner is. ,,Als je tegenwoordig iets wilt, zet je er natuurlijk bij dat het milieuvriendelijk is, dan heb je de politici direct mee. En de prijs van brandstof – dat is een ingewikkeld politiek verhaal. De kostprijs is heel wat anders dan wat de consument voor diesel betaalt.” Argumenten als goedkoop en schoon zijn vaak wishful thinking, zegt Stapersma, die in deeltijd aan de TU werkt als hoogleraar verbrandingstechniek en daarnaast als kolonel in dienst is van de marine. Blijft over het logistieke voordeel voor de landmacht. Dat is de werkelijke reden, vermoedt Stapersma.
Het leger wil af van de ingewikkelde dual fuel-bevoorrading. Jeeps rijden nu al op multifunctionele brandstof: een dieselsoort die zo schoon is dat ook gasturbines erop kunnen draaien. Maar helikopters blijven een probleem. Die willen niet op diesel. ,,Dus als je dan overstapt op één brandstof is het: de most demanding user bepaalt.” Kerosine dus. Vooral de Amerikanen zouden daarop hebben aangedrongen.
Stapersma had van de overstap nog niet gehoord, ,,maar ik weet wel dat ze op de KMA eens onderzoek gedaan hebben naar jeeps die op kerosine rijden.” Technisch kan dat met wat aanpassingen, zegt hij. Eigenlijk kun je met kerosine alle kanten uit: ,,Het is een mooie schone brandstof, de mooiste die we hebben.” Alleen is-ie ook licht ontvlambaar, en daardoor niet geschikt voor een vonkende kettingzaag, of voor de scheepvaart.
,,De helicopterfuel aan boord bij de marine moet worden opgeslagen in een aparte ruimte met vonkvrije apparatuur. Bij bevoorrading zijn altijd twee aparte brandstofslangen nodig. Dat is wel eens lastig. Toch geloof ik niet dat ook de marineoverstapt op kerosine. Vanwege de brandbaarheid mogen koopvaardijschepen er immers ook niet mee varen.”
Comments are closed.