Campus

‘Mijn grote voorbeeld is Frits Spits’

Bij Waterweg FM, voorheen Omroep Vlaardingen, is prof.dr.ir. Ch.F. Hendriks een belangrijke kracht. Hendriks (50) is programmaleider van de negentigkoppige vrijwilligersorganisatie en kruipt als presentator ook twee uur per week achter de microfoon.

,,De TU zou ook gewoon zendtijd moeten huren op een lokale zender.”

,,Als ik vrijdagavond mijn jasje uit- en mijn trui aantrek, word ik een ander mens. Aan de TU word je bekeken als ‘de professor’, de persoon die beslist over tentamens. Elders, in de kunstwereld bijvoorbeeld, hecht men veel minder aan dat soort hiërarchie.”

De hoogleraar bij de sectie materiaalkunde van Civiele Techniek leidt bijna een dubbelleven. Door de week een ’topper’ aan de TU (Hendriks is themaleider van een interfacultair onderzoekscentrum, de nieuwe paradepaardjes van de TU waarvoor enkele inhoudelijke zwaargewichten zijn aangezocht) en in zijn vrije tijd ‘de Frits Spits van Vlaardingen’.

De radiozender neemt enkele avonden en twee middagen per week in beslag. ,,Een halve baan ja”, beaamt Hendriks. Het is liefdewerk. Een oude liefde, wel te verstaan. ,,Ik werd als jongen al gefascineerd door radio. Ik woonde toen in Rotterdam, maar ging regelmatig naar Hilversum om uitzendingen bij te wonen. Op een gegeven moment werden er vrijwilligers gevraagd die dictaten wilden inspreken voor visueel gehandicapten, inclusief de figuren die ter uitleg in de dictaten staan. Voor die mensen was een professionele radio-opleiding bij de NOS geregeld. Dat was de kat op het spek binden, ik hapte meteen toe.”

Hendriks presenteerde daarna onder meer het visionaal, een gesproken journaal voor blinden. Van de radio-opleiding en het contact met blinden leerde hij veel. ,,De meeste mensen gebruiken hun stem monotoon. Je kunt echter verschillende sterktes, toonhoogtes en tempo’s gebruiken, je kunt allerlei emoties uitdrukken. Ik heb lang gewerkt met een technicus die op late leeftijd blind was geworden. Blinden zijn enorm kien op wat ze horen. Hun terugkoppeling was bijzonder nuttig.”
Weiszäcker

Toen Hendriks begin jaren tachtig in Vlaardingen de kans kreeg om bij de regionale radio te werken, bedacht hij zich geen moment. ,,Sindsdien presenteer ik vooral actualiteitenprogramma’s. Een enkele keer bezoek ik een concert. Maar de hoofdmoot is een vast programma, elke zaterdag en zondag van zes tot zeven.”

De hoogleraar behandelt in zijn programma de lokale politiek op een manier zoals ook ‘Met het oog op morgen’ dat doet. Inmiddels heeft Hendriks bijna tweeduizend uur radio gepresenteerd, met gasten die variëren van lokale politici tot de Duitse bundespresident Von Weiszäcker.

,,Het bezoek van deze laatste was een indrukwekkend moment.Elk jaar reikt Vlaardingen de Geuzenpenning uit, bijvoorbeeld aan de dwaze moeders van Zuid-Amerika. Von Weiszäcker kreeg hem bij de hereniging van Duitsland. Destijds speelde er een conflict om de Duits-Poolse grens. Terwijl kanselier Kohl populaire opmerkingen plaatste om de kiezers te behagen, vertelde zijn partijgenoot Von Weiszäcker dat hij de relaties met buurlanden gewoon op nummer één zette. Toen dacht ik: jij hebt lef om dat hier zomaar te zeggen.”

Von Weiszäcker had ook ontwijkend kunnen antwoorden op de vragen van Hendriks. ,,Politici zijn daar goed in. Zeggen: ‘dat onderzoeken we nog’ of ‘we bereiden een nota voor’. Dan moet je heel precies vragen stellen om ze toch tot een antwoord te brengen. Ze weten toch van tevoren wel wat er in de nota komt? Live radio is op zo’n moment heel eerlijk: de antwoorden komen direct in de ether.”

Televisie is een ander verhaal, vindt Hendriks. ,,Daar wordt veel geknipt. Als je antwoordt: ‘Ja, maar..’, dan knippen ze het gedeelte achter ‘ja’. Daarom hoor je politici op tv altijd in volzinnen antwoorden die je niet in tweeën kunt knippen. Het is bijna een spelletje: geen ja, geen nee.”
Eerlijkheid

Natuurlijk ‘knipt’ Waterweg FM soms ook als iets niet live is. Volgens Hendriks maakt dat opmerkingen nieuwswaardiger. ,,Het klinkt dan toch beter. Maar ik probeer onze mensen altijd te vertellen dat ze niet tendentieus moeten knippen.”

En een ander belangrijk uitgangspunt vindt hij dat een presentator niet zijn eigen mening moet geven. Presentatoren moeten een verhaal niet in de weg zitten. Maar ze moeten het gesprek wel sturen. Bij een live-uitzending is dat essentieel. ,,Ik zat eens een forum met politici voor. Iedereen krijgt dan twee minuten spreektijd per keer, maar daar gaan ze standaard overheen. Eerst geef je ze een hint met je hand, daarna draai je hun volume weg en spreek je gewoon over ze heen. De sprekers proberen je gewoon even uit.”

Een enkele keer heeft Hendriks een lastige gast. ,,Je ziet vooraf aankomen dat iemand wel eens uit zijn vel kan springen. Zo iemand geef ik een hoofdtelefoon, waarmee ik normaal het radio-geluid en het geluid van de technicus kan horen. Wanneer je het volume op die hoofdtelefoon opvoert, gaat iemand vanzelf zachter praten.”

Over het algemeen zijn gasten echter zeer welwillend tegenover de media, vindt de civiel professor. Mensen zijn snel bereid hun verhaal te doen. ,,Die macht legt de media veel verantwoordelijkheden op. Ik hoor soms mensen die door journalisten echt geschoffeerd worden, dat vind ik niet kunnen. Mijn grote voorbeeld is Frits Spits. Niet op radio drie, maar wanneer hij actualiteiten presenteert.”
Programma

Voorlopig heeft Hendriks nog lang geen genoeg van zijn werk. ,,Als je het zelf niet leuk vindt, horen je luisteraars dat ook. Je moet de formule levend houden. We hebben hier presentatoren van tachtig – met een goede stem natuurlijk. Dat wil ik zelf ook wel.”

Waterweg FM (,,Een echte regionale zender in tegenstelling totde meeste commerciële zenders”) heeft volgens onderzoek zo’n tien- tot twaalfduizend luisteraars verspreid over de dag. ,,Dat is best veel als je bedenkt dat ons zenderbereik enkele honderdduizenden mensen omvat.” Het medium radio is volgens hem dan ook voorlopig nog niet dood. ,,Radio is een heel sociaal apparaat: je kunt het bijvoorbeeld gebruiken terwijl je in de keuken bezig bent.”

En de universiteit kan dit medium nog veel beter uitbuiten, vindt Hendriks. ,,Zelf probeer ik in mijn programma’s al zoveel mogelijk aandacht te schenken aan mensen en onderzoeken van de TU. Ik weet niet precies hoe dat hier in Delft met de lokale zender gaat. Maar eigenlijk zou de TU daar gewoon zendtijd moeten huren.”

.aut P.R.

Bij Waterweg FM, voorheen Omroep Vlaardingen, is prof.dr.ir. Ch.F. Hendriks een belangrijke kracht. Hendriks (50) is programmaleider van de negentigkoppige vrijwilligersorganisatie en kruipt als presentator ook twee uur per week achter de microfoon. ,,De TU zou ook gewoon zendtijd moeten huren op een lokale zender.”

,,Als ik vrijdagavond mijn jasje uit- en mijn trui aantrek, word ik een ander mens. Aan de TU word je bekeken als ‘de professor’, de persoon die beslist over tentamens. Elders, in de kunstwereld bijvoorbeeld, hecht men veel minder aan dat soort hiërarchie.”

De hoogleraar bij de sectie materiaalkunde van Civiele Techniek leidt bijna een dubbelleven. Door de week een ’topper’ aan de TU (Hendriks is themaleider van een interfacultair onderzoekscentrum, de nieuwe paradepaardjes van de TU waarvoor enkele inhoudelijke zwaargewichten zijn aangezocht) en in zijn vrije tijd ‘de Frits Spits van Vlaardingen’.

De radiozender neemt enkele avonden en twee middagen per week in beslag. ,,Een halve baan ja”, beaamt Hendriks. Het is liefdewerk. Een oude liefde, wel te verstaan. ,,Ik werd als jongen al gefascineerd door radio. Ik woonde toen in Rotterdam, maar ging regelmatig naar Hilversum om uitzendingen bij te wonen. Op een gegeven moment werden er vrijwilligers gevraagd die dictaten wilden inspreken voor visueel gehandicapten, inclusief de figuren die ter uitleg in de dictaten staan. Voor die mensen was een professionele radio-opleiding bij de NOS geregeld. Dat was de kat op het spek binden, ik hapte meteen toe.”

Hendriks presenteerde daarna onder meer het visionaal, een gesproken journaal voor blinden. Van de radio-opleiding en het contact met blinden leerde hij veel. ,,De meeste mensen gebruiken hun stem monotoon. Je kunt echter verschillende sterktes, toonhoogtes en tempo’s gebruiken, je kunt allerlei emoties uitdrukken. Ik heb lang gewerkt met een technicus die op late leeftijd blind was geworden. Blinden zijn enorm kien op wat ze horen. Hun terugkoppeling was bijzonder nuttig.”
Weiszäcker

Toen Hendriks begin jaren tachtig in Vlaardingen de kans kreeg om bij de regionale radio te werken, bedacht hij zich geen moment. ,,Sindsdien presenteer ik vooral actualiteitenprogramma’s. Een enkele keer bezoek ik een concert. Maar de hoofdmoot is een vast programma, elke zaterdag en zondag van zes tot zeven.”

De hoogleraar behandelt in zijn programma de lokale politiek op een manier zoals ook ‘Met het oog op morgen’ dat doet. Inmiddels heeft Hendriks bijna tweeduizend uur radio gepresenteerd, met gasten die variëren van lokale politici tot de Duitse bundespresident Von Weiszäcker.

,,Het bezoek van deze laatste was een indrukwekkend moment.Elk jaar reikt Vlaardingen de Geuzenpenning uit, bijvoorbeeld aan de dwaze moeders van Zuid-Amerika. Von Weiszäcker kreeg hem bij de hereniging van Duitsland. Destijds speelde er een conflict om de Duits-Poolse grens. Terwijl kanselier Kohl populaire opmerkingen plaatste om de kiezers te behagen, vertelde zijn partijgenoot Von Weiszäcker dat hij de relaties met buurlanden gewoon op nummer één zette. Toen dacht ik: jij hebt lef om dat hier zomaar te zeggen.”

Von Weiszäcker had ook ontwijkend kunnen antwoorden op de vragen van Hendriks. ,,Politici zijn daar goed in. Zeggen: ‘dat onderzoeken we nog’ of ‘we bereiden een nota voor’. Dan moet je heel precies vragen stellen om ze toch tot een antwoord te brengen. Ze weten toch van tevoren wel wat er in de nota komt? Live radio is op zo’n moment heel eerlijk: de antwoorden komen direct in de ether.”

Televisie is een ander verhaal, vindt Hendriks. ,,Daar wordt veel geknipt. Als je antwoordt: ‘Ja, maar..’, dan knippen ze het gedeelte achter ‘ja’. Daarom hoor je politici op tv altijd in volzinnen antwoorden die je niet in tweeën kunt knippen. Het is bijna een spelletje: geen ja, geen nee.”
Eerlijkheid

Natuurlijk ‘knipt’ Waterweg FM soms ook als iets niet live is. Volgens Hendriks maakt dat opmerkingen nieuwswaardiger. ,,Het klinkt dan toch beter. Maar ik probeer onze mensen altijd te vertellen dat ze niet tendentieus moeten knippen.”

En een ander belangrijk uitgangspunt vindt hij dat een presentator niet zijn eigen mening moet geven. Presentatoren moeten een verhaal niet in de weg zitten. Maar ze moeten het gesprek wel sturen. Bij een live-uitzending is dat essentieel. ,,Ik zat eens een forum met politici voor. Iedereen krijgt dan twee minuten spreektijd per keer, maar daar gaan ze standaard overheen. Eerst geef je ze een hint met je hand, daarna draai je hun volume weg en spreek je gewoon over ze heen. De sprekers proberen je gewoon even uit.”

Een enkele keer heeft Hendriks een lastige gast. ,,Je ziet vooraf aankomen dat iemand wel eens uit zijn vel kan springen. Zo iemand geef ik een hoofdtelefoon, waarmee ik normaal het radio-geluid en het geluid van de technicus kan horen. Wanneer je het volume op die hoofdtelefoon opvoert, gaat iemand vanzelf zachter praten.”

Over het algemeen zijn gasten echter zeer welwillend tegenover de media, vindt de civiel professor. Mensen zijn snel bereid hun verhaal te doen. ,,Die macht legt de media veel verantwoordelijkheden op. Ik hoor soms mensen die door journalisten echt geschoffeerd worden, dat vind ik niet kunnen. Mijn grote voorbeeld is Frits Spits. Niet op radio drie, maar wanneer hij actualiteiten presenteert.”
Programma

Voorlopig heeft Hendriks nog lang geen genoeg van zijn werk. ,,Als je het zelf niet leuk vindt, horen je luisteraars dat ook. Je moet de formule levend houden. We hebben hier presentatoren van tachtig – met een goede stem natuurlijk. Dat wil ik zelf ook wel.”

Waterweg FM (,,Een echte regionale zender in tegenstelling totde meeste commerciële zenders”) heeft volgens onderzoek zo’n tien- tot twaalfduizend luisteraars verspreid over de dag. ,,Dat is best veel als je bedenkt dat ons zenderbereik enkele honderdduizenden mensen omvat.” Het medium radio is volgens hem dan ook voorlopig nog niet dood. ,,Radio is een heel sociaal apparaat: je kunt het bijvoorbeeld gebruiken terwijl je in de keuken bezig bent.”

En de universiteit kan dit medium nog veel beter uitbuiten, vindt Hendriks. ,,Zelf probeer ik in mijn programma’s al zoveel mogelijk aandacht te schenken aan mensen en onderzoeken van de TU. Ik weet niet precies hoe dat hier in Delft met de lokale zender gaat. Maar eigenlijk zou de TU daar gewoon zendtijd moeten huren.”

.aut P.R.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.