Campus

‘Ik wilde praktischer bezig zijn’

Tiendejaars Rob Visser vindt dat studeren meer is dan ‘inhoudelijke kennis verzamelen’. ,,Ik zou het allemaal weer zo doen.”

if”>

Dat ‘allemaal’ slaat onder andere op een afwisselend studiepad. Na de mavo en havo heeft hij in één jaar zijn propedeuse hts elektrotechniek gehaald. Met dit toegangskaartje volgde een leerzame vier jaar elektrotechniek aan de TU. Totdat het vakgebied hem niet meer genoeg boeide. Hij verknoeide nog een jaar met twijfelen en haakte definitief af. Bewust koos hij daarna voor het hbo. ,,Ik wilde praktischer bezig zijn.”

Zijn keuze viel op de studie bewegingstechnologie. Inmiddels is hij dat na vier jaar aan het afronden. ,,Over ongeveer twee weken kan ik mijn verslag inleveren, en dan wordt de datum van het praatje vast gesteld.”

Zijn band met de TU heeft hij onderhouden door zijn stage bij de vakgroep ergonomie van de faculteit Industrieel Ontwerpen. Over het onderzoek dat hij daar deed – het meten van sprongkrachten bij kinderen – is begin dit jaar een artikel verschenen.

Financieel is hij door zijn studie gekomen met behulp van allerlei bijbaantjes. ,,Eerst had ik de gewone baantjes, zoals werken in een spoelkeuken, schoonmaken en ik ben ook nachtwaker geweest. Maar ik werk niet voor uitzendbureaus. Ik stap liever zelf op een bedrijf af.” Ook via via wordt hij voor klusjes gevraagd. Zo heeft hij als chauffeur van een klassieke muziekband drie weken door Duitsland getoerd. ,,Dat was geweldig. Je gaat van hotel tot hotel. Het is een aparte wereld, die muzikantenwereld.”

Ook schuwt Rob de hoogte niet. Als lid van Yeti – de klimvereniging van Virgiel – heeft hij in het Nederlandse Architectuurinstituut te Rotterdam lampen aan het plafond opgehangen. ,,Dat zijn de leuke klussen; ik verdiende er vijftig gulden per uur mee.”

Zijn lichamelijke inspanningen blijven niet beperkt tot klimmen. Hij is ook dol op alle outdoor sporten. Surfen, kanoën, zeilen en survivaltochten behoren allemaal tot zijn forte. ,,Ik heb een sterke verwantschap met de natuur. Als ik aan het trekken ben, loop ik de hele tijd met een grote grijns rond. Ik vind het heerlijk. Je hoeft je alleen maar zorgen te maken over eten, drinkwater, beschutting en of je een vuurtje kan stoken. Verder helemaal niets.” Maar de K2 hoeft hij niet te beklimmen. ,,Ik ben geen fantastische bikkel die tot het uiterste gaat. Ik beklim een berg met een watermeloen in mijn rugzak. Er moet wel wat comfort blijven, vind ik. Op de top moet je wel een potje kunnen schaken.”

Zijn liefde voor de natuur leidt hem verder tot activiteiten als het uittesten van een zeilboot op het Markermeer. ,,Het is de bedoeling dat die boot nu naar Mexico vaart.”

Ook de keuze voor bewegingstechnologie past in het plaatje.,,Ik ben gefascineerd door de natuur en dus door het menselijke bewegingsapparaat.”

Zijn afstudeeronderwerp gaat daarentegen over onnatuurlijke menselijke bewegingen: werk-gerelateerde spieraandoeningen. ,,Dertig procent van de gevallen van arbeidsongeschiktheid wordt door zulke spieraandoeningen veroorzaakt”, legt hij uit. Nog een feitje: ,,Zestig procent van de beeldschermwerknemers klaagt over pijn in de nek.”

Na tien jaar studie wil Rob niet meteen gaan werken. ,,Ik wil wel eerst wat geld verdienen en dan gaan reizen. Het is nog een vaag plan, maar een primatoloog in Brazilië schijnt iemand te zoeken om op zijn apen te passen. Zoiets vind ik fantastisch. Het Amazone-gebied lijkt me prachtig.”

Hij is niet bang dat hij na zijn studie geen werk kan vinden. ,,Natuurlijk zijn er werkgevers die zeggen: ‘Hij heeft lang over zijn studie gedaan en hij is ook nog eens gaan reizen; die jongen is bij ons na twee jaar weer weg.’ Maar er zijn ook werkgevers die zeggen: ‘Die vent houdt van uitdagingen, die moeten we hebben.’ En dat is dus de werkgever waar ik bij pas.”

Tiendejaars Rob Visser vindt dat studeren meer is dan ‘inhoudelijke kennis verzamelen’. ,,Ik zou het allemaal weer zo doen.”

Dat ‘allemaal’ slaat onder andere op een afwisselend studiepad. Na de mavo en havo heeft hij in één jaar zijn propedeuse hts elektrotechniek gehaald. Met dit toegangskaartje volgde een leerzame vier jaar elektrotechniek aan de TU. Totdat het vakgebied hem niet meer genoeg boeide. Hij verknoeide nog een jaar met twijfelen en haakte definitief af. Bewust koos hij daarna voor het hbo. ,,Ik wilde praktischer bezig zijn.”

Zijn keuze viel op de studie bewegingstechnologie. Inmiddels is hij dat na vier jaar aan het afronden. ,,Over ongeveer twee weken kan ik mijn verslag inleveren, en dan wordt de datum van het praatje vast gesteld.”

Zijn band met de TU heeft hij onderhouden door zijn stage bij de vakgroep ergonomie van de faculteit Industrieel Ontwerpen. Over het onderzoek dat hij daar deed – het meten van sprongkrachten bij kinderen – is begin dit jaar een artikel verschenen.

Financieel is hij door zijn studie gekomen met behulp van allerlei bijbaantjes. ,,Eerst had ik de gewone baantjes, zoals werken in een spoelkeuken, schoonmaken en ik ben ook nachtwaker geweest. Maar ik werk niet voor uitzendbureaus. Ik stap liever zelf op een bedrijf af.” Ook via via wordt hij voor klusjes gevraagd. Zo heeft hij als chauffeur van een klassieke muziekband drie weken door Duitsland getoerd. ,,Dat was geweldig. Je gaat van hotel tot hotel. Het is een aparte wereld, die muzikantenwereld.”

Ook schuwt Rob de hoogte niet. Als lid van Yeti – de klimvereniging van Virgiel – heeft hij in het Nederlandse Architectuurinstituut te Rotterdam lampen aan het plafond opgehangen. ,,Dat zijn de leuke klussen; ik verdiende er vijftig gulden per uur mee.”

Zijn lichamelijke inspanningen blijven niet beperkt tot klimmen. Hij is ook dol op alle outdoor sporten. Surfen, kanoën, zeilen en survivaltochten behoren allemaal tot zijn forte. ,,Ik heb een sterke verwantschap met de natuur. Als ik aan het trekken ben, loop ik de hele tijd met een grote grijns rond. Ik vind het heerlijk. Je hoeft je alleen maar zorgen te maken over eten, drinkwater, beschutting en of je een vuurtje kan stoken. Verder helemaal niets.” Maar de K2 hoeft hij niet te beklimmen. ,,Ik ben geen fantastische bikkel die tot het uiterste gaat. Ik beklim een berg met een watermeloen in mijn rugzak. Er moet wel wat comfort blijven, vind ik. Op de top moet je wel een potje kunnen schaken.”

Zijn liefde voor de natuur leidt hem verder tot activiteiten als het uittesten van een zeilboot op het Markermeer. ,,Het is de bedoeling dat die boot nu naar Mexico vaart.”

Ook de keuze voor bewegingstechnologie past in het plaatje.,,Ik ben gefascineerd door de natuur en dus door het menselijke bewegingsapparaat.”

Zijn afstudeeronderwerp gaat daarentegen over onnatuurlijke menselijke bewegingen: werk-gerelateerde spieraandoeningen. ,,Dertig procent van de gevallen van arbeidsongeschiktheid wordt door zulke spieraandoeningen veroorzaakt”, legt hij uit. Nog een feitje: ,,Zestig procent van de beeldschermwerknemers klaagt over pijn in de nek.”

Na tien jaar studie wil Rob niet meteen gaan werken. ,,Ik wil wel eerst wat geld verdienen en dan gaan reizen. Het is nog een vaag plan, maar een primatoloog in Brazilië schijnt iemand te zoeken om op zijn apen te passen. Zoiets vind ik fantastisch. Het Amazone-gebied lijkt me prachtig.”

Hij is niet bang dat hij na zijn studie geen werk kan vinden. ,,Natuurlijk zijn er werkgevers die zeggen: ‘Hij heeft lang over zijn studie gedaan en hij is ook nog eens gaan reizen; die jongen is bij ons na twee jaar weer weg.’ Maar er zijn ook werkgevers die zeggen: ‘Die vent houdt van uitdagingen, die moeten we hebben.’ En dat is dus de werkgever waar ik bij pas.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.