We komen binnen in een warm en vol café. Alle tafeltjes zijn bezet. We vragen of we mogen aanschuiven aan de grote tafel. Dat mag. We halen een drankje en pakken een spelletje Carcassonne erbij.
Al snel blijkt dat we niet op de beste plek zitten. Het stel aan onze tafel ruziet over wie nou eigenlijk wel of niet van wie houdt. Ze zijn dronken en schreeuwen boos naar elkaar. We gaan verder met ons spelletje en proberen niet teveel op onze buren te letten. Maar dan houdt hun ruzie ineens op, ze hebben een gezamenlijke vijand gevonden: ,,Waarom doen jullie een spelletje in een kroeg, sukkels?” We zeggen nog dat we dat nou eenmaal leuk vinden, en willen verder gaan. Maar we krijgen een preek: dat we asociaal zijn en dat een kroeg niet bedoeld is voor spelletjes. We zeggen dat wij daar anders over denken en beseffen dan dat deze discussie geen zin heeft.
Het uur daarna worden we aan de lopende band uitgescholden. We worden uitgemaakt voor achtereenvolgens een gesjeesde rechtenstudent die nog bij zijn moeder woont, een Hongaarse verpleegster met dikke dijen uit de irri-Tanthof, en een Turkse die niet goed is ingeburgerd. Herhaaldelijk wordt benadrukt dat we echt heel dom zijn. We proberen ons er niks van aan te trekken; de Jupiler van de tap is lekker, de muziek prima en de rest van het publiek is wel gezellig. De tafel achter ons vraagt wat we spelen, of het leuk is en hoe het werkt. We laten ons dus niet wegsturen en tellen de minuten tot de taxi onze buren komt wegvoeren.
Daarna wordt het echt gezellig. We krijgen een drankje van de leuke tafel achter ons omdat we zo fijn als buffer gediend hebben. Zij waren eerder die avond al uitgescholden, omdat ze koffie dronken. Dat kan natuurlijk ook niet in een kroeg. We praten wat met deze groep vrienden, drinken nog wat, eten de pelpinda’s die overvloedig aanwezig zijn in De Klomp en maken een praatje met de vriendelijke barman met zijn vrolijke Palmbretels.
Als we naar huis lopen, beseffen we dat Delft echt een rijke historie heeft. Al sinds 1650 zit er in dat pand aan de Binnenwatersloot een kroeg. ,,Willem van Oranje kwam hier vast per postkoets naar toe”, roepen we. ”Of hij meerde zijn boot af aan de gracht om hier een biertje te drinken!” Dat we de volgende dag op internet zien dat Willem al in 1584 werd vermoord, maakt driehonderdvijftig jaar kroeg niet minder indrukwekkend.
Cafe de Klomp, Binnenwatersloot 5, Delft
We komen binnen in een warm en vol café. Alle tafeltjes zijn bezet. We vragen of we mogen aanschuiven aan de grote tafel. Dat mag. We halen een drankje en pakken een spelletje Carcassonne erbij. Al snel blijkt dat we niet op de beste plek zitten. Het stel aan onze tafel ruziet over wie nou eigenlijk wel of niet van wie houdt. Ze zijn dronken en schreeuwen boos naar elkaar. We gaan verder met ons spelletje en proberen niet teveel op onze buren te letten. Maar dan houdt hun ruzie ineens op, ze hebben een gezamenlijke vijand gevonden: ,,Waarom doen jullie een spelletje in een kroeg, sukkels?” We zeggen nog dat we dat nou eenmaal leuk vinden, en willen verder gaan. Maar we krijgen een preek: dat we asociaal zijn en dat een kroeg niet bedoeld is voor spelletjes. We zeggen dat wij daar anders over denken en beseffen dan dat deze discussie geen zin heeft.
Het uur daarna worden we aan de lopende band uitgescholden. We worden uitgemaakt voor achtereenvolgens een gesjeesde rechtenstudent die nog bij zijn moeder woont, een Hongaarse verpleegster met dikke dijen uit de irri-Tanthof, en een Turkse die niet goed is ingeburgerd. Herhaaldelijk wordt benadrukt dat we echt heel dom zijn. We proberen ons er niks van aan te trekken; de Jupiler van de tap is lekker, de muziek prima en de rest van het publiek is wel gezellig. De tafel achter ons vraagt wat we spelen, of het leuk is en hoe het werkt. We laten ons dus niet wegsturen en tellen de minuten tot de taxi onze buren komt wegvoeren.
Daarna wordt het echt gezellig. We krijgen een drankje van de leuke tafel achter ons omdat we zo fijn als buffer gediend hebben. Zij waren eerder die avond al uitgescholden, omdat ze koffie dronken. Dat kan natuurlijk ook niet in een kroeg. We praten wat met deze groep vrienden, drinken nog wat, eten de pelpinda’s die overvloedig aanwezig zijn in De Klomp en maken een praatje met de vriendelijke barman met zijn vrolijke Palmbretels.
Als we naar huis lopen, beseffen we dat Delft echt een rijke historie heeft. Al sinds 1650 zit er in dat pand aan de Binnenwatersloot een kroeg. ,,Willem van Oranje kwam hier vast per postkoets naar toe”, roepen we. ”Of hij meerde zijn boot af aan de gracht om hier een biertje te drinken!” Dat we de volgende dag op internet zien dat Willem al in 1584 werd vermoord, maakt driehonderdvijftig jaar kroeg niet minder indrukwekkend.
Cafe de Klomp, Binnenwatersloot 5, Delft
Comments are closed.