Binnenkort heeft de TU een nieuwe vorm van inspraak: de overgangsmedezeggenschapscommissie. Deze bestaat uit mc-leden van de beheerseenheden die samen een cluster vormen.
De commissie houdt zich uitsluitend bezig met reorganisatie en clustering. Interne kwesties van de faculteiten blijven de verantwoordelijkheid van afzonderlijke medezeggenschapsorganen.
Door de clustering verandert de positie van de medezeggenschapscommissies (mc’s). Zij zijn niet langer de vertegenwoordigers van een faculteit of instituut, maar representeren voortaan een onderdeel van een cluster. ,,Het gevolg hiervan is dat degenen die de clustering moeten vormgeven steeds met verschillende mc’s moeten onderhandelen. Dat is tijdrovend en verwarrend. Om die reden is het voorstel gedaan voor de vorming van overgangsmedezeggenschapscommissies (omc), waarin afgevaardigden van de lokale mc’s plaatsnemen. Met deze getrapte afvaardiging kan een projectleider direct overleg voeren”, zegt drs. E. Moors van het directoraat personeel- en organisatieaangelegenheden.
Moors is van mening dat één omc eveneens duidelijkheid schept voor de medewerkers van de clusters. Verschillende mc’s kunnen uiteenlopende adviezen geven over reorganisatiekwesties. ,,Discussies over meningsverschillen en afwijkende visies kunnen beter in een omc worden gevoerd, dan in de beheerseenheden. Dan kan het nieuwe cluster ook makkelijker met een helder en eenduidig standpunt naar buiten treden.”
Afvaardiging
Moors benadrukt dat de omc uitsluitend kan meepraten over de reorganisatie. Andere zaken worden net als vanouds door de ‘gewone’ medezeggenschapscommissies behandeld.
Naar verwachting is de vorming van de omc’s begin maart rond. Een punt van discussie is nog of grotere beheerseenheden meer afgevaardigden in zo’n omc mogen hebben dan kleinere.
De bonden staan op het standpunt dat van alle eenheden een gelijk aantal leden afgevaardigd moet worden in de omc. Als argument voeren ze aan dat alle beheerseenheden – groot en klein – tijdens de reorganisatie met dezelfde problemen worden geconfronteerd. De gedachten van het college van bestuur gingen in eerste instantie uit naar een vertegenwoordiging die evenredig is aan de omvang van de mc’s. De grootste mc krijgt dus de zwaarste stem in een omc.
Moors: ,,Er bestaat echter geen principieel bezwaar tegen het standpunt van de bonden. Beide partijen gaat het om de vraag op welke manier de kwaliteit van de medezeggenschap het beste is gediend. De vorm daarvan kan geen fundamenteel strijdpunt zijn. Om die reden zal het college deze kwestie nog met de projectleiders bespreken.”
Tijdelijk
Overigens vermoedt Moors dat er zonder het concept van de omc waarschijnlijk spontaan een samenwerkingsverband tussen de mc’s van een cluster zou zijn ontstaan. Alleen zou het in dat geval enkele maanden duren voordat de juiste vorm gevonden was. ,,Dat duurt veel te lang omdat de reorganisatie ondertussen voortschrijdt. Zo’n onduidelijke situatie is mijns inziens niet in het belang van goede medezeggenschap.”
De TU streeft naar een flexibele organisatie, maar wordt met de instelling van de omc niet een extra hiërarchische laag gecreëerd? Moors ontkent dit. ,,De omc’s zijn slechts tijdelijk. Waarschijnlijk bestaan ze niet langer dan een half jaar. In september komt er een totale herziening van de medezeggenschapsstructuur van de universiteiten. De wetenschappelijke instellingen kunnen dan – net als in het bedrijfsleven – werken met ondernemingsraden. Als gevolg hiervan zullen de mc’s, en dus ook de omc’s, waarschijnlijk verdwijnen.”
.aut A.S.
Binnenkort heeft de TU een nieuwe vorm van inspraak: de overgangsmedezeggenschapscommissie. Deze bestaat uit mc-leden van de beheerseenheden die samen een cluster vormen. De commissie houdt zich uitsluitend bezig met reorganisatie en clustering. Interne kwesties van de faculteiten blijven de verantwoordelijkheid van afzonderlijke medezeggenschapsorganen.
Door de clustering verandert de positie van de medezeggenschapscommissies (mc’s). Zij zijn niet langer de vertegenwoordigers van een faculteit of instituut, maar representeren voortaan een onderdeel van een cluster. ,,Het gevolg hiervan is dat degenen die de clustering moeten vormgeven steeds met verschillende mc’s moeten onderhandelen. Dat is tijdrovend en verwarrend. Om die reden is het voorstel gedaan voor de vorming van overgangsmedezeggenschapscommissies (omc), waarin afgevaardigden van de lokale mc’s plaatsnemen. Met deze getrapte afvaardiging kan een projectleider direct overleg voeren”, zegt drs. E. Moors van het directoraat personeel- en organisatieaangelegenheden.
Moors is van mening dat één omc eveneens duidelijkheid schept voor de medewerkers van de clusters. Verschillende mc’s kunnen uiteenlopende adviezen geven over reorganisatiekwesties. ,,Discussies over meningsverschillen en afwijkende visies kunnen beter in een omc worden gevoerd, dan in de beheerseenheden. Dan kan het nieuwe cluster ook makkelijker met een helder en eenduidig standpunt naar buiten treden.”
Afvaardiging
Moors benadrukt dat de omc uitsluitend kan meepraten over de reorganisatie. Andere zaken worden net als vanouds door de ‘gewone’ medezeggenschapscommissies behandeld.
Naar verwachting is de vorming van de omc’s begin maart rond. Een punt van discussie is nog of grotere beheerseenheden meer afgevaardigden in zo’n omc mogen hebben dan kleinere.
De bonden staan op het standpunt dat van alle eenheden een gelijk aantal leden afgevaardigd moet worden in de omc. Als argument voeren ze aan dat alle beheerseenheden – groot en klein – tijdens de reorganisatie met dezelfde problemen worden geconfronteerd. De gedachten van het college van bestuur gingen in eerste instantie uit naar een vertegenwoordiging die evenredig is aan de omvang van de mc’s. De grootste mc krijgt dus de zwaarste stem in een omc.
Moors: ,,Er bestaat echter geen principieel bezwaar tegen het standpunt van de bonden. Beide partijen gaat het om de vraag op welke manier de kwaliteit van de medezeggenschap het beste is gediend. De vorm daarvan kan geen fundamenteel strijdpunt zijn. Om die reden zal het college deze kwestie nog met de projectleiders bespreken.”
Tijdelijk
Overigens vermoedt Moors dat er zonder het concept van de omc waarschijnlijk spontaan een samenwerkingsverband tussen de mc’s van een cluster zou zijn ontstaan. Alleen zou het in dat geval enkele maanden duren voordat de juiste vorm gevonden was. ,,Dat duurt veel te lang omdat de reorganisatie ondertussen voortschrijdt. Zo’n onduidelijke situatie is mijns inziens niet in het belang van goede medezeggenschap.”
De TU streeft naar een flexibele organisatie, maar wordt met de instelling van de omc niet een extra hiërarchische laag gecreëerd? Moors ontkent dit. ,,De omc’s zijn slechts tijdelijk. Waarschijnlijk bestaan ze niet langer dan een half jaar. In september komt er een totale herziening van de medezeggenschapsstructuur van de universiteiten. De wetenschappelijke instellingen kunnen dan – net als in het bedrijfsleven – werken met ondernemingsraden. Als gevolg hiervan zullen de mc’s, en dus ook de omc’s, waarschijnlijk verdwijnen.”
.aut A.S.
Comments are closed.