Onderwijs

Tweedekans-student heeft op universiteit minder succes

Studenten die langs een omweg naar de universiteit komen, slagen veel minder vaak dan degenen die direct na school gaan studeren.Het slechtst gaat het met de deeltijdstudenten: ruim de helft vertrekt zonder diploma.

Bij de voltijders overkomt dat maar een kwart van de studenten.

Vorige week presenteerde de vereniging van universiteiten (VSNU) cijfers voor het eerst complete, ‘eerlijke’ cijfers over studietempo en slaagkansen bij de universiteiten. De nadruk lag daarbij op de hoofdstroom van voltijdstudenten met vwo-vooropleiding. Het studiesucces van die groep bleek – inclusief elders behaalde diploma’s – groter dan verwacht. Na acht jaar is 74 procent afgestudeerd, en een deel is dan nog bezig.

Maar veel minder succesvol zijn tweedekans-studenten en andere ‘minderheden’ op de universiteit, blijkt bij nadere analyse van de VSNU-cijfers, gecombineerd met gegevens van het CBS.

Vooral deeltijdstudenten, vaak werkend en al enkele jaren ouder, blijken op de universiteit vaak vast te lopen. Zo had van jaargang ’88 na acht jaar pas 38 procent van de eerstejaars een bul. Meer dan de helft van de eerstejaars had op dat moment al afgehaakt. De cijfers per universiteit zijn niet bekend.

Ook mensen die met een hbo-diploma alsnog naar de universiteit gaan, blijken lang niet altijd succesvol. Wie het volhoudt, doet – dankzij vrijstellingen – doorgaans twee jaar korter over de studie dan vwo’ers. Maar toch vertrekt ook veertig procent van de hbo’ers zonder universitaire bul. Dat is twee keer zoveel uitval als bij de standaard-student.

Zeer succesvol zijn overigens, vergeleken met mannen, de vrouwelijke studenten. Ze doen gemiddeld vier maanden korter over hun studie. En na acht jaar ligt hun succespercentage zes procentpunten hoger dan dat van mannen. Dit verschil geldt in vrijwel alle faculteiten. (HOP/FS)

Studenten die langs een omweg naar de universiteit komen, slagen veel minder vaak dan degenen die direct na school gaan studeren.

Het slechtst gaat het met de deeltijdstudenten: ruim de helft vertrekt zonder diploma. Bij de voltijders overkomt dat maar een kwart van de studenten.

Vorige week presenteerde de vereniging van universiteiten (VSNU) cijfers voor het eerst complete, ‘eerlijke’ cijfers over studietempo en slaagkansen bij de universiteiten. De nadruk lag daarbij op de hoofdstroom van voltijdstudenten met vwo-vooropleiding. Het studiesucces van die groep bleek – inclusief elders behaalde diploma’s – groter dan verwacht. Na acht jaar is 74 procent afgestudeerd, en een deel is dan nog bezig.

Maar veel minder succesvol zijn tweedekans-studenten en andere ‘minderheden’ op de universiteit, blijkt bij nadere analyse van de VSNU-cijfers, gecombineerd met gegevens van het CBS.

Vooral deeltijdstudenten, vaak werkend en al enkele jaren ouder, blijken op de universiteit vaak vast te lopen. Zo had van jaargang ’88 na acht jaar pas 38 procent van de eerstejaars een bul. Meer dan de helft van de eerstejaars had op dat moment al afgehaakt. De cijfers per universiteit zijn niet bekend.

Ook mensen die met een hbo-diploma alsnog naar de universiteit gaan, blijken lang niet altijd succesvol. Wie het volhoudt, doet – dankzij vrijstellingen – doorgaans twee jaar korter over de studie dan vwo’ers. Maar toch vertrekt ook veertig procent van de hbo’ers zonder universitaire bul. Dat is twee keer zoveel uitval als bij de standaard-student.

Zeer succesvol zijn overigens, vergeleken met mannen, de vrouwelijke studenten. Ze doen gemiddeld vier maanden korter over hun studie. En na acht jaar ligt hun succespercentage zes procentpunten hoger dan dat van mannen. Dit verschil geldt in vrijwel alle faculteiten. (HOP/FS)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.