Wetenschap

Oliedom

Het Nederlands-Britse energieconcern Shell heeft in India voor een habbekrats een olieveld verkocht. Shell heeft twee jaar geleden een olieveld in India verkocht dat tweehonderd miljoen vaten méér olie bevat dan oorspronkelijk werd aangenomen.

Dit deelde Cairn Energy mee, het bedrijf dat Shells belang van vijftig procent in het veld voor 5,8 miljoen kocht. De waarde van het Rajasthan-veld is intussen opgelopen tot 403 miljoen euro.

Prof.dr.ir. Kees Wapenaar van de sectie technische geofysica & petrofysica heeft desgevraagd geen idee hoe dat heeft kunnen gebeuren. ,,Ik heb geen inside informatie, dus ik kan alleen maar gissen naar de toedracht. Normaal wordt zo’n veld met technieken geëvalueerd, zoals seismische exploratietechnieken. Daarmee worden afbeeldingen van de ondergrond gemaakt. Dat doen we in onze groep ook. Het geeft een redelijk goed beeld, maar het is nooit honderd procent goed. Er is altijd een foutenmarge.”

Volgens Wapenaar kan die foutenmarge groot zijn. Minimaal vijf procent, maar vijftig procent is ook niet ongebruikelijk. ,,Dat is afhankelijk van het feit of er al putten zijn geboord of dat het helemaal nieuw is, of dat % in het ergste geval % vloeistof voor olie wordt aangezien, terwijl het water is. Desalniettemin verbaast het me dat Shell er zo naast heeft kunnen zitten dat het voor mij een groot raadsel is. Hier moet iets anders aan de hand zijn dan een meetonnauwkeurigheid. Misschien dat ze niet het hele gebied hebben bekeken, maar een gedeelte ervan? Maar ik geef mijn mening graag voor een betere.”

Dr. Pacelli Zitha, universitair hoofddocent van de sectie petroleumwinning, is zo verbaasd dat hij zich afvraagt of het krantenbericht wel klopt. ,,Tweehonderd miljoen vaten is heel erg veel. Ik kan me niet voorstellen dat Shell zo’n fout maakt.” Hij weet niet wat de reden is geweest om het veld te verkopen. ,,Zo’n beslissing is voor elk bedrijf strategisch van aard. De belangen voor kleine bedrijven, zoals Cairn, zijn vaak anders dan die van een groot concern. Kleinere bedrijven halen soms meer uit kleinere velden dan grotere, omdat hun kosten bijvoorbeeld lager zijn. Maar Cairn moet die claim eerst maar bewijzen door daadwerkelijk olie te winnen.”

Niet alleen het Indiase olieveld was voor Shell deze maand een probleem, even daarvoor kwam het bedrijf met het bericht dat de schattingen van de bewezen olie- en gasreserves twintig procent teoptimistisch waren. Volgens Wapenaar gaat het nog steeds om dezelfde hoeveelheid olie, maar is niet alle olie winbaar. Vandaar dat het bedrijf zijn reserves heeft bijgesteld. ,,Zodra de olieprijs omhooggaat, is de industrie bereid in dure winprocessen te investeren zodat ook de moeilijk winbare reserves voor de dag komen. Daalt de olieprijs, dan kost oliewinning relatief veel, dan richt men zich op de gemakkelijk te bereiken olievoorraden. De olieprijs, en daarmee de hoeveelheid winbare olie, is daarom sterk afhankelijk van de economie.”

Shell heeft twee jaar geleden een olieveld in India verkocht dat tweehonderd miljoen vaten méér olie bevat dan oorspronkelijk werd aangenomen. Dit deelde Cairn Energy mee, het bedrijf dat Shells belang van vijftig procent in het veld voor 5,8 miljoen kocht. De waarde van het Rajasthan-veld is intussen opgelopen tot 403 miljoen euro.

Prof.dr.ir. Kees Wapenaar van de sectie technische geofysica & petrofysica heeft desgevraagd geen idee hoe dat heeft kunnen gebeuren. ,,Ik heb geen inside informatie, dus ik kan alleen maar gissen naar de toedracht. Normaal wordt zo’n veld met technieken geëvalueerd, zoals seismische exploratietechnieken. Daarmee worden afbeeldingen van de ondergrond gemaakt. Dat doen we in onze groep ook. Het geeft een redelijk goed beeld, maar het is nooit honderd procent goed. Er is altijd een foutenmarge.”

Volgens Wapenaar kan die foutenmarge groot zijn. Minimaal vijf procent, maar vijftig procent is ook niet ongebruikelijk. ,,Dat is afhankelijk van het feit of er al putten zijn geboord of dat het helemaal nieuw is, of dat % in het ergste geval % vloeistof voor olie wordt aangezien, terwijl het water is. Desalniettemin verbaast het me dat Shell er zo naast heeft kunnen zitten dat het voor mij een groot raadsel is. Hier moet iets anders aan de hand zijn dan een meetonnauwkeurigheid. Misschien dat ze niet het hele gebied hebben bekeken, maar een gedeelte ervan? Maar ik geef mijn mening graag voor een betere.”

Dr. Pacelli Zitha, universitair hoofddocent van de sectie petroleumwinning, is zo verbaasd dat hij zich afvraagt of het krantenbericht wel klopt. ,,Tweehonderd miljoen vaten is heel erg veel. Ik kan me niet voorstellen dat Shell zo’n fout maakt.” Hij weet niet wat de reden is geweest om het veld te verkopen. ,,Zo’n beslissing is voor elk bedrijf strategisch van aard. De belangen voor kleine bedrijven, zoals Cairn, zijn vaak anders dan die van een groot concern. Kleinere bedrijven halen soms meer uit kleinere velden dan grotere, omdat hun kosten bijvoorbeeld lager zijn. Maar Cairn moet die claim eerst maar bewijzen door daadwerkelijk olie te winnen.”

Niet alleen het Indiase olieveld was voor Shell deze maand een probleem, even daarvoor kwam het bedrijf met het bericht dat de schattingen van de bewezen olie- en gasreserves twintig procent teoptimistisch waren. Volgens Wapenaar gaat het nog steeds om dezelfde hoeveelheid olie, maar is niet alle olie winbaar. Vandaar dat het bedrijf zijn reserves heeft bijgesteld. ,,Zodra de olieprijs omhooggaat, is de industrie bereid in dure winprocessen te investeren zodat ook de moeilijk winbare reserves voor de dag komen. Daalt de olieprijs, dan kost oliewinning relatief veel, dan richt men zich op de gemakkelijk te bereiken olievoorraden. De olieprijs, en daarmee de hoeveelheid winbare olie, is daarom sterk afhankelijk van de economie.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.