Customize Consent Preferences

We use cookies to help you navigate efficiently and perform certain functions. You will find detailed information about all cookies under each consent category below.

The cookies that are categorized as "Necessary" are stored on your browser as they are essential for enabling the basic functionalities of the site. ... 

Always Active

Necessary cookies are required to enable the basic features of this site, such as providing secure log-in or adjusting your consent preferences. These cookies do not store any personally identifiable data.

No cookies to display.

Functional cookies help perform certain functionalities like sharing the content of the website on social media platforms, collecting feedback, and other third-party features.

No cookies to display.

Analytical cookies are used to understand how visitors interact with the website. These cookies help provide information on metrics such as the number of visitors, bounce rate, traffic source, etc.

No cookies to display.

Performance cookies are used to understand and analyze the key performance indexes of the website which helps in delivering a better user experience for the visitors.

No cookies to display.

Advertisement cookies are used to provide visitors with customized advertisements based on the pages you visited previously and to analyze the effectiveness of the ad campaigns.

No cookies to display.

Opinie

Promoveren

Uit onderzoek blijkt dat mensen met ‘doctor’ voor hun naam geen hoger inkomen hebben of meer carrière maken dan niet-gepromoveerde academici.

Vanuit een rationele kosten-batenoverweging heeft het maken van een proefschrift dus weinig economisch nut % tenzij je van plan bent om hoogleraar te worden. Toch is daar niet alles mee gezegd.

Ikzelf ben pas op mijn zesendertigste met een promotieonderzoek gestart en ben dus een wetenschappelijke laatbloeier. Achteraf kan ik vijf redenen bedenken die een rol hebben gespeeld om het er toch op te wagen.

Ten eerste interesse. De behoefte om intensief met één onderwerp bezig te zijn en daar vervolgens zelf wat aan toe te voegen. In de tweede plaats ambitie. Promoveren is moeilijk en dat op zich maakt het aantrekkelijk.

Vervolgens carrière. Een proefschrift is niet alleen voorwaarde voor een academische loopbaan, maar kan ook helpen als deskundige op te klimmen in een niet-wetenschappelijke omgeving. Daarnaast is een proefschrift ook nog een unieke gelegenheid om onder begeleiding een boek te kunnen (of te leren) schrijven.

En tenslotte heeft bij mij ook mijn, in modieus sociologenjargon, peergroup een rol gespeeld. Mijn vader was gepromoveerd. Mijn man is gepromoveerd. Mijn beste vriend is gepromoveerd en mijn beste vriendin is een jaar voor mij aan een proefschrift begonnen. Wat is er mooier dan straks met zijn vijven naast elkaar in de boekenkast te staan?

Maar nu de andere kant. Promoveren is doorgaans eenzaam werk. De tijdsinvestering is gigantisch. Vaak is het directe rendement gering. Maak mij midden in de nacht wakker en ik zal alle Nederlandse beleggingsfondsen uit 1969 inclusief belegd vermogen in alfabetische volgorde kunnen opdreunen % niet bepaald kennis die daarvoor op mij ooit enige aantrekkingskracht had uitgeoefend.

De immateriële kosten kunnen soms flink uit de hand lopen. Een oom van mij hield een hartkwaal aan zijn proefschrift over. Ikzelf verloor erdoor mijn baan. Bij een reorganisatie had mijn baas bedacht dat ik er maar uit moest. ,,Je bent aan het promoveren en dan hoor je niet meer bij ons.” Menige relatie is door Het Verdomde Proefschrift in de waagschaal gezet. En het proefschrift zelf kan mislukken of in ieder geval zo lang op zijn voltooiing laten wachten dat anderen de hoop op een goed eindresultaat al lang hebben laten varen. ,,Is het nu nog niet af?”

Is dat het allemaal waard? Wat mij betreft tot nu toe wel. Een oud-hoogleraar zei mij eens: ,,Je moet gaan promoveren, als je voelt dat je het moet doen.” En zo is het ook. Het besluit om aan een dissertatie te beginnen komt dikwijls intuïtief tot stand. Omdat je diep in je hart weet dat je later spijt zult hebben als je het niet hebt gedaan. Meestal zijn dat geen verkeerde beslissingen. Wat dat betreft heeft Westendorp in zijn reactie in Delta 05 op mijn vorige column groot gelijk: economie is vaak onzin en weinig rationeel.

Drs. Brigitte Slot is econoom. Ze bereidt een proefschrift voor waarop ze dit jaar aan de TU Delft hoopt te promoveren.

Uit onderzoek blijkt dat mensen met ‘doctor’ voor hun naam geen hoger inkomen hebben of meer carrière maken dan niet-gepromoveerde academici. Vanuit een rationele kosten-batenoverweging heeft het maken van een proefschrift dus weinig economisch nut % tenzij je van plan bent om hoogleraar te worden. Toch is daar niet alles mee gezegd.

Ikzelf ben pas op mijn zesendertigste met een promotieonderzoek gestart en ben dus een wetenschappelijke laatbloeier. Achteraf kan ik vijf redenen bedenken die een rol hebben gespeeld om het er toch op te wagen.

Ten eerste interesse. De behoefte om intensief met één onderwerp bezig te zijn en daar vervolgens zelf wat aan toe te voegen. In de tweede plaats ambitie. Promoveren is moeilijk en dat op zich maakt het aantrekkelijk.

Vervolgens carrière. Een proefschrift is niet alleen voorwaarde voor een academische loopbaan, maar kan ook helpen als deskundige op te klimmen in een niet-wetenschappelijke omgeving. Daarnaast is een proefschrift ook nog een unieke gelegenheid om onder begeleiding een boek te kunnen (of te leren) schrijven.

En tenslotte heeft bij mij ook mijn, in modieus sociologenjargon, peergroup een rol gespeeld. Mijn vader was gepromoveerd. Mijn man is gepromoveerd. Mijn beste vriend is gepromoveerd en mijn beste vriendin is een jaar voor mij aan een proefschrift begonnen. Wat is er mooier dan straks met zijn vijven naast elkaar in de boekenkast te staan?

Maar nu de andere kant. Promoveren is doorgaans eenzaam werk. De tijdsinvestering is gigantisch. Vaak is het directe rendement gering. Maak mij midden in de nacht wakker en ik zal alle Nederlandse beleggingsfondsen uit 1969 inclusief belegd vermogen in alfabetische volgorde kunnen opdreunen % niet bepaald kennis die daarvoor op mij ooit enige aantrekkingskracht had uitgeoefend.

De immateriële kosten kunnen soms flink uit de hand lopen. Een oom van mij hield een hartkwaal aan zijn proefschrift over. Ikzelf verloor erdoor mijn baan. Bij een reorganisatie had mijn baas bedacht dat ik er maar uit moest. ,,Je bent aan het promoveren en dan hoor je niet meer bij ons.” Menige relatie is door Het Verdomde Proefschrift in de waagschaal gezet. En het proefschrift zelf kan mislukken of in ieder geval zo lang op zijn voltooiing laten wachten dat anderen de hoop op een goed eindresultaat al lang hebben laten varen. ,,Is het nu nog niet af?”

Is dat het allemaal waard? Wat mij betreft tot nu toe wel. Een oud-hoogleraar zei mij eens: ,,Je moet gaan promoveren, als je voelt dat je het moet doen.” En zo is het ook. Het besluit om aan een dissertatie te beginnen komt dikwijls intuïtief tot stand. Omdat je diep in je hart weet dat je later spijt zult hebben als je het niet hebt gedaan. Meestal zijn dat geen verkeerde beslissingen. Wat dat betreft heeft Westendorp in zijn reactie in Delta 05 op mijn vorige column groot gelijk: economie is vaak onzin en weinig rationeel.

Drs. Brigitte Slot is econoom. Ze bereidt een proefschrift voor waarop ze dit jaar aan de TU Delft hoopt te promoveren.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.